De tentoonstelling vorig jaar van Dirk Vander Eecken (°1954) in Centrum Elzenveld te Antwerpen is een geschikte aanleiding om de evolutie in het werk van deze kunstenaar aan een groter publiek voor te stellen. De ruimten van het in de kunstwereld wat miskende Elzenveld zijn bijzonder geschikt om kunst te tonen en deden het werk van Dirk dan ook alle recht.
Jong talent: Dirk Vander Eecken, het schone beeld overstijgen
Versmelten en vernieuwen
Dirk Vander Eecken is van oorsprong een graficus en ik heb hem dan ook op het einde van de jaren tachtig binnen die context leren kennen en waarderen. Zijn werken vielen op door hun grote, vertikale formaten, door hun krachtige compositie en monumentaliteit. Toch bleven het gevoelige werken, getuigend van een zeldzame intensiteit.
In de catalogus van zijn solotentoonstelling in de Gele Zaal te Gent in september 1990 schreef ikzelf nog : " Het is duidelijk dat de houtsnede het favoriete uitdrukkingsmiddel is van Vander Eecken. Het is zowel in zijn ouder als in zijn jonger werk te bemerken. Het métier blijft ondergeschikt aan het idee maar het is métier, het wordt met zichtbaar genot beoefend en beheerst."
Deze kunstenaar is van niet te onderschatten belang geweest voor de vernieuwing binnen de Vlaamse grafiek en hij ligt mee aan de basis van de versmelting van diverse disciplines. Het is nogal evident dat niet de discipline het uitgangspunt vormt maar wel het resultaat dat men wil bereiken. Het is een eenvoudig principe waar toch nogal wat mensen het moeilijk mee schijnen te hebben. Dirk gebruikt in zijn werk meerdere disciplines en dit kwam heel duidelijk tot uiting in de tentoonstelling die hij hield bij Geo Gyselinck in Kortrijk in het voorjaar 1990. Hier werden vooral doeken getoond, hij noemt ze "schilderijen" en zegt er ter verduidelijking bij dat dit staat voor "houtsneden op doek in samengaan met schilder- en tekengestes". Deze combinatie tussen grafiek en schilderkunst is erg boeiend en opent nieuwe perspectieven voor de kunstenaar.
Op de doeken gebruikt hij traditionele houtblokken die nogal eens in repetitie worden afgedrukt, in superpositie of in antipode geplaatst. Het zijn eenvoudige en wat naïeve sjablonen voor herkenbare vormen en dingen. Ze worden gereduceerd tot geometrische gegevens of organische vormen en er ontwikkelt zich een interessante dialoog tussen de vezelstructuur van het houtblok en de rasterstructuur van het doek.
"Stilaan hebben de vormen en de disciplines en technieken zich vermengd in een plastisch geheel dat een imponerende eenheid vormt. Het is pas op het tweede gezicht dat de beschouwer zich buigt over de diverse elementen die voor het tot stand komen van het werk hebben gezorgd. Wellicht is het omdat het werk op een enigszins impulsieve maar daarom niet minder doordachte manier van werken is ontstaan." (cat. 1993)
Het land van Watervliet
Op een bepaald moment huurde Dirk Vander Eecken een huisje in Watervliet, helemaal weg van de stadsdrukte in Borgerhout waar hij toen woonde. Vanuit zijn nieuwe atelier heeft hij een overweldigend zicht op het vlakke landschap met de kreken en polders. Anderzijds is er ook de eenzaamheid, weg van vrienden en familie, met slechts zeldzaam bezoek. Twee keer stelt hij het werk dat hij daar maakt tentoon in de Galerie William Wauters, een galerie die hem zowat om de twee jaar aan het publiek presenteert.
