Na een internationale opleiding, die hij afrondde als kantoordirecteur in het befaamde bureau van Édouard André in Parijs, ontwierp Jules Buyssens een duizendtal projecten in België en in een tiental Europese landen (Frankrijk, Rusland, Zwitserland, Nederland, Luxemburg, Monaco, Polen, Litouwen).
Gedurende meer dan 30 jaar (1904-1937) was hij Inspecteur van de Dienst Plantsoenen van de Stad Brussel (1904-1937). Hij was onder meer verantwoordelijk voor de aanleg van de Heizel voor de Wereldtentoonstelling van 1935. Met de restauratie van de tuinen van de Abdij Ter Kameren in Brussel was hij ook een van de eersten in België die zich bezighield met het erfgoedstatuut van landschapsarchitectuur.
Tenslotte was Buyssens de drijvende kracht achter de beweging en het tijdschrift Le Nouveau Jardin Pittoresque (1913-1940) dat systematisch en op gestructureerde wijze de inspiratie vormde voor vrije natuurlandschappen. Hij ontwikkelde dit "pre-ecologisch" denken via nauwe banden met de plantkundigen van de Universiteit van Brussel, waaronder ook Jean Massart.
Deze tentoonstelling is de perfecte gelegenheid om de te weinig besproken, uiterst belangrijke figuur Jules Buyssens in de schijnwerpers te plaatsen en aan de hand daarvan hedendaagse vragen omtrent landschapsarchitectuur te beantwoorden. Dit alles aan de hand van documenten van uitzonderlijke grafische kwaliteit, waarvan er vele nooit eerder vertoond werden (oude foto's, plannen, tekstmateriaal, voorwerpen).