Het is een verheugende gedachte: achter de grote namen die onze musea vullen, schuilt nog een verfrissende rijkdom aan naamloze pracht. Het is ze gelukt, die meesters, meesteressen en medewerkers: een doodgewoon nuttig leven leiden, vele geheimen meenemen in het graf, en iets van blijvende waarde voor de eeuwen achterlaten. Hun buren, familie en opdrachtgevers wisten wie zij waren, ontmoetten hen op straat of in het gildehuis, terwijl wij in het duister tasten als commissaris Maigret aan het begin van een enquête. Leen Huet gidst ons langs werken op de Topstukkenlijst gemaakt door nobele onbekenden.

 

Nobele onbekenden

Meester van Echternach (omgeving van), Tronende Maria met kind, elfde eeuw, ivoor, 15.6 x 11.2 cm, Museum Mayer Van den Bergh, Antwerpen.

Op de Topstukkenlijst is er uiteraard veel middeleeuws anoniem werk terug te vinden, maar de naamloosheid reikt tot in de achttiende eeuw. Dat zorgt voor variatie. Uit het midden van de elfde eeuw stamt een ivoren boekband, aarzelend toegeschreven aan de (omgeving van de) Meester van Echternach, een beeldsnijder die een Kruisiging van Christus sneed voor een boekband van de abdij van Echternach. Was onze anonieme kunstenaar dan een leerling of medewerker van die al even onbekende Meester van Echternach? Dit kleine voorwerp uit de collectie van het Museum Mayer van den Bergh is hoe dan ook bijna duizend jaar oud. Centraal troont een Madonna in Byzantijnse stijl; haar kindje houdt een wereldbol in de linkerhand en zegent met de rechter. In de vier hoeken zijn onder boogjes vrouwelijke heiligen afgebeeld: Cecilia, Agata, Agnes en Tecla. Het geheel wordt omlijst door sierlijk rankwerk met vogels in de hoeken. Laat het tot je doordringen: nu kun je boeken gratis uit boekentillen plukken, maar ooit waren ze zo kostbaar dat kunstenaars weken of maanden besteedden aan het uitsnijden van ivoor voor een beschermende band.

Abdijbibliotheken waren schatkamers van anoniem topwerk. In de Abdij ten Duinen bewaarde men een rituale cisterciense uit het eerste kwart van de veertiende eeuw, een klein verlucht handschrift met daarin zeldzame muzieknotatie voor de dodenliturgie. De priester kreeg niet alleen de gebeden aangereikt, maar ook een partituur als houvast. Wie bereidde het perkament voor, wie componeerde de bladspiegel, wie schilderde urenlang aan de afbeeldingen? Het boekje berust nu in de bibliotheek van het Grootseminarie in Brugge

Nobele onbekenden

Anoniem, Calvarie van Hendrik Van Rijn, 1363, olieverf en bladgoud op paneel, 133 × 130 cm, Koninklijk Museum voor Schone Kunsten, Antwerpen

Schaduw van Van Eyck

In de vijftiende eeuw overschaduwde de schilderkunst van de gebroeders Van Eyck alles wat voorafging. Dat betekent dat er maar weinig pre-Eyckiaanse schilderkunst bewaard bleef: die geraakte volledig uit de mode. Een klassiek voorbeeld is de Calvarie van Hendrik van Rijn uit 1363. Het paneel is afkomstig uit de Sint-Janskerk van Utrecht, waar Van Rijn proost en aartsdiaken was en een altaar stichtte. Het opschrift onderaan geeft duidelijk het doel van dit kunstwerk aan: Van Rijn verzoekt voorbijgangers om voor zijn zielenheil te bidden. Hij heeft zichzelf knielend laten afbeelden onderaan het kruis. Links en rechts staan Maria, met een boek in de hand, en Johannes de Evangelist, die de schenker begeleidt. In de bovenhoeken zien we de zon en de maansikkel, verwijzingen naar de zonsverduistering die optrad toen Christus stierf. De achtergrond bestaat uit vierkante vergulde tegels met een leeuw in reliëf, een verwijzing naar het wapenschild van Van Rijn; de gestileerde leeuw is ook op zijn rode mantel te zien. Het paneel wordt voorzichtig toegeschreven aan een Noord-Franse meester. Kunstenaars reisden vaak rond, wat mede voor de verspreiding zorgde van dergelijke gouden achtergronden met gestempelde motieven.

