Laat staan dat de hier ter beschouwing geboden tekening wegens haar verlokkelijke, op geen ogenblikkelijk treffend effekt berekende, uit diepe en stille contemplatie geboren schoonheid, als een kostbaar kunstbezit mag gelden, dan nog zou haar meerzijdige betekenis onvermoed blijven indien zij niet gewaardeerd werd in verband met de kunstenaar - Xavier Mellery - die haar schiep en met de tijd waarin zij ontstond.
Wat over het leven van Xavier Mellery zou te vertellen zijn, moet hier niet herhaald worden. Zijn geschiedenis ligt, trouwens, algeheel vervat in zijn kunstideaal. Hij werd geboren te Laken, nabij Brussel, op 9 april 1845 en overleed er op 4 februari 1921.
Hoewel hij veel gepresteerd heeft op het gebied van de decoratieve kunst, waarvan de allegorische symboliek bij de Italiaanse renaissance en de mythologische inslag bij de door Puvis de Chavannes beheerste strekking aanleunde, decoratieve kunst die zijn zin voor de plastische vormgeving tot in het sculpturale ontwikkelde en waarin de beweging hoofdzakelijk verwekt werd door inwendig ritme, toch zal hij, als schilder en tekenaar, vooral blijven gelden als een diep, in zichzelf gekeerd 'intimist', gehecht aan het in de nachtelijke schemer en in de droefstemmende stilte bewonderd object, tot de ziel waarvan hij wilde doordringen. Nu mag het wel zijn - zoals het werd voorgesteld - dat hij, om zijn visie op het licht als de geheimzinnige levenwekkende bron van b.v. een aanschouwd interieur, bij de autochtoon Vlaamse impressionisten mag gerekend worden, dan is het toch even merkwaardig als zonderling dat naarmate - en precies ten gevolge van de impressionistische beschouwing van de natuurwereld - het schilderij helderder wordt, het zijne, dat bij de aanvang van zijn loopbaan ook hel gekleurd was, geleidelijk grijs, donker en haast ondoordringbaar somber wordt. Hij streefde zodanig naar de grondige vertolking van de zieleroerselen, in hem opgewekt door het in afzondering aanschouwen van wat hem omringde, dat de kleur daarbij verstrooiend werkte, dat hij haar als iets profaans ging aanvoelen. Onder de talrijke overwegingen die hij heeft nagelaten, kan in dit verband wel de volgende bedenking aangehaald worden: 'Hij die de kleur en de vorm kan doen vergeten, ten koste van de emotie, zal het meest verheven doel bereikt hebben'. Alleen 'de ziel der dingen' - 'l'âme des choses' - rubriek waaronder een ganse reeks zijner karakteristieke schilderijen gegroepeerd werden, greep hem aan en noopte hem tot de scheppingsdaad.
Dat alles in acht nemend, kan het geen verwondering baren, dat Xavier Mellery het innigste van zijn kunstideaal in zijn tekeningen heeft verzinnelijkt. Essentieel is tekenen toch vormen schrijven en eventueel modeleren, vormen die beantwoorden aan de verzuchting van de mens om steeds grondiger de verholen ziels- en gevoelsaffiniteiten die hem verbinden met de natuurwereld en haar objecten in beeld te brengen; vormen schrijven en eventueel modeleren die beantwoorden aan de drang van de kunstenaar om de geheime en gebeurlijk zelfs onbewuste beweegkrachten van zijn psychisch leven te openbaren, aan de dichterlijke opwellingen van zijn innerlijk gemoedsleven, aan de fantastisch-droombeeldige visies opgewekt door zijn peilen naar het wonderbaarlijke van de oorsprong en de lotsbestemming van het levend heelal. Tekenen heeft Xavier Mellery zijn ganse loopbaan door gedaan om de vormvolmaakte weergave van een figuur in welke houding ook of van een object van welke aard en onder welke belichting ook, te bereiken. Niet alleen zijn talrijke, afzonderlijke 'bladen', maar ook zijn schetsboekjes leggen daarvan een aantrekkelijk getuigenis af. Was hij zodanig verbonden met de zintuiglijk waarneembare werkelijkheid van een natuurverschijning dat hij ze in haar uitbeelding zo volkomen mogelijk wilde eerbiedigen, dan was dat voor hem toch de weg waarlangs hij de merveilleuze levensschoonheid ervan wilde openbaren. Hij was een denkend, een dichterlijk, een enigszins romantisch realist. Hij was één van die zeldzame artiesten die, zonder de plastische structuur ervan ontrouw te zijn, in de tekening van de uitgebeelde figuren en andere werkelijkheden, streefde naar de verheerlijking van hun inwendig 'zijn'. De werkelijkheid stemde hem tot vervoerd denken in de eenzame stilte, de stilte die hij bij voorkeur zocht in de nacht en die de geheimzinnige somberheid van zijn picturaal en grafisch werk helpt verklaren. Heeft hij zelf niet betoogd dat 'La pensée aime la nuit, son refuge' -'Het denken houdt van de nacht, zijn toevlucht'? En is het dan te verwonderen dat men met betrekking tot hem, geschreven heeft, dat de lamp zijn muze was ?
Wat Xavier Mellery - allegorisch, symbolisch, alleszins intiem beleefd - wilde visualiseren, kon hem nooit afleiden van de werkelijkheid die, voor hem, de grondslag van alle kunstschepping moest blijven. Het is ook naar deze opvatting dat hij het portret heeft behandeld. In een brief die hij aan Frédéric Speth, één der levensvrienden van Frans Franck, op 16 oktober 1918 schreef, laat hij zich daaromtrent als volgt uit: