Hij die voor het eerst een bezoek brengt aan het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten te Brussel, zal er ongetwijfeld zoals in elk groot museum een overweldigende indruk ondergaan. In de eerste plaats wordt hij er geconfronteerd met bekende werken waaraan beroemde en klinkende namen zijn verbonden, de namen van steeds dezelfde grootmeesters hem bijgebracht door zijn schoolopleiding of via de literatuur. Bij een volgend bezoek, wanneer hij zich reeds beter vertrouwd voelt met het milieu en rustiger, objectiever en voor zichzelf gaat kijken, zal het wellicht gebeuren dat hij sterk geboeid wordt door werken die, bij het nazien van het onderschrift, tot zijn verbazing blijken verwezenlijkt te zijn door een hem onbekende kunstenaar wiens naam hij niet eens vermoedde. Tot deze categorie behoort het 'Portret van de kunstenaar en zijn gezin' door Cornelis de Vos.
Enkel reeds wegens zijn afmetingen en zijn ten voeten uit en op ware levensgrootte weergegeven personages maakt dit schilderij indruk. Het spreekt echter vooral direct aan door de gemoedelijkheid en de innemende bescheidenheid waarmede de geportretteerde leden van dit gezin de blik op de toeschouwer richten.
Zoals men kan opmaken uit wat over hem bekend is gebleven, was Cornelis de Vos inderdaad een bescheiden en evenwichtig man die een regelmatig bestaan leidde, gezegend door huiselijk geluk dat voor hem het gunstige klimaat schiep waarin zijn talent zich kon ontplooien. De harmonie van dat gezinsleven, het zichtbaar genot waarmede de jonge man, zijn echtgenote en zijn kinderen bij elkaar vertoeven, wordt in het schilderij weerspiegeld en maakt er een van de grote bekoringen van uit. Zoals men kan afleiden uit het jaartal 1621 dat naast de signatuur op het doek is aangebracht, was De Vos ongeveer 37 jaar oud toen hij zich portretteerde in gezelschap van zijn jonge echtgenote Suzanne Cock en zijn eerste twee kinderen, Magdalena en Johannes-Baptist. Hij deed dit in zijn atelier te Antwerpen waar hij toen verbleef. Geboren Antwerpenaar was hij echter niet ; zijn familie was herkomstig uit Hulst, in Zeeuws-Vlaanderen. Zijn vader Jan zag er het licht maar had zich later, in 1596, met zijn echtgenote Elizabeth van den Broeck en hun negen kinderen in de Scheldestad gevestigd. Wanneer juist Cornelis te Hulst werd geboren, is niet met zekerheid bekend, gezien de oudste registers in deze stad slechts tot 1604 opklimmen. In een stuk van 29 april 1604, uit het stadsarchief te Antwerpen, wordt hij echter vermeld als zijnde 20 jaar oud, zodat zijn geboortedatum mag gesitueerd worden in 1584 of het jaar ervoor. Niet minder dan drie zonen van Jan de Vos zouden zich in het St.-Lucasgilde te Antwerpen laten inschrijven, âtlen als leerling van de schier onbe- kende Antwerpse schilder David Remeeus (1559-1626) : Cornelis (in 1599), Hans (in 1601) en Paul, de later beroemd geworden dierenschilder (in 1604).
Van Remeeus zijn geen werken bewaard, zodat men zich geen rekenschap kan geven van de invloed die hij heeft uitgeoefend ; dat hij evenwel een goed leermeester moet zijn geweest blijkt uit de talrijke jongeren die bij hem het beroep zochten te leren. Omstreeks 1604 verlaat Cornelis Antwerpen