Zijn titels staan onder zijn etsen en tekeningen. Ze hadden evengoed kunnen koppen boven sprookjes, mythen en legenden.
Marnix Everaert
Vertel me hoe je praat met de wolken
In het zand verbergt de wind zijn naam.
Met de branding komt het heimwee.
Vertel me hoe je praat met de wolken.
Reeds lang begrijpt de slang de maan.'
In de verinnerlijkte wereld waarin kunstenaar Marnix Everaert zich een weg zoekt wolkt een onoplosbare nevel van sprookjesachtige magie, poëzie, melancholie en grote emotie. 'Ik uit mijn droomwereld,' zegt hij.
'Titels benoemen en duiden,' zegt hij. 'Op een gegeven moment moest ik wel titels aan mijn werken geven, al was het maar om een overzicht over wat ik gemaakt had te behouden. Maar meteen zetten die titels de toeschouwer op het verkeerde been: soms is de samenhang tussen werk en titel lichtjes zoek zodat van de kijker een extra inspanning gevraagd wordt. Ik hou ervan als mensen mijn werk met enige verwondering tegemoettreden.'
Ik zeg dat de titel hen helpt een droomwereld binnen te treden en hij zegt dat dat klopt. 'Ik ben figuratief bezig en dat is verhalend op zich. Mijn artistieke wereld is mijn droomwereld en die is groter dan de omtrek van een vel papier. Vandaar dat een titel veel zegt, ofschoon ook niet alles: ik heb een hekel aan het steeds weer willen benoemen van dingen omdat benoemen de glans van de magie kan wegnemen.
Benoemen geeft macht over de dingen. Ja, men benoemt om macht te verwerven. Kijk, ik heb een verzameling atlassen uit de vorige eeuwen bijeengebracht. Op de wereld lagen toen nog heel wat witte plekken. Wit, onbekend gebied. Onbetreden. Magisch. Terra incognita. Dat is zo betoverend. Over die plekken kan je dromen, je kan ze laten bevolken door creaturen die je zelf bedenkt, je kan er in gedachten in ronddwalen. Voor mij is dat pure magie. Ik hou ook van geloof en bijgeloof, en van de plechtige rituelen die ermee gepaard gaan. Onze wereld wordt zogenaamd geregeerd door verlichte geesten, door geleerde rationalisten en zeer zeker door cynici, maar wat hebben die uitgevonden? De Virtuele Realiteit.'
Landschappen. Onvermijdelijk zijn de bergen op de achtergrond. Verstilde wezens die halverwege een gebaar verstarren. Dieren die op een of andere manier de indruk geven terug te willen keren naar hun legende. Bijna mystieke taferelen. Haast devote prentjes. Een licht dat door de wolken breekt. Dat is de wereld die Marnix Everaert met naarstige toewijding elke dag opnieuw rond zich optrekt. 'In mijn droomwereld heb je geesten,' zegt hij. 'Maar als ik naar het Guernica van Picasso kijk, zie ik ook de geest in het kunstwerk. Ik zie hen ook in de iconen van Warholl.'
Of de geesten dan samenkomen in musea? 'Musea zijn kerken voor mij, kerken waar de eredienst van de kunst beleden wordt. In musea waren de geesten van de kunstenaars rond. Musea zijn daarom ook oorden van pure, onversneden verwondering. En dat gevoel, dat gevoel van zuivere verwondering daar is het bij mij om te doen. Zo rij ik niet zelf met de auto. Ik vind het blikken tuigen die enorme verschrikkingen aanrichten. Tegelijk kan ik er als een kind staan naar kijken: je haalt aardolie boven, je maakt vorm, je steekt er een raderwerk van pompen en stangen en riemen in, je schakelt dat alles door naar de wielen en je krijgt een voorwerp dat beweegt. De combinatie van al die elementen brengt bij mij verwondering op gang. Ik kan ook niet zomaar naar een huis kijken. Een huis is pas een huis als het een ziel heeft. Een huis zonder ziel is een hoop stenen. In dit huis, waar ik nu woon, heb ik tot nu toe mijn beste werk gemaakt, vind ik. Omdat ik het huis begrijp en ook niet begrijp. Omdat het inderdaad een ziel heeft waar ik mij verwant mee kan voelen. Het vertelt van zijn verleden en het houdt toch allerlei intimiteiten voor zich. Goede huizen zijn zoals mensen. Ik kan bovendien door dit huis reizen: elke kamer is anders.'
In de huiskamer liggen fossielen, stenen, schelpen, kunstvoorwerpen uit Afrika, Azië en Zuid-Amerika. Samen vormen ze een verzameling verhalen, zoals boeken. 'Ik was een reiziger in gedachten,' zegt hij. Tot mijn vriendin me meenam naar vreemde en verre landen. Indonesië, Brazilië, Amerika, ... We reizen zo goedkoop mogelijk, met zo weinig mogelijk bagage op de rug. We leven heel primitief op reis en we reizen zo intensief dat ik onderweg niet eens aan tekenen denk. Dan voel ik in de verste verte niet de behoefte om te werken. De indrukken, emoties, verhalen, belevenissen, landschappen, ... maken wel een ander mens van mij.'
Ook een ander kunstenaar? 'Dat weet ik niet. Wat ik wel weet is dat Mexicanen, Oosterlingen, Afrikanen mijn werk appreciëren. Ze vinden er elementen van hun cultuur in terug. Dat zeggen ze me keer op keer. Die universaliteit is niet bewust bedoeld van me, maar ik vind het wel goed. Die erkenning verwondert me en uit die verwondering komt mijn werklust en dat is goed zo.'