De interesse voor de iconografie neemt voortdurend toe. Tegenover de vloed van beelden die ons vandaag overspoelt, zoekt het grote publiek naar een betekenis van de beelden die er al waren. Wat vertellen al die schilderijen van oude meesters? Veel museumbezoekers zijn onvoldoende vertrouwd met de Grieks-Romeinse en christelijke beeldtradities. Dat is het uitgangspunt van auteur Patrick De Rynck. In tegenstelling tot de meeste andere publicaties, die vertrekken vanuit mythologische figuren en heiligen of attributen en symbolen, neemt deze gids de lezer mee naar een aantal schilderijen. De selectie, ongeveer 180 werken, vormt een beknopt maar representatief overzicht van vijf eeuwen westerse schilderkunst.
Uit de boeken: De kunst van het kijken
Het boek begint rond 1300, het moment dat in Toscane een ingrijpende revolutie in de schilderkunst plaatsvindt, en eindigt kort na 1800, wanneer steeds meer kunstenaars breken met de tradities. Het boek is dus meer dan een louter iconografische gids, het illustreert op een onderhoudende manier de evolutie van de West-Europese schilderkunst aan de hand van talloze belangrijke schilderijdetails. Zo illustreert het gezicht van de biddende Robert van Anjou op het altaarstuk van Simone Martine (Museo di Capodimonte, Napels) het ontluikend individualisme in de schilderkunst. Bijna alle hoogtepunten uit onze West-Europese schilderkunst komen aan bod: Het Lam Gods, schilderijen van Brueghel, Rubens, de Vlaamse Primitieven ... maar ook minder bekende namen zoals Rosso Fiorentino, Corregio, Bartholomeus Breenbergh.
Elk schilderij krijgt twee bladzijden en is volledig afgebeeld. De auteur beschrijft het werk in een tiental lijnen en haalt er nadien drie à vier details uit. Bij de Volkstelling te Bethlehem van Pieter Bruegel, uit onze eigenste Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van Brussel, is dit bijvoorbeeld Jozef en de hoogzwangere Maria. Dit verhaal werd uitgeschreven door de Romeinse keizer Augustus en staat te lezen bij de evangelist Lucas. Een ander detail is het betalen van de belasting. Dit speelt zich af in een herberg waarvan de groene krans en de kruik die aan de gevel hangen getuigen. Zelfs over het winterseizoen weet de auteur iets te vertellen. De winter van 1564/65, een jaar vóór dit paneel werd geschilderd, zou zeer streng geweest zijn en de schilder misschien hebben geïnspireerd. Tot slot haalt de schrijver er ook nog wat interpretaties van anderen bij. Een huis in aanbouw met daarachter vervallen gebouwen die op verdedigingswerken lijken, hebben sommigen ertoe verleid de ruïnes te interpreteren als een symbool voor het heidendom dat plaats moest maken voor de Mensenzoon en het Nieuwe Verbond.
Achteraan in het boek is er een uitgebreide index waarmee men snel objecten en personen kan terugvinden. De beeldencombinatie van details en het hele schilderij maakt er een aangenaam kijkboek van dat doet verlangen naar meer en vooral grotere afbeeldingen. Misschien had het boek in een maatje groter kunnen uitgegeven worden, maar verder is het fraai, hedendaags en bescheiden vormgegeven.
Het ICC en de actuele kunst
In het themanummer Schilderkunst in Vlaanderen na 1980 (OKV 2005.4) beschrijft Johan Pas hoe tegen het einde van de jaren 1970 progressieve kunstpraktijken, zoals conceptkunst, een identiteitscrisis doormaken en de schilderkunst haar kans grijpt. In het begin van de jaren tachtig proberen diverse landen en regio's hun versie van het nieuwe expressieve schilderen op de markt te brengen. In Vlaanderen gebeurt dat voor het eerst met de tentoonstelling Picturaal I in het Antwerpse ICC. Ook voordien en later zou het Internationaal Cultureel Centrum een betekenisvolle rol spelen.
Van 1970 tot 1990 gehuisvest in het voormalige Koninklijk Paleis op de Antwerpse Meir; organiseerde het ICC honderden tentoonstellingen, en dat in een periode waarin musea voor hedendaagse kunst in ons land nog een utopie leken. In de historische setting van het paleis speelde de pronkerige 'spiegelzaal' een centrale rol. Ze vormde het decor voor talrijke installaties, performances en verhitte debatten over de nieuwste kunst.
In Beeldenstorm in een spiegelzaal vertelt Johan Pas het verhaal van het ICC en geeft het instituut een gefundeerde plaats in de ruimere context van de naoorlogse kunst in België. Het boek bevat ook een beeldverhaal met unieke, nooit eerder gepubliceerde documenten en het eerste volledige overzicht van alle tentoonstellingen die in het ICC plaatsvonden.
Uit de boeken
- De kunst van het kijken. Iconografie van de Europese schilderkunst (14de-18de eeuw)
Patrick De Rynck
LUDION, 384 blz, 500 illustraties, 17 X 24 cm, Integraalband, ISBN 90-5544-524-X, € 29,90
- Beeldenstorm in een spiegelzaal. Het ICC en de actuele kunst, 1970-1990
Johan Pas
Lannoo campus, 400 blz,paperback, ISBN90-209-6245-0, € 29,95