Haar oeuvre is een niet aflatende poging om zichzelf bloot te leggen. Letterlijk. Maar dat resulteert - 0 paradox - uiteindelijk alleen maar in een eindeloze reeks zelfportretten waarin ze zichzelf vooral achter een zonnebril verbergt. Over de veelkantigheid en het ongrijpbare van de identiteit: een portret van Liliane Vertessen.
Liliane Vertessen geportretteerd. De vrouw die zichzelf de wereld wil geven.
Er hangt een vrouw aan de gevel van het Mercator gebouw. Ze hangt reuzegroot in een nis van dertien bij zeven meter, op slechts enkele stappen van de Antwerpse kleine ring, en haast pal tegenover de entree van het Antwerpse kunstencentrum deSingel, dat zich aan de overkant van die razend drukke weg bevindt. En toch zie je haar niet meteen, die vrouw. Want dit is nu eenmaal niet het soort van plek waar je rustig gaat zitten. Het geraas en gebral drijft je verder, naar elders en rust. En het wit van het ouderwetse kleed van de vrouw verdwijnt haast helemaal in het wit van het modernistische Mercator gebouw. Haar aanblik komt dan ook als een totale verrassing.
Naast mij, op de parking van deSingel, zit een andere vrouw. Ze draagt een zwart-wit gestreepte bril, en een landlopershoedje boven een t-shirt. Wie haar niet kent, zou allicht nooit kunnen vermoeden dat die statige vrouw die in de nis van het Mercatorgebouw een wereldbol op haar uitgestrekte arm heeft draaien, een zelfportret van dit olijk taterende ding naast me zou zijn. En toch is dat zo. Zoals haast steeds had Liliane Vertessen gewoon een foto van zichzelf genomen, die voor dit werk op een reusachtige rechthoek van 42 geëmailleerde platen, van 1 meter op 90 centimeter elk, uitvergroot werd.
En dan krijg je dus iets gek: het zelfportret blijkt niet echt een zelfportret. Het toont alweer een onvermoed aspect. Al decennia lang blijft Vertessen ons bestoken met foto's van zichzelf die langs geen kanten op haar en op elkaar blijken te lijken. Telkens weer lijken ze andere dromen te reveleren die ergens deep inside lagen te sluimeren. Ze hebben het over een begrip als identiteit, en hoe moeilijk die identiteit van zo'n wezen van slechts enkele tientallen kilogram zich laat grijpen. Hoe talrijker de zelfportretten, hoe minder Vertessen op zichzelf gelijkt.
Voor de lezers van Openbaar kunstbezit heeft Vertessen nu in dertig exemplaren een geëmailleerd plaatje gemaakt. En wat daar dan op zal staan?
"Wat dacht je dan wel?" zegt Vertessen, "Me and myself'.
Het project werd al van bij het begin aan een tentoonstelling in De Warande in Turnhout gekoppeld, en hopelijk beleven we daar nu geen toestanden zoals we die meemaakten bij een vorige expositie van Vertessen in diezelfde Warande. Werken van haar werden daar toen verwijderd toen er hoog bezoek langs de foto's moest wandelen. Officieel heette het dat sommige neons die in haar installaties verwerkt zaten te gevaarlijk waren, maar daar geloofde niemand wat van. Vooral in haar beginperiode maakte Vertessen immers nogal wat zelfportretten waar bloot in voorkwam. Ze etaleerde zichzelf onbevangen als vamp, stoeipoes, als hoer en femme fatale, als Lola Lisa, Tigra, en en wuft, met veel glitter en glamour, naakt of in doorkijkpakjes, in tijgervel, getooid met veel pluimpjes en pluche, of poserend met een zweep, in SM-kledij. In Suicide, een cyclus van zwart-wit foto's uit 1987, kleedt ze zich echter ook dandyesk in mannenkleren. En snijdt ze zich met wazige blik de pols over.
Of ze poseert in pilotenkleren. En altijd weer is er die zonnebril, waarachter het gezicht verborgen blijft. Ook dat heeft iets dubbelzinnigs: het exhibitionisme van Liliane Vertessen kent geen grenzen, maar altijd weer toont ze zichzelf als iemand die zich eigenlijk niet bloot geven wil, in een rollenspel vlucht, of zich achter het cliché van een typetje verbergt, de hoer, de vamp, of achter een zonnebril.
Vertessen werd geboren in '52. Naast kunstacademie had ze ook nog regie gestudeerd, en die combinatie is ook in haar werk bewaard gebleven. Soms drappeert ze stoffen rond haar foto's, zet ze er zuilen bij, bouwt ze er een houten constructie rond met spiegels, of voegt ze er nog een accent aan toe in neon: een hart, een pijl, of woorden als 'Camp', 'Piano-me', of 'Very foxy Lola is here for you'. Ze verbouwt een bom tot vliegtuig, wat dan weer onvermijdelijk als een spel met het fallus-symbool wordt geïnterpreteerd. En is dat dan kunst? Het zal Vertessen een zorg wezen. "Ik doe het om mezelf. Die energie moet een uitlaatklep krijgen. En het is dus zeker ook niet zomaar een acteren, of poseren. Ik bèn die personages ook echt". Ze verwijst naar Robert De Niro als ze haar voorbereidingen omschrijft: zoals die maandenlang kan verdikken om toch maar beter te kunnen beantwoorden aan dat beeld dat hij in zijn hoofd heeft.
Ze gaat het ook bij haar, ongeveer. En wat opvalt is: met de tijd worden haar beelden genuanceerder.
Ze schreeuwen minder.
Ze spelen minder op de onderbuik, en op het onmiddelijk effect.
De harde combinatie van rood en zwart is gaandeweg vervangen door zachte rijkdom aan kleuren. En gaandeweg blijkt Vertessen zich in haar oeuvre ook in heel andere figuren te transformeren. De ene keer lijkt ze wel weggelopen uit een schilderij van Vermeer, terwijl ze op de gevel van het Mercator de gedaante van de zus van Khnopff lijkt aan te nemen, melancholisch, langoureus. Met elk nieuw portret, zegt ze, wordt ook zij op die manier een vrouw die de hele wereldbol over haar hand laat gaan. Het hele vrouwendom, in een vrouw verenigd. Maar ondertussen blijven de doordeweekse huisvrouw of secretaresse voorlopig nog in dat scala ontbreken.
Die droombeelden lijken alvast aan haar niet besteed.
Praktisch
28 september tot 3 november
De eerste tentoonstelling van Liliane Vertessen (°1952) in de Warande (Turnhout) in 1981 is niet onopgemerkt voorbijgegaan. Het erotische karakter van haar werk veroorzaakte enige commotie en de daarbijhorende publiciteit is de start geweest van een opmerkelijke en eigenzinnige artistieke loopbaan.