Jenever ligt zonder twijfel mee aan de basis van het hedendaags, academisch brouwerij-onderwijs.
Tijdens de tweede helft van de 19de eeuw kenden biotechnologische bedrijven, zoals jeneverstokerijen, een ware gedaanteverandering: pneumatische mouterijen, stoommachines, arbeidsbesparende en energiezuiniger stookkolommen, nieuwe en goedkopere grondstoffen Enkel de Belgische brouwerijen, op enkele uitzonderingen na, bleven op een zeer traditionele manier verder werken en kregen klappen. Bovendien stagneerde het bierverbruik ten voordele van de jeneverconsumptie, gaf de burgerij voorkeur aan wijn en buitenlandse bieren en won de bakkersgist, geproduceerd door industriële alcoholfabrieken, aan waarde ten nadele van de biergist. Jeneverstokers boekten successen en de brouwers beseften de nood aan verandering. Maar de kennis ontbrak. In een tijdspanne van tien jaar werden drie brouwerijscholen opgericht die ook aandacht hadden voor andere biotechnologische bedrijven die alcohol, gist, azijn, suiker en zetmeel produceerden.
Deze pop-up-expo brengt het ontstaan en de evolutie van het academisch onderwijs rond alcoholproductie in beeld. Van de eerste Ecole professionelle de Brasserie de la Société des Brasseurs belges in Gent (1887) tot de mogelijkheden vandaag aan de KULeuven.
Een samenwerking van het Jenevermuseum, het CAG en de KULeuven naar aanleiding van de Erfgoeddag 2022.
