Wil een museum vol stadsgeschiedenis een jonger publiek aantrekken, dan dient het eveneens in het heden te stappen. Ook Het Stadsmus in Hasselt weet dit maar al te goed. Na de opgemerkte tentoonstelling Bacongo over Limburgers in Congo en Congolezen in Limburg, kwam illustrator Stef Vanstiphout voorbij. Die is nog maar net de deur uit of zijn jongere collega Brecht Evens staat al te trappelen.
We kunnen eender waarheen - Brecht Evens keert terug naar Hasselt
Buiten de striplijntjes kleuren
In samenwerking met Villa Verbeelding presenteert Het Stadsmus de eerste Belgische solotentoonstelling van de internationaal gegeerde Vlaamse illustrator. Brecht Evens keert hier even terug naar zijn geboortestad Hasselt waar hij in 1986 de wereld betreedt. Na zijn studies illustratie aan de Luca Hogeschool Gent ontpopt hij zich tot een veelzijdig tekenaar. Met zijn debuutstrip Boodschap uit de Ruimte (2005) valt hij al meteen in de prijzen. Het is echter het stripalbum Ergens waar je niet wil zijn (2009), meermaals gelauwerd en vertaald, dat hem lanceert als vernieuwend stripauteur. Hier kleurt hij met gemak buiten de geijkte Vlaamse striplijntjes. In de graphic novel springt hij vrij om met de bladspiegel waarin de kleurige aquareltekeningen ongedwongen vervloeien. Meteen is duidelijk dat de tekenaar wel houdt van kleurige drukte. De Prix Spécial du Jury op het gerenommeerde stripfestival van Angoulême 2019 bekroont zijn talent van Europees niveau.
Naast beeldverhalen woekert Brecht met zijn verteldrift in tijdschriftillustraties, vrije grafiek, schilderijen en animatiefilms. Vanuit Parijs verovert hij op zijn sloffen de wereld. In Galerie Martel te Parijs verkeert hij in goed internationaal gezelschap, omringd door illustrators die soepel van illustratie naar strip kuieren. Het merendeel leunt artistiek meer aan bij de hedendaagse schilderkunst en grafiek dan bij de klassieke strip. Zij lappen zonder enige aarzeling de conventionele codes en verwachtingen aan hun laars. En overschrijden, samen met Brecht, de benauwende landsgrenzen van de wijde illustratiewereld.
Rustig in de woelige kleurenwereld
De tentoonstellingen in Hasselt gaan dan ook voluit voor de veelzijdige Brecht Evens. Villa Verbeelding stelt haar eigen selectie samen en geeft de pen aan stripkenner Toon Horsten. Het Stadsmus doet terecht een beroep op Evens’ Belgische uitgever Johan Stuyck (1958). Vanuit zijn opleiding als grafisch vormgever komt hij in aanraking met de boekenwereld waar het vertellen van verhalen centraal staat. Als coördinator van de opleiding Beeldverhaal en Graphic Storytelling aan de LUCA School of Arts Brussel staat hij midden jonge storytellers. Docenten en studenten verliezen zich niet langer in virtuoze tekenacrobatie, maar gaan meteen voor het verhaal. Niet zelden zijn het alledaagse situaties die met een eigenzinnige bril bekeken worden. Ofwel gaat men onvervaard voor de bevreemding. Johan Stuyck richt in 2000 de vooruitstrevende stripuitgeverij Oogachtend op, waar hij nog steeds als uitgever, redacteur en auteur actief is. Hier publiceert Brecht Evens zijn Nederlandstalige stripverhalen.
In beide Hasseltse locaties staat het kijkplezier voorop. De welluidende teksten van curator Johan Stuyck zetten aan tot aandachtig genieten. Eerder dan zich te verliezen in biografische uitweidingen en stilistische bespiegelingen kiest hij voor thema’s in het oeuvre van Brecht Evens. Stuyck distilleert uit de grafische chaos de woekerende natuur, de stemmige nacht en het bruisende stadsleven. Het tekenwerk hangt zonder veel poespas in eenvoudige houten lijsten aan de wanden. Om rustig in de woelige kleurenwereld van Evens te duiken, is de opstelling bewust sober gehouden. Geen overdonderende decors noch blitse belichting. De huiselijke intimiteit van de voormalige woningen komt de beleving enkel maar ten goede. Een even simpele als geslaagde ingreep is het schilderen van de muren van (slechts) enkele kamers in één toepasselijke kleur. De zwarte wanden in een museale kamer versterken het mysterie van een nachtelijke stad. In Villa Verbeelding laat een warm rood het bruisende stadsleven vibreren.