Watervliet laat zijn sporen na. Hij vertrekt van grote gedigitaliseerde foto's vanuit zijn atelier gemaakt, hij verkent in zijn werk weerom nieuwe mogelijkheden en wordt gefascineerd door het beeld van het omgeploegde land. Hij drukt en hij schildert, hij reflecteert en tracht de complexe werkelijkheid in één beeld te vatten. Het abstracte en het figuratieve overlappen mekaar zoals dat al eerder het geval was. Sommige beelden zijn duidelijk herkenbaar, andere geven slechts een raster weer, het raster zoals van de geploegde voren in het hem omringende land.
Graham Sutherland en rasters
De tentoonstelling in Centrum Elzenveld toont werk dat voornamelijk in zijn atelier in Antwerpen is ontstaan. Kenmerkend is ook hier het rasterpatroon. Op mijn vraag waar dat raster eigenlijk vandaan komt, vertelt Dirk Vander Eecken over wijn periode in het Hoger Instituut (1982-1983). Hij kwam toen nogal onder de indruk van de tekeningen en aquarellen van de Britse kunstenaar Graham Sutherland. Sutherland had die voorzien van rasters om ze nadien te kunnen vergroten, maar dat gaf ook een picturale meerwaarde aan die werken. Dirk was toen al geïnteresseerd in de architectuur van het organische landschap en die ontdekking bij Sutherland inspireerde hem om dezelfde oefening te doen. Hij ging toen ook tekenen in de zoo waar de vogelkooien al zorgden voor een 'natuurlijke' raster. Het raster kwam ook al voor in het vroege werk dat te zien was in de Gele Zaal en was impliciet en soms ook expliciet aanwezig in zijn Watervliet-cyclus.
In zijn jongste werken wordt met de vrije hand eerst een raster getrokken dat daarna wordt bewerkt. Het gaat dus om een omgekeerde beweging. Het raster wordt niet aangebracht op het werk maar het werk op het raster dat mee essentieel onderdeel is van dat werk.
De wand met een reeks van 15 werken is bijzonder indrukwekkend. Ze geven immers een boeiend relaas van de démarches van de kunstenaar en vormen op zich ook al een raster. Toen ik die werken zag moest ik spontaan aan Mondriaan denken, wat later blijkt bij een gesprek met de kunstenaar dat hij bijzonder geïmpressioneerd was door de Mondriaan-retrospectieve in New York. Opvallend is ook een 'doek' met gaatjespatroon, het gaat eigenlijk om een paneel in geperforeerd, geperst karton. Hier is het raster reeds gegeven en streng geometrisch. Het lijkt mij een zoektocht naar de overmeestering van de ruimte, een bezwerend gebaar. Het betekenen van de ruimte, letterlijk en figuurlijk.
Een van de doeken is ogenschijnlijk zonder enig raster, het toont een warm roodbruin vlak, het is een doek waarin je je kan verliezen zoals in die sculpturen van Anish Kapoor, het is een doek dat je verzwelgt. Andere werken leggen meer de nadruk op de oppervlakte en op de drager zelf.
De meest recente werken zijn gemaakt voor de tentoonstellingsruimte, ze waren oorspronkelijk bedoeld om rechtstreeks op de muur te worden aangebracht maar er was hier enig verzet van de handwerklui van het centrum die het niet zagen zitten om de muur nadien opnieuw te moeten herschilderen. Er is nu op grote bladen tekenpapier gewerkt, waarop kleurenvlakken zijn aangebracht, netjes binnen het raster maar met enkele uitschieters op de wand. Die uitschieters en de meeste vlakken op het papier zijn aangebracht met verwijderbare tape in felgroen en zwart. Het is op het eerste gezicht verrassend dat Dirk hier van dit soort materiaal gebruik maakt, iets zo onpersoonlijks, zo triviaals als plakband.
Op het tweede gezicht is het dat natuurlijk helemaal niet, het is een middel als een ander om datgene te vertellen dat je te vertellen hebt. "Ik wil het schone beeld overstijgen," zei hij me ooit tijdens een atelierbezoek in 1993. Hij is daar nog steeds mee bezig, wat niet betekent dat de beelden die hij schept, hoe abstract ze ook mogen zijn, niet schoon kunnen zijn.