Toen antropologe Kathleen Boel op zoek ging naar een nieuwe voordeur voor haar huis, botste ze op een onderbelicht fenomeen: Belgische deurgrepen in keramiek of email, vaak gemaakt door gerenommeerde kunstenaars.

Keramiek die deuren opent

Dat opent deuren, zo heet de rondreizende tentoonstelling die momenteel in het Gilliot & Roelants Tegelmuseum in Hemiksem te zien is. De expo is het resultaat van vier jaar onderzoek door Kathleen Boel, die in die tijd duizenden keramieken deurgrepen fotografeerde en nog eens een paar honderd deurgrepen in haar bezit heeft. Sommige van die deurgrepen redde ze uit afvalcontainers tijdens bouwwerkzaamheden, andere exemplaren kreeg ze cadeau of kocht ze op rommelmarkten.

Toen Kathleen Boel in 2021 haar huis verbouwde en op zoek was naar een nieuwe voordeur, ontdekte ze een bijzondere deurgreep in haar straat. Die deurgrepen vielen haar plots overal op. Benieuwd speurde ze naar de herkomst, maar noch erfgoedcellen noch heemkringen konden haar verder helpen. Tot ze bij het Vlaams Architectuurinstituut (VAI) terechtkwam. In de archieven vond ze een link tussen kunst en architectuur. Gestimuleerd door opleidingen bij Bauhaus in Duitsland of op Ter Kameren in Brussel, gingen architecten en kunstenaars halfweg de vorige eeuw steeds vaker samenwerken. Een van  de resultaten was het integreren van deurgrepen in keramiek. De eerste dergelijke deurgreep dateert uit 1954.

Keramiek die deuren opent

Achiel Pauwels

Antropologisch onderzoek

Op een kleine studie door Mario Baeck, Johan Valcke en Gerbrich Reynaert na, vond Boel maar weinig informatie. Daarom begon ze zelf aan een antropologisch onderzoek. Via diepte-interviews met bewoners, experten, architecten en keramisten bracht ze de geschiedenis van de deurgrepen in kaart. Zo kon ze een dertigtal Belgische en enkele internationale kunstenaars traceren die zo’n deurgrepen hebben gemaakt. Sommigen kon ze nog interviewen, zoals Achiel Pauwels, die ze samen met zijn dochter Marieke bezocht, ook een keramiekkunstenaar.

Het bleek hier niet om zomaar wat hobbyisten te gaan. Enkele van de belangrijkste keramiekkunstenaars uit de vorige eeuw maakten deurgrepen. Naast Achiel Pauwels vond Boel namen als Rogier Vandeweghe, Noël Randaxhe en Oswald Tieberghien. Ook heel wat vrouwelijke kunstenaars ontwierpen deurgrepen, zoals Elisabeth Vandeweghe, een nicht van Rogier, Myranna Pyck, de echtgenote van Rogier, en Gertje Vaes, die een keramiekatelier in Bree had.

Keramiek die deuren opent

“In de jaren vijftig en zestig werd er door de kunstenaars niet veel ruchtbaarheid gegeven aan het feit dat ze deurgrepen maakten. Vaak deden ze het om wat geld te verdienen. Kunstenaar Oswald Tieberghien maakte van de productie van deurgrepen een halftijdse functie. Dankzij een goede vertegenwoordiger kan je zijn deurgrepen nog terugvinden in Oostende, Luik, Charleroi en Hasselt, maar ook in Luxemburg en Duitsland”, vertelt Kathleen Boel.

Om de link tussen hun artistieke werk en de deurgrepen aan te tonen, heeft Boel voor haar reizende expo enkele kunstwerken van de erven van Oswald Tieberghien en Rogier Vandeweghe in bruikleen gekregen. Daarin is duidelijk te zien hoe de deurgrepen en kunstwerken verwant zijn. Vaak komen dezelfde heldere kleuren terug, koperrood, oranje, geel en diepblauw. Tieberghien verwerkte bijvoorbeeld vaak dezelfde motieven in zowel zijn kunstkeramiek als in de deurgrepen. Hij werd geïnspireerd door de natuur en bloemen en planten zijn terugkerende thema’s.

