Het is opvallend vast te stellen dat omzeggens in elk interieur een of ander kunstwerk(je) aanwezig is. Ook de kunstwereld zelf speelt zich hoofdzakelijk binnenkamers af. Kunstenaars exposeren in een galerie, steden herbergen hun kunst in musea. In de stad zelf, langs de straat, op een plein ontmoeten wij zelden een kunstwerk, tenzij een niemand aansprekend 'standbeeld' van een meestal vergeten historisch verdienstelijk man. Nochtans brengt de mens een aardig deel van zijn tijd door op de weg van zijn woning naar het werk en omgekeerd.
En aangezien de behoefte bij de mens bestaat om bewust of onbewust in de aanwezigheid van de kunst te leven, kan men zich de vraag stellen of het niet zinvol zou zijn een samenspel van kunst en omgeving ook dààr zichtbaar te maken waar dagelijks duizenden mensen voorbijkomen. Daarvoor zijn verschillende oplossingen: ofwel kan men het kunstwerk invoegen in de omgeving, ofwel kan men de ervaring van de omgeving opvangen. Hierdoor zou men de visuele vervuiling van eentonige woonmilieus kunnen onderbreken. Allerlei kunstenaars houden zich op uiteenlopende wijze met dit probleem bezig, en maken hiertoe voorstel-projecten. Deze sterven echter te vaak een zachte dood in de talrijke commissies, die op last van allerlei instanties werden in het leven geroepen om over de uitvoering te beslissen.