Een rustige buurt met karaktervolle rijwoningen in de omgeving van de Oostendse hippodroom, daar woont Maaike Leyn, een boeiende kunstenares en nog veel meer.
Maaike Leyn - Slaviste, curator, kunstenaar
Opgegroeid in een creatief en cultureel nest in Kortemark ging Maaike Leyn (°1975), al van jongs af naar de academie van Tielt. Ze volgde er schilderkunst en kreeg les van Linda Bruneel. “Die daagde de kinderen uit om abstract te tekenen en te schilderen. Als twaalfjarige is dat niet evident. In de lagere school ben je gewoon van figuratief te werken. Daarmee ging toch iets open voor mij. Dat was langs de ene kant best wel lastig, ik wou toch wel graag figuratief werken, maar anderzijds kon je experimenteren en ze stimuleerde ons daarbij.”
Maaike Leyn was al heel vroeg bezig met de vraag wat ze later wou doen. Ze wou industrieel designer worden en had gehoord dat daar een wiskundige basis voor nodig is. Ze volgde daarom de wiskunderichting. Ze had interesse in tal van zaken zoals geschiedenis, filosofie, kunstgeschiedenis en wist niet goed wat kiezen.
Tijdens haar laatste jaren in de humaniora koos ze in het deeltijds kunstonderwijs (DKO) voor fotografie. “Ik ben heel onhandig en dat was voor mij een beetje de trigger om voor fotografie te gaan, dat leek me een goede oplossing.” De medestudenten waren meestal veertigers en het was het begin van de digitale fotografie. Het overweldigend belang dat er gehecht werd aan de apparatuur en de accessoires intimideerde haar dusdanig dat ze nooit verder is gegaan in de fotografie. Ze vond wel dat er een fijne sfeer hing in de academie van Tielt, een sfeer die aanzette tot initiatief en contact. Ze is er in de loop van het voorbije jaar terug geweest om er te participeren aan een tentoonstelling en herkende direct die creatieve entourage die mensen aanzet om boven zichzelf uit te stijgen.
Uiteindelijk studeerde Maaike Leyn slavistiek, meer bepaald Russisch en Tsjechisch. “Mijn plan was eigenlijk: ik word journalist, dan kan ik de wereld rondreizen en kan ik dat combineren met fotografie. Ja, ik was een enorme dromer toen. De Berlijnse Muur was enkele jaren voordien gevallen en er was een wereld die openging.” Haar keuze berustte voor een stuk op toevalligheden en de overtuigingskracht van de professor slavistiek die boeiend kon spreken over de Slavische ziel en de Russische literatuur. Ze heeft duidelijk veel gestudeerd en behaalde grote onderscheiding. Haar thesis ging over Michail Boelgakov en Molière.
Een eiland op zolder
Maaike Leyn wou onafhankelijk zijn, vond een job in een privétalenschool in Brussel, waar ze Nederlands gaf aan Franstaligen, en wou daarenboven gedurende een jaar volop met kunst bezig zijn. Ze schreef zich in aan de academie van Anderlecht waar ze schilderkunst volgde. Het gebouw was een gewezen textielfabriek, redelijk open en het stond de studenten vrij om van atelier te wisselen en zo bij diverse docenten les te volgen. “Dat was voor mij een belangrijke leerschool. Ik leefde dat jaar eigenlijk op de academie van Anderlecht.” Er was een leraar, Marc Gysels, die de studenten erg stimuleerde om te experimenteren met alle mogelijke expressievormen binnen de beeldende kunst, die vooral het creatieve bij hen op gang bracht. Hij deed dat blijkbaar nogal heftig zodat de meeste studenten het bij hem voor bekeken hielden. “De man was heel lief, heel eerlijk en wilde de studenten ook laten nadenken, kritisch zijn.” Dat viel blijkbaar niet altijd in goede aarde.
Het jaar daarop ging ze als interim-lerares drama aan de slag in de Brugse academie. Nog datzelfde jaar begon ze opnieuw les te geven aan anderstaligen in een centrum voor opleidingen voor volwassenen.
Eind de jaren ’90 woonde Maaike Leyn al een tijd in Gent en had een zolderatelier waar ze kon tekenen en schilderen. Hier trok ze zich terug, werkte ze zeer geïsoleerd, het atelier was een no-go-zone voor derden. Ze kwam met haar werk nog niet naar buiten. Onder dat atelier repeteerde Das Pop en ertegenover zat Soulwax hetzelfde te doen. Haar vriend van toen is manager van popgroepen en baat ook het hippe café Video uit. Zij zat op een eiland terwijl de straat overweldigd werd door jong volk. Het tekent haar.