Keramiek die deuren opent

Typisch Belgisch

De deurgrepen zijn een typisch Belgisch fenomeen, ontdekte Boel. “Zodra je de grens oversteekt, of je nu in Menen of Lanaken bent, verdwijnen de deurgrepen bijna helemaal. Er zijn enkele verklaringen voor het Belgische succes. Allereerst was hier de kennis aanwezig om te werken met keramiek in de architectuur. Denk bijvoorbeeld aan de art nouveau of art deco tegelfriezen. Die werden geproduceerd door bedrijven als Boch Frères uit La Louvière of Gilliot & Cie uit Hemiksem. Daarnaast had je de wet-De Taeye uit 1948. Dankzij die wet konden Belgen een goedkope lening afsluiten voor de bouw van een eigen woning. Veel van die woningen leken erg op elkaar, zeker met de aluminium deuren die in de jaren zestig erg populair waren. Om een unieke toets aan hun woning te geven, kozen Belgen voor een opvallende deurgreep.”

De gewoonte om een originele deurgreep aan de voordeur te bevestigen kreeg een extra impuls dankzij Expo 58, de wereldtentoonstelling in Brussel waar veel kunstenaars en keramisten hun werk toonden. De expo lokte veertig miljoen toeschouwers. Tachtig procent van de Belgische bevolking trok naar Brussel om kennis te maken met de nieuwste trends, ook op vlak van kunst en architectuur. Veel Belgen wilden graag een kunstwerk voor hun woning. Zo groeide de deurgreep uit tot een betaalbaar stukje kunst dat aan de voordeur van veel Belgen terechtkwam.

Keramiek die deuren opent

Expo 'Dat opent deuren'

Concurrentie van de leeuwenkop

De expo van Boel plaatst enkele keramiekateliers in de kijker, zoals Perignem uit Beernem en Amphora uit Sint-Andries Brugge. Perignem was het atelier van de broers Rogier en Laurent Vandeweghe, Amphora het atelier dat Rogier later met zijn meewerkende echtgenote Myranna Pyck begon. Het echtpaar maakte van elke deurgreep een klein kunstwerk. Ze zijn vaak herkenbaar door het typische Amphorarood glazuur.  Andere kunstenaars legden zich toe op ontwerpen voor bijvoorbeeld apothekers of bloemenzaken.

Vanaf de jaren tachtig raakte de keramische deurgreep wat in onbruik. Veel Belgen kozen voor een minimalistische of landelijke bouwstijl. De deurgreep werd vervangen door eenvoudigere ontwerpen uit inox, of door de metalen leeuwenkop. Niet alleen de gewijzigde smaak speelde een rol. De productie van keramiek is relatief duur, het was oliecrisis en er kwam concurrentie van goedkopere keramiek uit Italië. Veel ateliers sloten noodgedwongen de deuren en in 1992 werd de laatste deurgreep in keramiek geproduceerd.

Keramiek opent deuren

Myranna Pyck

De typische aluminium deuren voldoen niet meer aan de hedendaagse isolatie- en veiligheidsnormen, waardoor bij renovaties van oude woningen veel deurgrepen samen met de deur op de vuilnisbelt verdwijnen. Boel slaagde er in om tientallen deurgrepen te redden en bewoners te overhalen hun deurgreep te behouden, ook na de renovatie van hun woning.

Aangeraakt erfgoed

De uitgebreide verzameling foto’s die Boel verzamelde, zijn als een online tentoonstelling te zien op het instagramaccount ceramic_door_handles_belgium. De mooiste exemplaren zijn in het echt te zien in de reizende expo die ze dankzij de financiële steun van de gemeente Herentals heeft samengesteld, en die tot juni dit jaar in Hemiksem te zien is. Haar project kreeg eind vorig jaar de erfgoedprijs van de provincie Antwerpen. “Ik hoop dat ik dankzij die prijs een mooi geïllustreerd boek kan maken over de deurgrepen. Het blijft een van de meest aangeraakte en misschien wel het meest verspreide stukje erfgoed van ons land”, zegt Boel.

Keramiek die deuren opent

“Ik ben enorm trots dat ik de afgelopen jaren zo’n boeiend onderzoek heb kunnen verrichten naar iets wat schijnbaar zo klein en functioneel is, maar uiteindelijk toch van grote waarde blijkt voor onze Belgische architectuur- en keramiekgeschiedenis”, vervolgt ze. “Ik blijf verder zoeken, hopelijk tot ik alle keramisten heb kunnen terugvinden.” Wat ze alleszins al mooi vindt, is dat dankzij de erfgoedprijs de (vrouwelijke) kunstenaars de erkenning krijgen die ze vroeger minder kregen. En de hernieuwde aandacht voor keramiek kan wellicht ook de deurgreep weer extra belangstelling bezorgen.