Noodnamen

Even opmerkelijk is het hoge, smalle triptiekje met bovenaan de Calvarie en daaronder vijftien heiligen, afgebeeld in registers. De heiligen werden allemaal vereerd in de Nederlanden en een deel van Duitsland omstreeks 1400. Ze nemen elk een eigen ruimte in en zijn even sierlijk als miniatuurschilderingen. Gaat het hier om een uiting van privédevotie of was dit toch iets commerciëler werk, gezien de populariteit van de heiligen?

Nobele onbekenden

Meester van Hoogstraten, De zeven smarten van Maria, 1505-1510, olieverf op paneel, 96 × 316,5 cm, Koninklijk Museum voor Schone Kunsten, Antwerpen 

Wie houdt van de kunst van de vijftiende en zestiende eeuw, kent het fenomeen van de noodnamen. Een kwaliteitsvol schilderij is niet gesigneerd, maar kunsthistorici gebruiken het als basis voor een ontleding van stijlkenmerken, schrijven dan gelijkaardig werk toe en vernoemen de onbekende meester van het aldus samengestelde oeuvre naar een bewaarplaats of een datum op een van de schilderijen. Heel af en toe lukt het om een oeuvre zonder naam in verband te brengen met een naam zonder oeuvre, overgeleverd in archiefstukken. Hoe hoger de kwaliteit van het werk, hoe groter de kans dat de naam van de maker in een document werd vermeld. De zogenaamde Meester van Frankfurt was actief in Antwerpen en bleek zo’n goede schilder dat hij wel ergens moest geregistreerd staan, en dus wordt hij in verband gebracht met Hendrik van Wueluwe, meermaals deken van het Antwerpse Sint-Lucasgilde en behoorlijk vermogend. Zijn zelfportret met echtgenote is indringend en charmant; hun beider leeftijden staan onderaan vermeld. De vlieg op de kap van zijn vrouw is een uiting van virtuositeit – ze lijkt zo realistisch dat je geneigd bent haar weg te slaan, een sterk staaltje gezichtsbedrog.

De Meester van Hoogstraten dankt zijn naam aan zeven panelen die tot de negentiende eeuw in de Sint-Catharinakerk van Hoogstraten hingen; de grote verzamelaar Florent van Ertborn kocht ze en liet ze na aan het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten van Antwerpen. De zeven weeën van Maria waren een geliefd thema in de Bourgondische Nederlanden, ook in de Hoogstraatse kerk was er een altaar aan gewijd. Mogelijk is de afgebeelde schenkster Oda Stecke, die het werk omstreeks 1505 liet maken. Opvallend is wel dat niet alle zeven smarten van Maria zijn afgebeeld - de Vlucht naar Egypte en de Piëta ontbreken - en dat de taferelen zich niet afspelen in een doorlopende of samenhangende ruimte. Is het veelluik later (opnieuw) samengesteld? Hoe dan ook staat het talent van deze anonymus buiten kijf

Nobele onbekenden

Anoniem, Drieluik met Calvarie en 15 heiligen, ca. 1400-1410, olieverf op paneel, Hof van Busleyden, Mechelen

brandende haard

In 1499 bestelde abt Christiaan de Hondt van de Ten Duinenabdij in Koksijde bij een onbekende schilder een diptiek die getuigt van een grote liefde voor en kennis van kunst. Het is namelijk een kopie van een diptiek van Jan van Eyck, zestig jaar eerder geschilderd, waarvan alleen het linkerluik bewaard bleef: de Madonna in de kerk (Gemäldegalerie, Berlijn). De Meester van 1499 bestudeerde het origineel aandachtig (in Brugge?) en leefde zich uit in weelderige stoffen en sieraden. Hij voegde ook een vaas met lelies toe. Op het rechterpaneel liet de abt zichzelf in gebed afbeelden, in zijn comfortabele kamer vol huiselijke gezelligheid - de brandende haard, de sinaasappelen, het diptiekje aan het hoofdeinde van het bed en het slapende hondje. Dit persoonlijke tafereel is misschien wel een variant op Van Eycks oorspronkelijke compositie. Een latere abt liet aan de buitenzijde nog een zelfportret en een voorstelling van de Salvator Mundi toevoegen, waardoor deze triptiek een voorbeeld is van sampling en recyclage.

