Een bezoek aan de tentoonstelling RE/SISTERS - A Lens on Gender and Ecology in het FOMU is een inspiratiereis. Van rigide breuklijnen naar zachte overgangen tussen genders en tussen gemeenschappen, de vrouwelijke en gender non-conforme kunstenaars schakelen fotografie in als verzet en verbeelding.

re/sisters

Pamela Singh, Chipko Tree Huggers of the Himalayas #74, 1994 

Het kon toeval zijn, maar tijdens de rondleiding bleven we op het einde ei zo na met alleen vrouwen over. Is er te veel werk te zien van louter vrouwen en queer personen? Het is inderdaad een ambitieuze tentoonstelling die twee verdiepingen beslaat, maar dat maakt ze ook tot een buitenkans. Curator Alona Pardo bracht uit de voorbije vijf decennia meer dan veertig vrouwelijke en gender non-conforme activistische fotografen, videasten en performers samen voor galerie Barbican in Londen waar de tentoonstelling eerder te zien was. Queer ecologist Nicole Seymour vertelt in de tentoonstellingscatalogus dat het verzet van vrouwen en minderheden in verhouding staat met het ‘te veel’ van het kolonialisme, het cis-heteropatriarchaat en de klimaatrampen van onze tijd.

Over boomknuffelaars wordt al eens lacherig gedaan, maar daar komt misschien verandering in door het verhaal achter de fotoreeks van Pamela Singh (India) van de Chipko Tree Huggers of the Himalayas. In de jaren zeventig vormden plattelandsvrouwen met succes een levend schild tegen een grootschalige houtkap. Twee decennia later zien we hen terug poseren bij de bomen die vitaal zijn in hun dagelijks werk en leven. De Chipko Tree Huggers groeiden uit tot boegbeeld van het internationale ecologisch feminisme. De term ecofeminisme werd voor het eerst gebruikt door Françoise dEubonne in haar boek Le féminisme ou la mort (1974). Vandaag beleeft een geëvolueerd soort ecofeminisme een revival. Het heet nu intersectioneel ecofeminisme en omschrijft zich als antiracistisch, antikoloniaal, antikapitalistisch en proqueer. Geen gender rechtvaardigheid zonder sociale en klimaatrechtvaardigheid is vandaag de consensus. De Chipko Tree Huggers lieten zien hoe zowel vrouwen als de natuur door multinationals onderschikt worden gemaakt. En bovenal, dat weerstand van vrouwen werkt.

RE/SISTERS

Judy Chicago, Immolation from Women and Smoke, 1972, Fireworks performance  Performed by Faith Wilding in the California Desert

Gefeminiseerd

Voor de kunstenaar Mónica De Miranda (Angola/Portugal) is het landschap de bewaarplaats van koloniale en ecologische trauma’s. Ze borduurde letterlijk verder op de sporen van het kolonialisme. Met haar project Salt Island (2022) brengt ze hulde aan de tot slaaf gemaakte mensen van Afrikaanse origine die arbeid verrichten aan de oevers van de Sado-rivier in Portugal. Het is fascinerend borduursel op foto’s van het rivierlandschap. Er spreekt (na)zorg uit.

Volgens de filosoof Susan Griffin (1943) is het de ‘gefeminiseerde status’ van vrouwen die de onderdrukking door een mannelijk gedomineerde elite heeft gerechtvaardigd. Dat gold evenzeer voor andere gefeminiseerden, zoals mensen van kleur, tot slaaf gemaakten, boeren, dieren, maar ook de natuur, het lichaam, seksualiteit en emoties. In de tentoonstellingscatalogus lees je nog meer boeiende essays. Over de spanning van witte vrouwen en witte privileges tegenover inheemse, of over de fotografie zelf die bestemd was voor mannen en die ingezet werd als middel tot expansie.

re/sisters

Simryn Gill - Eyes and Storm

Zonder woorden

Een van de blikvangers op de expo zijn de krantenpagina’s waarin alleen de foto’s, oranje van toxiciteit, overgebleven zijn. De kunstenaar is Mabe Behonônico (Brazilië) die met Speaking of Mud (2019) verslag uitbrengt van de milieurampen veroorzaakt door de dambreuken in Brazilië. Die dammen, waarachter toxische residuen van mijnbouw zijn opgestapeld, liggen vlakbij lokale gemeenschappen. Het hoofdkantoor van de onderneming bevindt zich ver weg in Zwitserland. De tekst is uit de kranten weggeknipt. Daar zou alleen maar de verantwoording instaan om zulke grote risico’s te nemen.

Dat de aarde wat te verduren krijgt, tonen de fotoreeksen van Simryn Gill (Maleisië) uit 2012-2014. Het lijken wel foto’s van installaties, maar van dichtbij tonen ze de massale hoeveelheid flarden plastic en textiel die achterblijven aan de wortels van de mangrovebomen in Port Dickson, waar de kunstenaar opgroeide. Gill combineert deze beelden met luchtfoto’s van open mijnen. Door van geringe hoogte te fotograferen laat ze de texturen zien van een landschap dat open wonden vertoont. Zo geeft ze de aarde haar lichamelijkheid terug. In tegenstelling tot de male gaze die vanop een grotere afstand kijkt en die daardoor levende organismen tot grondstoffen reduceert.

