Onlangs besloot de Gemeente Elsene om de aan het museum palende grote zaal, de zogenaamde "feestzaal" in zijn oorspronkelijke functie van expositieruimte te herstellen. Dit initiatief kreeg de royale steun van de bank J.P. Morgan.
In 1892 werd het Museum van Elsene opgericht nadat Edmond de Pratere zijn omvangrijke kunstcollectie aan de gemeente had geschonken. Het Museum werd ondergebracht in het voormalige slachthuis van de gemeente. In 1893 werd een "feestzaal" aan het museum toegevoegd voor de "Exposition du Travail Ixellois". Maar al snel werd het museum te klein voor de collectie die snel aangroeide door belangrijke schenkingen. Ondanks het feit dat in 1973 een nieuwe vleugel werd aangebouwd, werd de nood aan nieuwe tentoonstellingsruimte voor de permanente collectie steeds groter.
De renovatie van de "feestzaal" tot tentoonstellingszaal was de oplossing. Het Antwerpse architecten-duo Georges en Bernard Baines vatten de renovatie zeer sober en functioneel op en voegden aan de bestaande expositieruimte meer dan 1000 vierkante meter toe.
De nieuwe zaal wordt over haar gehele lengte verlicht door een breed glazen puntdak en twee boven elkaar liggende gaanderijen verzekeren het optimale gebruik van de hoge ruimte. Deze renovatie werd voor het grootste deel gesponsord door de bank J.P. Morgan. Deze Amerikaanse bank is sinds 75 jaar in Brussel gevestigd en heeft een bijzondere reputatie opgebouwd als sponsor van culturele evenementen. J.P. Morgan zorgde er samen met de British Council voor dat de tentoonstelling "Turner in Europe" (febr. 1992) naar het Museum van Elsene kwam. Ook de tentoonstelling "Van Gainsborough tot Ruskin" werd door de bank J.P. Morgan gefinancierd.