Uit de tijd van Rubens en Van Dyck stamt een intiem anoniem kunstwerkje, gemaakt door verschillende handen. Dit album amicorum (of vriendenboekje) van de broers Nicolaas en Adriaan Rockox (Rubenshuis, Antwerpen; nu te zien in het Snijders& Rockoxhuis) staat vol wapenspreuken, spreekwoorden, elegant geklede personages, wapenschilden en stadsgezichten. Wie het boekje doorbladert, kijkt rond in de vriendenkring van de Antwerpse burgemeester Nicolaas en diens broer Adriaan, de kanunnik. En daarin prijken enkele namen die ook nu nog bekend zijn: cartograaf Abraham Ortelius en de humanisten Justus Lipsius, Aubertus Miraeus.

Nobele onbekenden

Meester met balsembusje, Borstplaat van de breuk van het Sint-Jacobsgilde, 1553, verguld zilver, 18 x 18 cm, Museum M, Leuven

rode wijn

Vanaf de renaissance konden de beste beeldhouwers, architecten en schilders er doorgaans op rekenen dat hun namen werden overgeleverd. Daar had de Toscaan Giorgio Vasari met zijn standaardwerk De levens van de grootste schilders, beeldhouwers en architecten in 1550 voor gezorgd. Voor meesters in de decoratieve kunsten lag dat anders. Wie maakte in 1533 de zilveren borstplaat voor de breuk van het Leuvense Sint-Jacobsgilde? In een nog gotische architectuur zien we Onze-Lieve-Vrouw met kind, geflankeerd door Sint-Jacobus en Sint-Joris. En wie maakte medio zestiende eeuw in Antwerpen de elegante tazza met ingedreven golfmotief en zou het niet heerlijk zijn om daarin rode wijn te schenken en te kijken naar de lichteffecten? Bij welke feestelijke en blije gelegenheden hebben mensen hieruit gedronken? Toen meester Li, eerzame inwoner van het prinsbisdom Luik, omstreeks 1660 zijn initialen in twee zilveren kandelaars stempelde, zag hij toen voor zich welke tafels zijn handwerk zou sieren? Je droomt weg bij al die zeldzame en onmisbare dingen. En je bent ze dankbaar, al die vaardige ogen en handen van vroeger.

 

Selectie anonieme topstukken

– Meester van Echternach (omgeving van), Tronende Maria met kind, elfde eeuw, Museum Mayer Van den Bergh, Antwerpen (beschermd sinds 20 augustus 2019)
– Anoniem, Rituale cisterciense, veertiende eeuw, Grootseminarie, Brugge (beschermd sinds 28 november 2007)
– Anoniem, Calvarie van Hendrik Van Rijn, 1363, Koninklijk Museum voor Schone Kunsten, Antwerpen (beschermd sinds 7 april 2009)
– Anoniem, Drieluik met Calvarie en 15 heiligen, ca. 1400-1410, Hof van Busleyden, Mechelen (beschermd sinds 7 april 2009)
– Meester van Frankfurt, Portret van de kunstenaar en zijn vrouw, 1496, Koninklijk Museum voor Schone Kunsten, Antwerpen (beschermd sinds 7 april 2009)
– Meester van 1499, Diptiek van Christiaan de Hondt, 1499, Koninklijk Museum voor Schone Kunsten, Antwerpen (beschermd sinds 21 april 2009)
– Meester van Hoogstraten, De zeven smarten van Maria, 1505-1510, Koninklijk Museum voor Schone Kunsten, Antwerpen (beschermd sinds 7 april 2009)
– Meester met drietand, Tazza, 1548-1549, DIVA, Antwerpen (beschermd sinds 21 juni 2023)
– Meester met balsembusje, Borstplaat van de breuk van het Sint-Jacobsgilde, 1553, Museum M, Leuven (beschermd sinds 21 juni 2023)
– Anoniem, Liber amicorum van Nicolaas en Adriaan Rockox, 1579-1628, Rubenshuis, Antwerpen (beschermd sinds 15 april 2020)
– Meester Li, Twee kandelaars, 1650-1659, Stadsarchief, Tongeren (Collectie OCMW) (beschermd sinds 21 juni 2023)

download hier de pdf

whodunnit.pdf