Re/sisters

Maggie Murray, Greenham Common Women's Peace Camp - Embrace the Base action 12/12/1982, 1982 

Handen

In het FOMU is te zien hoe bevoorrecht het vrouwelijk foto-agentschap Format Photographers (VK) was om het Greenham Common Womans Peace Camp te mogen documenteren. Deze protestbeweging die van 1981 tot 2000 heeft bestaan, voerde actie tegen de opslag van kernraketten op de luchtmachtbasis Greenham Common in Berkshire. De vrouwen kookten en sliepen er, waardoor deze acties politiek werden. Ze weefden webben in de afsluitingen om onze onderlinge verbondenheid te visualiseren. Met een 30.000 vrouwen tellende menselijke ketting rond de basis brachten ze de slogan tot leven:  Arms are for linking. Het kamp werd ‘alleen vrouwen’ verklaard, omdat de deelnemers vonden dat het militarisme en het patriarchiaat verbonden zijn. Het zijn echo’s van Virginia Woolf: ‘As a woman I have no country. As a woman my country is the whole world.’

Aan de andere kant van de oceaan trok de kunstenaar Helène Aylon (VS) naar militaire kernbasissen met een Earth Ambulance en een karavaan van (inheemse) vrouwen en kunstenaars. Daar schepte ze aarde in zakken. Het is een verwijzing naar eerder werk van haar over hoe we migrantenvrouwen op foto’s meestal voorgesteld zien. In de ene hand een zak met hun bezittingen en in de andere een kind. Aylon toont met deze symboliek dat de aarde ons dierbare bezit is die in veiligheid moet gebracht worden.

Dat zorgende zie je ook terug in projecten zoals het Touch Sanitation Project (1979-1980) van Mierle Laderman Ukeles (VS). Op de foto’s zie je de kunstenaar de hand schudden met vuilnismannen tijdens de uitoefening van hun job. Ze ontmoette de 8500 vuilnismannen van de 59 schoonmaakdistricten van New York. Door foto na foto te bekijken, merk je hoeveel emotie er in een simpel gebaar zit. Ukeles ziet gelijkenissen tussen gender- en klassendiscriminatie. Deze publieke vuilnisophalers zijn net zo onzichtbaar als de private schoonmaakhulp waar meestal vrouwen aan het werk zijn.

re/sisters

Xaviera Simmons, Red (Number One), 2016, Courtesy of the artist and David Castillo Gallery, Miami  

Geen protagonisten

Waar eindigen de ledematen van Ana Mendieta (Cuba) en beginnen de takken of wortels van bomen? Door hun eigen lichaam in te zetten, stellen performance kunstenaars als Mendieta de grenzen tussen de menselijke en niet-menselijke wereld in vraag. Het zijn vluchtige interventies, in tegenstelling tot vaak monumentale land art ingrepen van mannelijke tijdgenoten. Mendieta noemt dit ‘trying to find a place in the earth’. Voor haar rituele foto-performances in de jaren zeventig en tachtig gebruikte ze haar lichaam en elementaire materie als bloed, vuur, aarde en water. Voor het werk Árbol de la vida (1976) gaat ze op in de schors van een boom, met opgeheven armen als takken.

Op de zwart-witreeks Nature Self-Portrait series (1996) moet je wat zoeken naar de performer Laura Aguilar (VS). Daarna blijf je kijken. Haar naakte lichaam en de rotsen hebben haast dezelfde materialiteit. Een plooi in haar lichaam loopt verder door in het landschap. Volgens performance expert Laura Levin bekritiseert camouflage de hiërarchie tussen figuur en aarde, waarbij de mens de protagonist zou zijn en de aarde louter als achtergronddecor dient. Aguilar toont zich in het gekoloniseerde woestijnlandschap van New Mexico. Ze doet dat met een lichaam dat meermaals gemarginaliseerd is: als latina, als lesbische vrouw en als vrouw met een groot lichaam.

re/sisters

Fina Miralles, Relacions. Relació del cos amb elements naturals. El cos cobert de palla [Documentació de l'acció realitzada el gener de 1975 a Sabadell, Espanya] / Relationship: The Body’s Relationship with Natural Elements. The Body Covered with Straw, 1975, Courtesy of MACBA, Museu d’Art Contemporani de Barcelona.

Fluïditeit

In The Body Covered in Straw (1975) zie je de kunstenaar Fina Miralles (Spanje) foto na foto in stro veranderen. Het wordt gaandeweg een figuur zonder genderidentiteit. Door zich met de omgeving te vermengen, weigeren deze kunstenaars gemakkelijk leesbaar of categoriseerbaar te zijn.

Bij enkele films op de expo kan je in decors neerzijgen voor een grotere totaalbeleving. De titel van de onderwaterfilm Ziggy and the Starfish (2018) is ontleend aan de androgyne figuur Ziggy Stardust die David Bowie belichaamde. In de door de klimaatopwarming bedreigde hydrosfeer volgen we de stunts van weekdieren die van geslacht kunnen veranderen. De film viert het fluïde van de seksualiteit. De filmmaker Anne Duk Hee Jordan (Zuid-Korea/Duitsland) herinnert ons aan de diepe verstrengeling met onze mede-aardbewoners. Het werk pleit tegen rigide binaire opdelingen en voor een meervoud dat veel verleidelijker is.