Net door deze sobere presentatie kan de aandachtige toeschouwer zich langzaam verliezen in de overvolle tekeningen. Gelukkig hangt er niet al te veel aan de wanden. Maar met twee locaties biedt de dubbelexpo meer dan voldoende beeldige plaatjes. Op tijd en stond kadert een literair bevlogen tekst de materie. Kleine illustraties wisselen af met grote kijkplaten waar je je moeiteloos in verdiept. Curator Stuyck zet de bezoeker aan tot rustig verdwalen. Een precieuze kunsthistorische analyse is hier niet aan de orde. Enkel via deze sluipweg is het mogelijk in het horror vacui van Brecht Evens binnen te dringen.
In Het Stadsmus kuier je als bezoeker rustig van het gelijkvloers naar de eerste verdieping. Twee maal ontmoet je Brecht Evens die via een televisiescherm zijn werk toelicht, tien jaar terug in Brussel en nu in Parijs. De laatste keer zit je aan een bistrotafeltje in een kil witte kamer. Een likje verf had hier en elders wonderen gedaan.
Verdwalen als enige uitweg
Brecht Evens: “Anonimiteit vind ik ook wel heel prettig.” Met de raadselachtige titel We kunnen eender waarheen wijst Stuyck subtiel naar de gelaagdheid van de rasverteller Evens. Het gaat hem om verhalen vol verwachting waar geometrische doolhoven eender waarheen kunnen leiden. Op het eerste zicht lijkt de tekenaar louter grafisch plezier te scheppen in het verbeelden van tot de rand gevulde plaatjes. Met deze amusante anekdotiek toont Evens zich een waardig voortzetter van de illustratie van Ever Meulen en Tom Schamp. Het gaat evenwel om meer dan dat. Mensen lopen te hoop in straten, discotheken, feestjes. Even lijkt het uitzichtloos, net als het alledaagse gebabbel over schoenmaten en drankjes. Onder dat doordeweekse gekwetter schuilt steedse eenzaamheid in alle drukte. Grauw somber wordt het nooit bij Evens. Met een minzaam mededogen blikt hij – net als Pieter Bruegel zovele eeuwen geleden – naar die wriemelende drukdoende mensenmassa. Schamper cynisme is hem vreemd. Hij verleidt ons via een monkelend glimlachje tot verrassende zelfherkenning, zonder eenmaal belerend te worden.
Mocht het grootsteedse doolhof wat te beklemmend zijn, dan inviteert Brecht ons in een alomvattende natuur. Verdwalen is ook hier de enige uitweg. Zijn luchtige aquarellen tintelen van frisse kleurtjes en talloze details die zich vervlechten tot een grafisch wandtapijt. Vanop enige afstand verglijdt de natuur naar een vrolijke abstracte mozaïek, geschakeerd maar nooit versplinterd.
Langzaam lezen
Brecht Evens: “Het startschot is wanneer ik voel dat er een persoon is waarvan ik zelf benieuwd ben wat ermee gaat gebeuren.” In de tentoonstelling in Villa Verbeelding komen de personages, de stad en de wervelende beweging goed uit de verf. Aan de hand van een weloverwogen selectie doen de talloze en veelzijdige mensjes hun ding. Nu eens rustig tafelend, dan weer heen en weer hossend. Geïnspireerd door de metropool Parijs kijkt Brecht Evens naar allerlei slag, van grappige meisjes tot mistroostige jongens. Rijk en arm, jong en oud, dik en dun. Bijzonder is wel dat de interne evolutie van de personages ook grafisch zichtbaar wordt in de loop van het verhaal. Steeds zorgt de kleur voor een leidraad in deze vloeiende samenleving van karakters. Ondanks de gedaantewissel blijft eenzelfde herkenbare kleur immers aan het figuurtje kleven.
Het thema beweging toont voortreffelijk hoe Evens de geijkte paden van het klassieke stripverhaal speels vermijdt. Iedereen en alles beweegt vrij over de pagina’s heen. Regelmatig contrasteert de illustrator een rijk gevulde kleurige pagina met een rustige. Doch zelden is er een moment van rust gegund aan de personages en de lezer.
Tot slot nodigt de curator ons geheel terecht uit tot het aandachtig en langzaam lezen van de intrigerende stripverhalen van Brecht Evens. De exposities in Hasselt vormen dan ook een uiterst geschikte verleiding tot dit leesgenot.
Tentoonstelling
Brecht Evens. We kunnen eender waarheen — Nog t.e.m. 16 oktober 2021 in het Stadsmus