Op 4 augustus 1942 vertrok vanuit de Mechelse Dossinkazerne het eerste konvooi gedeporteerden. Nog 27 andere konvooien zouden volgen… Nu bevindt zich hier het Joods museum van deportatie en verzet.
'Wat ons niet gelukt is, zal door anderen volbracht worden'
Als je vandaag het binnenplein van de Dossinkazerne oploopt, doet alles een beetje onwezenlijk aan. Van hieruit vertrokken tussen augustus 1942 en juli 1944 welgeteld 25.257 joodse mensen, waaronder 3000 kinderen, naar de uitroeiingskampen, voornamelijk naar Auschwitz. Ook 351 zigeuners vertrokken hier naar de dood. Vandaag ziet alles er hier vredig uit en is het grootste deel van de kazerne een groot woonerf geworden. Op een deel na. Een deel dat bewaard is om te getuigen. Om een verhaal te vertellen dat niet mag worden vergeten. Een actueel verhaal.
Slechts een tussenzone
Het museum toont ons vooral de geschiedenis van de Belgische joden. Of beter, de in België levende joden . Want de meesten waren inwijkelingen, vaak afkomstig uit Oost-Europa en Duitsland. Het merendeel onder hen was arm . Ze hadden vaak alles achtergelaten, op zoek naar een beter leven.
Aan die droom komt op 10 mei 1940 plots een einde. Ons land wordt bezet en vrijwel meteen worden de Duitse rassenwetten ook hier van kracht. Op twee jaar tijd verliezen de joden elk beetje vrijheid en wordt hun alle rechten ontzegd.
Op basis van de 'verordnung' zich als jood in het jodenregister te laten inschrijven, hebben de nazi's het vrij makkelijk om massaal mensen te arresteren, en naar de Dossinkazerne over te brengen.
Sommigen komen zelfs vrijwillig naar Mechelen, gelovend in de leugen dat ze in Duitsland tewerkgesteld zullen worden. Zodra er genoeg gevangenen zijn, worden ze op transport naar Duitsland gezet. De reis duurt drie dagen en drie nachten. In beestenwagens, met één klein venstertje en een één emmer als toilet. Daarna volgt dan de onbeschrijfelijke gruwel van de kampen.
Neutraal blijven
Het joods museum van deportatie en verzet is chronologisch opgevat. Zo zijn de eerste zalen als algemene inleiding bedoeld . Je leert er de verschillen binnen de joodse bevolking kennen, waarmee meteen enkele vooroordelen de wereld uit zijn. Niet alle joden waren rijk, niet alle joden zien er hetzelfde uit. Gewapend met deze indrukken kan je dan naar de vitrines waar de nazidoctrines worden uitgelegd, doctrines die zich nu net baseren op algemeenheden, kromme redeneringen, verdraaiingen van de realiteit en valse wetenschappelijkheid. De boekverbrandingen, de rassenwetten, het legaliseren van racisme ('tegen decadentie en moreel verval'), de opkomst van deze extreme ideeën in België: het is allemaal heel helder en duidelijk uitgelegd .
Heel neutraal ook. Dat is trouwens één van de hoofddoelstellingen van dit museum: men probeert niet bepaalde denkbeelden kracht bij te zetten maar men getuigt, men vertelt een geschiedenis. De geschiedenis van een volkerenmoord.
Machteloosheid
Als museum blijft men neutraal, als bezoeker zeker niet. Want eens in de zalen waar de razzia's, de pesterijen, het wegvoeren naar Mechelen en de soms beestachtige behandeling in de kazerne aan bod komen, blijf je niet meer rustig observeren en registreren. Dit is zo onrechtvaardig geweest, zo koud en afstandelijk en het systeem zo pervers perfect.
De getuigenissen van de gevangenen zijn ontroerend in hun moedigheid en soms ook in hun naïviteit. De keuze om sommige voorwerpen en teksten naast de foto's van de beulen in kwestie te plaatsen is zeer confronterend. Niet dat je kwaad wordt, neen, je voelt je machteloos in de toenmalige slachtoffers hun plaats. Hoe zwak ben je niet als mens tegenover de systematiek van dit systeem?
Een blik op de sokkel
Via een zaaltje waar op eenvoudige maar overzichtelijke wijze de konvooien naar Auschwitz nader belicht worden, daal je via een trap af naar de kelder. Deze trap vernauwt naarmate je lager komt en geeft zo een zeker gevoel van beklemming. Een gevoel dat blijft eens je de museumzaal binnentreedt. Hier wordt getoond wat er zich in de kampen afspeelde, en zoiets laat zich niet beschrijven. Grote foto's laten zien waartoe een racistisch systeem in staat is. Midden in de zaal staat, op een sokkel, een blik Zyklon B.
Misschien wel de meest aangrijpende zaal is die, waar de kinderen van Auschwitz herdacht worden. Grote foto's met kindergezichtjes, vaak met nog onbezorgde blik, niet wetende welk gruwelijk lot hen wachtte. Geen enkel kind onder de 13 keerde immers terug naar België.
Via deze tot bezinning uitnodigende ruimte, kom je dan via een trap terug op het gelijkvloers, in de filmzaal. Opmerkelijk is een kleine wand, waar artikels over recente anti-joodse acties worden bewaard. De tijden zijn veranderd, sommige slogans blijkbaar niet.
Uniek in Europa
Een belangrijk deel van dit museum beslaat ook het archief. De inhoud is uniek in Europa. Het volledige jodenregister van België bleef bewaard, en wordt hier onderzocht.
Ook de toenmalige lijsten per provincie zijn hier aanwezig. De steekkaarten van de Sicherheitsdienst (SD) kwamen in 1944 per toeval in geallieerde handen en vormen eveneens een waardevolle bron van informatie. Voeg daarbij nog de dubbels van de transportlijsten en je hebt meteen een zeer volledig overzicht van alle mensen die in België op transport gezet zijn.
Steeds meer en meer mensen doen een beroep op deze documentatie. Elke keer wordt er een dossier geopend (in 2002 al zo'n 430 tot hier toe). Het archief is in principe door iedereen te raadplegen, al is men toch een klein beetje voorzichtig geworden. Sensatiezoekers heb je namelijk overal.
' Ik breng deze getuigenis uit eerbied voor al diegenen die in de kampen zijn gestorven, in naam van al diegenen die vandaag niet meer kunnen getuigen. Ik doe het omdat wij, de kampoverlevenden, willen dat wat eens gebeurd is, nooit meer zal gebeuren. ' REGINE BEER
Het belang van een verhaal
Het museum heeft gemiddeld 25 à 30.000 bezoekers per jaar, waarvan zo'n 8o % uit het middelbaar onderwijs. Tijdens mijn bezoek waren er twee groepen en ik kon het niet laten even mee te volgen. Snel werd duidelijk hoe belangrijk het is dat dit verhaal doorverteld wordt. Dàn pas gaan de voorwerpen en de foto's in de vitrines echt leven. Wat verteld werd was het verhaal van iets dat hier maar 60 jaar geleden gebeurd is.
En elders nog steeds gebeurd, steeds weer. Maar de holocaust is en blijft, zoals conservator Ward Adriaens het uitdrukt, een ijkpunt. Alle gruwelen worden hieraan getoetst, afgemeten. Dat maakt de andere volkerenmoorden niet meer of minder belangrijk, integendeel. Het maakt ons op indringende wijze duidelijk dat de mens niet van zijn fouten leert. Als diegenen die dit museum bezoeken dat wel doen, of ertoe bereid zijn, dan is het lijden van zovelen niet voor niets geweest.