Huisillustrator Stien Van Kerckhoven tekent in elk tijdschrift haar antwoord op onze vraag: laat je inspireren door één zin uit een artikel. Ditmaal kiest ze voor een zin uit Vrouwen en design - Een historisch onevenwicht.
Stien Van Kerckhoven, Vrouwen en hun prestaties, 2024
Drie curatoren doken in hun archieven op zoek naar onvertelde verhalen met vrouwelijke ontwerpers in de hoofdrol. Uit die verhalen bleek hoe moeilijk het was voor vrouwen om een carrière in design uit te bouwen. Met de tentoonstelling Here We Are! Women in Design, 1900-Today streven de curatoren naar een herstel van dit onevenwicht. Hun bevindingen deden mij erg denken aan een boek dat ik las: Onzichtbare Vrouwen van Caroline Criado Perez.
In het boek wordt een onderzoek geciteerd waaruit bleek dat de handafdrukken naast prehistorische grotschilderingen voor het merendeel van vrouwen afkomstig zijn. De vooronderstelling dat deze indrukwekkende kunstwerken – vaak geïnspireerd door de jacht – door mannen werden gemaakt, kwam zo op losse schroeven te staan. Sceptici halen eerder onderzoek aan, waaruit bleek dat het om handen van puberjongens zou gaan. Er is dus geen consensus, maar de discussie is voor mij veelzeggend.
Een argument voor de eeuwenoude aanname dat de makers mannen waren, is dat de jacht een mannelijke aangelegenheid was. Maar hadden de vrouwen dan geen belang bij het succes van de jacht? Is dan nog niet aangetoond dat zij ook betrokken waren, actief of aan de zijlijn? De onderzoeker die de puberjongens als makers aanduidde, zei daarover dat ze “datgene tekenden wat in hun hoofd zat, en dat zijn vooral twee dingen: naakte vrouwen en grote, angstaanjagende zoogdieren”. Is het zo’n gek idee dat vrouwen naast jagende mannen ook zichzelf zouden verbeeld hebben, gezien zij ook toen al de helft van de bevolking uitmaakten? En zou het misschien kunnen dat het naakte vrouwenlichaam ook zonder seksuele lading een plaats mocht krijgen op de wand?
Ander voorbeeld dat het boek aanhaalt: een skelet uit het Vikingtijdperk werd lange tijd voor een mannelijke strijder aanzien, omdat het begraven was naast wapens en geofferde paarden, ook al zag het bekken er vrouwelijk uit. Toen DNA-onderzoek aantoonde dat het skelet wel degelijk van een vrouw was, kon niet geconcludeerd worden dat het om een vrouwelijke strijder ging. Er konden namelijk andere redenen zijn waarom de botten bij de voorwerpen terechtgekomen waren. Terechte bedenkingen, maar werden deze ook al gemaakt vòòr de DNA-resultaten er waren?
En bovendien: waarom wil ik zelf eigenlijk graag horen dat de prehistorische vrouwen jaagden en vochten, terwijl ik niets heb met jacht en al helemaal niet met oorlog? Heb ik dan diep vanbinnen echt meer bewondering voor een vrouw die een pijl richting een oeros afvuurt, dan voor één die kinderen kan grootbrengen in de meest primitieve omstandigheden?
De mannelijke bias kleurt vaak de waarneming. We zien de man, hij is de vertegenwoordiger van de mensheid, terwijl de vrouw en haar werkelijkheid in de marge verdwijnen. Het ontbreken van deze verhalen in alle domeinen van onze samenleving zorgt voor een genderdatakloof, zoals Perez dit fenomeen noemt. En die datakloof versterkt op zijn beurt weer het idee dat al wat mannelijk is universeel is, en al wat dat niet is afwijkt van de norm.
De gevolgen van deze datakloof reiken veel verder dan een mogelijks foutieve interpretatie van onze geschiedenis. Het probleem stelt zich ook in het heden, met nefaste gevolgen in ondermeer de medische wereld. Het vindt bovendien moeiteloos zijn weg naar de toekomst, nu ook artificiële intelligentie getraind wordt op basis van onvolledige data. Terwijl de AI-toepassingen wijdverspreid geraken en meer en meer belangrijke functies overnemen, wordt duidelijk hoe die systemen de kansen van vrouwen blijven beperken. Een voorbeeld is het algoritme dat vrouwelijke sollicitanten bij Amazon weerde, omdat het zich baseerde op eerder gemaakte keuzes binnen het bedrijf.
Het is niet zo dat de andere verhalen niet verteld worden, maar er zijn mechanismen aan het werk die ervoor zorgen dat er minder naar geluisterd wordt. Kennisonrecht is in dit verband een interessant begrip, dat omvat dat bepaalde groepen in hun getuigenissen als minder geloofwaardig worden beschouwd om wie ze zijn (bv. zwart, vrouw, jong), en daarnaast dat vertellers moeite kunnen hebben met het uitdrukken van hun ervaring omdat er nog zo weinig over gesproken is, omdat er geen kader, woorden of gedeelde ervaring zijn.
Niemand redeneert vrij van blinde vlekken, veralgemeningen en vooroordelen, en ook ik ben opgegroeid met een achterliggend idee van mannelijke universaliteit. Ik hoop echter dat het groeiende bewustzijn hierrond wereldwijd oren en ogen kan openen en dat we het volledige plaatje kunnen belichten.