Naar aanleiding van de tentoonstelling Roelandt Savery: Hofschilder in Praag, een samenwerking van de Národní Galerie in Praag en het Broelmuseum in Kortrijk, is een begeleidende catalogus verschenen. Savery (1576-1639) was in zijn tijd een gerespecteerd en gevierd schilder, maar de geschiedenis heeft dat beeld bijgesteld. Vandaag is hij een eerder onbekende, kleine meester uit de zeventiende eeuw. Jan Brueghel de Oude, Frans Snijders of Adriaen Brouwer zijn kunstenaars die net iets bekender zijn, en toch verdient Savery een plaatsje in dat gezelschap. Kortrijk en Praag gingen een mooi partnerschap aan. Savery werd geboren in Kortrijk, maar ontvluchtte al op zijn vierde de stad met zijn ouders. In Praag zou hij net na het begin van de zeventiende eeuw zijn meest prestigieuze aanstelling aan het hof van Rudolf II, keizer van het Heilige Roomse Rijk, krijgen. Zowel Praag als Kortrijk zijn in het bezit van een degelijke verzameling met werken van de man. Evident dus, en gezien zijn status als obscuur meester, noodzakelijk. Men nam 43 werken op in de catalogus. Daar komt telkenmale een beeld bij. Het theoretische gedeelte opent met een goed verzorgde biografie van de kunstenaar. Hypothesen worden zo veel mogelijk in de kast gelaten en men zet de feiten, de familieleden en de woonplaatsen op een rijtje. Savery wordt stap voor stap een bekende.
Roelandt Savery 1576-1639
Wat zijn de minpuntjes van de catalogus? We vragen ons af of het hoofdstuk over de natuurschildering niet wat meer in de diepte kon uitgewerkt worden. En is de vertelling over de dodo, de uitgestorven loopvogel uit Mauritius, een meerwaarde? Men interesseert zich meer voor het aantal dodo’s dat Rudolf bezat en of die nu wel of niet in leven waren toen Savery er verzeild raakte en er enkele schilderijen mee stoffeerde. Aan de dodo en het feit dat Savery de vogel schilderde kan volgens ons een verkwikkender verhaal gewijd worden. Men verkondigt dat Savery de eerste bloemenschilder was. Maar klopt dat wel? Er zijn schoonheidsfoutjes zoals het vermelden van een schilderij met de fauna van de vier bekende en verkende continenten (zonder Oceanië), maar het werk wordt vervolgens niet bij naam genoemd.
We kunnen niet verwachten dat een tentoonstellingscatalogus exhaustief is, en op sommige vragen zal elke onderzoeker het antwoord schuldig blijven. Wat was bijvoorbeeld de invloed van het ontij dat Savery op zo’n jeugdige leeftijd aan den lijve moest ondervinden? Vluchten naar Haarlem omwille van de godsdienstoorlog moet toch sporen in de psyche van de vierjarige Savery nagelaten hebben? Hoe enthousiast was hij toen hij de verzamelingen naturalia en artificialia van Rudolf onder ogen kreeg? De persoonlijke bekommernissen van oude meesters zijn hoogst zelden bekend en dat is jammer.
Dit boekwerk is degelijk en kan als een zeer bruikbare aanzet voor het hernieuwde onderzoek beschouwd worden. Het is ook een goede synthese van het wetenschappelijke werk dat reeds eerder geleverd is. Laten we afwachten welke inzichten bij het samenbrengen van de werken voor de tentoonstelling zullen opborrelen. In elk geval mag nu de focus op Savery niet meer verslappen.
Uit de boeken
Filippe De Potter, Isabelle De Jaegere, Olga Kotkova, Stefan Bartilla, Joaneath Spicer
Roelandt Savery 1576-1639
184 blz. softcover met flappen, ISBN 978-94-6161-005-8, 29,00 euro, Uitgeverij Snoeck