Deze tekening Automaat 'Alluminaut', die een robot voorstelt en niet gemaakt werd om louter esthetische redenen, is een nauwkeurig ontwerp voor een bepaalde machine. De tekst op de tekening geeft er de technische bijzonderheden van weer. Het gaat om een robot die zich kan bewegen, en zoals wij, mensen, dingen kan leren erkennen. Hij neemt de voorwerpen uit zijn omgeving waar, door het opnemen van hun maten. Panamarenko vertelde mij dat het geen definitief project is. Het is ver van klaar en verandert nog voortdurend terwijl hij eraan werkt. Later zal de robot misschien ook bepaalde handelingen kunnen uitvoeren, maar zover is hij nog niet. Eerst wil Panamarenko dat de robot voorwerpen leert kennen, niet zoals een computer of een radar, maar door een systeem dat hij zelf heeft uitgedacht.
Panamarenko is Antwerpenaar. Hij studeerde een paar jaren aan de Academie voor Schone Kunsten van zijn geboortestad alvorens in 1963-64 zijn eigen weg te gaan. Hij las de naam 'Panamarenko' in een dagblad en werd er zo door gefascineerd dat hij hem als pseudoniem nam. Wat trok hem zo aan in die naam ? Waarschijnlijk het woord 'Panama' dat hem herinnerde aan rijke Amerikaanse zakenlui. Hijzelf liep verschillende jaren rond in een spierwit pak en witte hoed, en gaf zich uit voor 'multimiljonair'. Anderzijds denkt men bij de naam Panamarenko onmiddellijk aan 'Pan American', de grote Amerikaanse luchtvaartmaatschappij die hem, met het beeld van de rijke Amerikaan, terzelfdertijd het beeld van enorme, hypermoderne vliegtuigen voor ogen bracht. En vliegtuigen zijn hetgeen Panamarenko het meest boeit. Sinds jaren tracht hij op zijn eentje een nieuw model te maken dat zal kunnen opstijgen.
Op zijn identiteitskaart staat officieel 'luchtballonvaarder' als zijn beroep vermeld. Vorige zomer was hij klaargekomen met het bouwen van een luchtschip; doch toen hij de ballon liet vullen met gas, riskeerde die te scheuren omdat hij te fragiel was. Het was niet de eerste keer dat zijn pogingen mislukten om met zelfvervaardigde tuigen te vliegen. In 1969-70 maakte hij twee draagbare helicopters (Carel Blotkamp, Na de Beeldenstorm, p. 48), zo licht, dat men ze onder de arm kon meedragen en, als men er zin in had, ermee opstijgen. Hij bouwde eveneens een groot vliegtuig zonder motoren dat alleen met mensenkracht de lucht zou ingaan; vooraan en achteraan waren drie beweegbare vleugels die met fietspedalen werden aangedreven.
Waarom wordt Panamarenko een kunstenaar genoemd als hij zich met zulke technische problemen bezighoudt? Van 1966 af had hij objecten gemaakt die men in brede zin in de richtingen Pop Art, Nouveau Realisme, en daarna Arte povera, kon onderbrengen: met sneeuw bedekte laarzen, twee méér dan levensgrote poppen in vilt, eendjes in asbest, een sukkelachtig bruin fietsje, een cockpit, een witte vis, een bak met allerlei keukengerei, zoemende 'motten' in het riet, een kermende meikever, tuintjes met kapotgevroren platen, een enorme race-auto, enige krokodillen zoals ze liggen in de Antwerpse Zoo, een kolkende dakgoot na de regen... Al deze objecten hebben met elkaar gemeen, dat ze op zekere wijze een heel realistische weergave zijn van bestaande dingen, maar dan met heel broze, bijna simplistische middelen en meestal in heel goedkoop materiaal. Panamarenko toont hierbij een zeer aparte, persoonlijke stijl die men misschien eerst als wat stuntelig ziet, maar die bij dieper begrijpen een zeer sterke poëtische visie verraadt.