Midden de jaren 1980 verscheen in Londen The Bible and its Painters van Bruce Bernard (Nederlandse editie, De Bijbel in de schilderkunst, bij Davidsfonds). Bernard was jarenlang beeldredacteur bij The Sunday Times magazine en verantwoordelijk voor vele bijdragen over kunst. The Bible and its Painters ontstond uit Bernards bewondering voor de overvloed aan werken uit de westerse schilderkunst die de bijbel illustreren. Het is een boek op groot formaat dat schilderijen plaatst naast tekstfragmenten uit het Oude en Nieuwe Testament, achteraan aangevuld met korte aantekeningen bij de geselecteerde werken. Het is puur genieten van de buitengewone verscheidenheid aan bijbelverhalen die kunstenaars eeuwenlang op paneel en doek hebben geïllustreerd.
Vandaag, een generatie later, verschijnt een ander soort boeken over bijbelverhalen in de schilderkunst. Dit keer geen luxueuze salontafeluitgaven maar handige naslagwerken, zoals de reeks Kunst van het kijken van Ludion. Er is inderdaad steeds meer nood aan een instrumentarium dat een breed publiek informeert over wat schilderijen van oude meesters nu precies vertellen en hoe ze dat doen. Meer en meer museumbezoekers zijn onvoldoende vertrouwd met de christelijke, en ook de Grieks-Romeinse, beeldtradities. En dat zijn toch de belangrijkste iconografische repertoires waarin de Europese schilders eeuwenlang hebben gewerkt. Schrijver en dichter Cees Nooteboom zei het in 2009 tijdens zijn dankwoord voor de Prijs der Nederlandse Letteren zo: Als de meerderheid van de tijdgenoten zich niet meer herkent in de beelden die ooit gemeengoed waren, als de Bijbelse taferelen op de schilderijen van Rembrandt onzichtbaar geworden zijn omdat vrijwel niemand meer weet wat nu eigenlijk afgebeeld wordt, dan zijn wij onze eigen Japanners geworden, dan lopen de meeste mensen rond in kerken en musea als blinden.”