Roelandt Savery die het schilderij 'Plundering van het Dorp' uit het Kortrijks museum heeft gemaakt is te Kortrijk in 1574 geboren. Dat kan men lezen onderaan een portret geëtst door de Amsterdamse Geertruy Roghman, naar het origineel van de Utrechtse portretschilder Paulus Moreelse. Algemeen wordt aangenomen dat het schilderij in 1604 is ontstaan, maar de datum onderaan de handtekening op het wafelijzer in de linkerbenedenhoek is nu moeilijk te ontcijferen.
Tot 1604 is weinig over het leven van Savery bekend.
Karel Van Mander, zijn streek en tijdgenoot, die hetzelfde jaar dat het schilderij gemaakt werd het lijvig boek uitgeeft waarin hij over zoveel 'doorluchtige schilders' uitvoerig vertelt, wijdt aan Roelandt terloops een regel. Dan nog om te verklaren dat om een idee te hebben over de kunst van de pas overleden Jacob Savery, men best eens kijkt naar het werk van Roelandt, zijn broer en leerling, die 'in manier van werken en kunstvaardigheid sterk doet denken aan zijn meester'. Die Jacob schilderde naar de trant van Bruegel. Het was dus geen zware fout wanneer U kijkend naar de reproduktie, niet in de eerste plaats aan Savery maar aan Bruegel hebt gedacht. Zoals Jacob Savery schilderde Roelandt toen naar de trant van Bruegel.
Het onderwerp van het schilderij was eigentijds en populair. Sinds Bruegels 'Kindermoord' en 'Volkstelling' werd dergelijk thema meermaals hernomen want het sprak tot het gemoed van wie de bezetting door Alva van de zuidelijke Nederlanden had meegemaakt.
In de 16de eeuw vond men het niet verkeerd maar prijselijk een meester na te volgen en het is niet om de schilder te verkleinen dat Van Mander van een schilder getuigt dat hij aan een meester doet denken.
Onbetwist doet 'Plundering van het Dorp' denken aan Bruegels 'Kindermoord'. Het gebeuren grijpt in beide gevallen plaats in een ondergesneeuwd dorp met aan de linkerkant een huis met puntig dak en aan de overzijde een huis met trapgevel dat frontaal wordt gezien. Ook de bomen zijn nagenoeg gelijk geplaatst en niet alleen door het algemeen opzet met hoge horizonten, maar ook door details kan zonder kwaad vermoeden aan Bruegel worden gedacht.
'Plundering van het Dorp' is een in de traditie gegroeid schilderij dat echter Roelandt Savery's eigen visie laat aflezen. Hij vertelt a.h.w. langzaam en uitvoerig over een plotseling inrukken van soldaten in een dorp. Als uit een verstoord mierennest vluchten tot diep in de blauwe verte, wanhopige burgers. Op het voorplan is de rooftocht reeds gebeurd. Bij de boom links staan een drietal fijne ruiterspaarden uitgespannen. Een paar burgers worden opgeleid en een keffertje blaft nijdig naar een soldenier met snor en vuurvretersgezicht. In het midden hurkt een groepje dat een rode ruiter om erbarming smeekt. Deze zet hooghartig over hun hoofden heen zijn gesprek voort met een gevaarlijk dicht aandravend metgezel. In de rechterbenedenhoek, terwijl twee lallende soldaten bakkeleien, tellen twee anderen buitgemaakt geld en één ervan moffelt geld in zijn broekzak. Maar niet het geld is de grote buit, wel de veestapel. Achter de boom staat een door de soldaten afgespannen huifwagen. De paarden worden naar voren geleid, terwijl onder de kap van de wagen twee mensjes ontdaan toekijken.
Zij hoopten tevergeefs de dans te ontspringen. Een plasje bloed bleekt onder het wagenwiel. Het komt van een pasgekeelde kalkoen waarvan de hals bengelt over de wagenboord. Op het huis achter de huifwagen is de overval zopas met klaroengeschal ingezet. De bewoners zijn opgeschrikt en terwijl een haan in paniek de hoogte infladdert, maakt een kat een bange sprong over het dak. Binnenkijkend door het bovenvenster ziet men dat ook daar reeds de vijand is doorgedrongen. Savery was een fijnschilder die, zoals de primitieven, wat voor het oog niet meer onderscheidbaar was, niettemin secuur vastlegde.