Op de vooravond van 11 juli 2003 werd te Kaprijke in Oost-Vlaanderen onder grote belangstelling een bijzonder beeld ingehuldigd.
Philip Aguirre y Otegui: een beeld voor Vlaanderen
Auteur van de Vlaamse Leeuw
Inhuldigen van beelden gebeurt wel meer in de Vlaamse dorpen en steden waar nogal wat brons de pleinen en straten moet opfleuren, overigens niet altijd met een goed resultaat. Vele gemeentebesturen willen de een of andere lokale beroemdheid dan met een opdracht plezieren en komen zo tot de meest banale sculpturen, die de folklore amper overstijgen. Hier wil ik het dus even hebben over kunst in de openbare ruimte. In Kaprijke wilde men een beeld om Hippoliet Van Peene (1811-1864) te herdenken. Van Peene werd geboren te Kaprijke en was auteur van de Vlaamse Leeuw, die door Karel Miry werd getoonzet.
Dat werd daar in 2002 herdacht met een tentoonstelling in het mooie stadhuis. Van uit zowel het gemeentebestuur als vanuit een serviceclub wou men een blijvend memoriaal. Er werd beroep gedaan op de provinciale commissie voor beeldende kunst om enig advies te verstrekken. Een verstandige daad!
Man met megafoon
Vooreerst werd gesteld dat er in de eerste plaats een goed beeld moest komen, het herdenkingsaspect werd ondergeschikt aan de kwaliteit. Uiteindelijk werd een open wedstrijd uitgeschreven maar werden ook een aantal kunstenaars expliciet uitgenodigd om ontwerpen in te zenden. Uit de inzendingen werd door een onafhankelijke jury een vijftal ontwerpen gekozen. De uitverkoren kunstenaars kregen de opdracht om een maquette te maken van hun ontwerp en konden hiervoor rekenen op een vergoeding. De maquettes kunnen gezien worden als zelfstandige kunstwerken en blijven eigendom van de gemeente. Ze werden aan het publiek getoond in de tentoonstelling van 2002.
De jury had inmiddels haar keuze gemaakt. Met unanimiteit werd het werk 'Man met megafoon' verkozen. Het is een heel herkenbaar beeld maar met een grote plastische kwaliteit. Het stelt een man voor die iets verkondigt, die een overtuiging uitdraagt. Het is een man van het volk, een man met een stofjas zoals destijds de figuren die het woord voerden in het dorp: de koster, de schoolmeester, de duivenmelker ... Het beeld verliest zich niet in nodeloze details en anekdotiek zoals dat nogal dikwijls het geval is bij de uitvergrote 'postuurkes' die de openbare ruimte bevolken. Het beeld is van Philip Aguirre y Otegui, een Vlaamse kunstenaar met Baskische roots.
Fascinatie voor Afrika
Aguirre werd in 1961 te Schoten geboren, volgde les aan de Academie van Antwerpen en daarna aan het Hoger Instituut voor Schone Kunsten. Ik heb zijn werk eind de jaren tachtig leren kennen via talrijke groepstentoonstellingen. Het viel mij op door zijn eenvoud en ook zijn complexiteit, zijn herkenbaarheid en ook zijn abstractie. Zijn sculpturen waren als klassieke stillevens terwijl ze dat juist overstegen door de universaliteit van de vormen, vormen die dan weer zeer herkenbaar waren als bijvoorbeeld kalebassen. Soms gebruikte hij diverse recipiënten en zette ze in relatie tot mekaar, zo verwees hij op een plastische manier naar de vormentaal die zich al vele duizenden jaren bij de mens heeft gehandhaafd. Een halve bol is zo'n universeel en tijdloos gebruiksvoorwerp dat zij nog nooit is vervangen, ze heeft oppervlakkige veranderingen ondergaan maar wezenlijk is ze onveranderd gebleven.
Afrika is een wereld die hem fascineert en waar zijn werk veel inspiratie vond en nog steeds vindt. Aguirre is niet zomaar een kunstenaar die speelt met vormen en vormentaal, hij heeft niet alleen esthetische maar ook ethische bekommernissen. In zijn atelier staat er tegen de wand een ontroerende foto, een lichtbak, van een installatie die hij in 1998 in Senegal realiseerde. Een pad gevormd door versleten slippers loopt, over een niet bepaald vruchtbare bodem, richting horizon. 'Exodus' heet het werk. Afrika confronteert je met de mensen en hun manier van leven, met de wereldproblematiek in al zijn scherpte. Aguirre heeft er gewerkt en zich laten inspireren door de lokale manieren van omgaan met materialen, het recycleren dat de Afrikaan als het ware heeft uitgevonden. Zo heeft hij er ook gewerkt met kleurrijke olievaten en heeft hij even die kleurenrijkdom meegenomen tot bij ons. Om dan stilaan te komen tot de menselijke figuur in zijn essentie, in zijn universaliteit.
Voor iedereen
Wie af en toe op de luchthaven te Zaventem komt zal het beeld onder de roltrap wel kennen: 'Man met matras'. Het had geen betere plaats kunnen vinden, telkens weer grijpt het mij naar de keel. Af en toe wordt de matras ook wel gebruikt door een levende mens, iemand die in de transitzone moet overnachten omdat zijn papieren niet in orde zijn bijvoorbeeld ... In de collectie van de Universiteit Antwerpen heeft de 'Waterdrager' een plaats gevonden, een menselijke figuur op ware grootte, op zijn rug een aantal waterflessen dragend.
De beelden van Aguirre zijn van zo'n zuiverheid, ontdaan van elke pose, gelouterd van elke pretentie, dat ze vele mensen kunnen aanspreken. Ik vind dat een grote verdienste. Beelden in de openbare ruimte hebben ook een sociale functie. Ze zijn er voor allen die die ruimte betreden en bewonen en niet alleen voor de professionele kunstkenner. Daarom hou ik van beelden met een gelaagdheid waar vele betekenissen in schuilen of kunnen in gelegd worden, beelden die rijk zijn aan interpretatiemogelijkheden, beelden die veel vertellen en toch nog hun geheim bewaren.
Het beeld in Kaprijke is zo'n beeld: sprekend en mysterieus, zeer herkenbaar en toch vreemd, opvallend aanwezig en toch intravert. Het is een beeld dat er mag zijn, dat de dorpskern van Kaprijke aanzienlijk heeft verrijkt. De initiatiefnemers wezen gelukgewenst omwille van de manier waarop ze zijn tewerk gegaan en ook om hun bereidheid om in voortdurende dialoog met de kunstenaar tot de uiteindelijke realisatie te komen. Dit mag een voorbeeld zijn voor vele openbare besturen.