De Gilliotfabriek sloot in 1978 de deuren. Tien jaar later opende het toenmalige Roelantsmuseum haar deuren op de huidige locatie in de Sint-Bernardusabdij. In twee zalen liet men tegelpanelen – waaronder meerdere topstukken – en ander materiaal zien dat gered was uit de fabrieksgebouwen. De nadruk lag toen vooral op de ontwerper van de fabriek met de meeste faam: Joseph Roelants.
Vanaf 2009 verruimde de blik van het museum. Het werd omgedoopt naar Gilliot & Roelants Tegelmuseum. De werking werd verbreed. De voorlopige kroon op dit verbredingswerk was het in beheer krijgen van de Pozzo collectie in 2016 en de opening van een nieuwe vleugel van het museum in 2019.
Historische Collectie
Dit deel van de collectie staat uitgestald in de oorspronkelijke zalen van het museum. De meeste van deze panelen werden gered uit de toonzaal van de fabriek na de sluiting. Het overgrote deel van deze werken is van de hand van Joseph Roelants.
Pozzo Collectie
Roberto Pozzo verzamelde doorheen zijn leven een collectie tegels die ruim 9.000 objecten omvat. Om het behoud ervan te verzekeren en ze voor het grote publiek toegankelijk te maken, schonk hij zijn indrukwekkende collectie op 10 oktober 2016 aan de Koning Boudewijnstichting, die ze zelf op 23 november 2016 in beheer gaf aan het Gilliot & Roelants Tegelmuseum in Hemiksem, het enige gespecialiseerde tegelmuseum in België. Iets meer dan 3.000 tegels – nagenoeg één derde van de collectie – werd ooit vervaardigd in de ateliers van Gilliot & Cie, wat Hemiksem een logische plaats maakt voor het onderbrengen van de collectie.