Naar Rusland
Op een bepaald moment kwamen er uren Russisch vrij op de school van Maaike Leyn. Haar studie lag ondertussen al een tijdje achter de rug en aan veel praktijk van de taal was ze niet toegekomen. Ze besliste om op vakantie naar Rusland te trekken. Ze nam een dictafoon mee om mensen op straat te interviewen. Ze had er, onder het mom van journaliste te zijn, voornamelijk contact met kunstenaars. Na haar ervaring in Rusland kon ze voluit lesgeven in het CVO en dat doet ze nu nog steeds.
Het jaar erop ging ze terug naar Rusland, nu in gezelschap van Patrick Baele, docent in het DKO en videast. Ze bezochten opnieuw tal van kunstenaars, nu in het vooruitzicht van een tentoonstelling van Russische kunst. Belofte maakt schuld en ze nam contact met Hans Martens, op dat moment nog directeur van het Caermersklooster, en Wim Wabbes van de Gentse Vooruit. Die zagen er wel wat in en uiteindelijk mondden deze contacten uit in een klein festival in de Vooruit, maar dan voornamelijk van video en muziek. Ze kwam langs die weg in contact met Europalia Rusland en werd gevraagd om, in samenspraak met Bart De Baere van het M HKA en Joseph Backstein van de Biënnale van Moskou, een tentoonstelling van jonge Russische kunst te organiseren in de openbare ruimte van Brussel centrum. “Het was zowat het zwaarste jaar ooit voor mij. De gekozen kunstenaars deden eigenlijk niets zelf, ze hadden een idee en ik moest voor de realisatie zorgen. Daarenboven moest ik ook zorgen voor eventuele bijkomende financiering.” Kunstenaars kunnen afkomen met schitterende ideeën, maar de haalbaarheid is soms ver te zoeken. Er waren een vijftiental installaties op openbare locaties. Ze heeft er natuurlijk ontzettend veel uit geleerd, onder meer dat je niet altijd op de beloften van de financierende (Russische) instanties kunt rekenen.
Daarna was het tijd om even terug op reis te gaan en dat deed ze samen met Sergey Bratkov (°1960), de beroemde Russische fotograaf. Hij vond dat zij een carrière als curator moest uitbouwen. Ze heeft er enkele nachten van wakker gelegen, maar heeft dan uiteindelijk beslist dat ze door wilde gaan als kunstenaar. “Ik kreeg de beschikking over een atelier in het Leopoldkazerne via vzw Nucleo. Maar dat was verschrikkelijk. Als curator stond mijn telefoon roodgloeiend en iedereen had me nodig. En dan plots zat ik daar alleen op een atelier, was er niemand die vroeg wat ik daar deed, niemand die vroeg om eens te komen kijken. Ik dacht dat ik gek werd tussen die vier muren.”
Ze was ondertussen 32, had geen enkel kunstdiploma en voelde zich wat de amateur in het gezelschap binnen Nucleo. Ze schreef zich in aan de KASK en mocht meteen naar het tweede jaar omdat ze vier jaar voordien al een jaar animatiefilm had gevolgd. Ze werd er vooral begeleid door Carlo Mistiaen (°1965), Wouter Coolen en Rik De Boe (°1964). Ze opteerde voor schilderkunst, maar onder impuls van haar docenten stapte ze halverwege het jaar over op tekenkunst.
“Ik gebruikte meestal een houtskooltekening als basis om verf op aan te brengen. Ik experimenteerde met de achterkant van het doek, de ruwe kant om erop te tekenen. Ik had er enkele vlekken verf op aangebracht en de docent maande me aan om te stoppen. Hij had het gevoel dat ik alles verknoeide. Zo ben ik me gaan toeleggen op houtskool en heb de verf totaal achterwege gelaten.”
Verhullen en beter zien
Na het derde jaar mocht Maaike Leyn niet verder naar het vierde om een master te halen want ze had ervoor gekozen om geen theoretische vakken te volgen. Ze heeft zich een jaar toegelegd op de theoretische vakken, kreeg om een of andere bizarre reden vrijstelling voor kunstgeschiedenis en heeft dus voornamelijk filosofie gestudeerd in die periode. Voor haar master koos ze Hans Theys als promotor en die zette haar ertoe aan om haar scriptie te schrijven over Elly Strik (°1961). Het was een heel boeiende ervaring om die kunstenares enkele keren te mogen ontmoeten en zich in haar werk te kunnen verdiepen.
Ze heeft bijzonder veel gehad aan het promotorschap van Hans Theys, die met de studenten die hij begeleidt een verdiepende relatie opbouwt rond hun werk. Op het einde van de studie moeten de studenten uiteraard hun werk presenteren en Maaike kreeg een plek toegewezen in de zogenaamde ‘kunsttoren’ van de academie aan de Offerlaan in Gent. Hans Theys vond die plek maar niks en verplichtte haar om een betere plaats te regelen. Ze vond uiteindelijk een loft in aanbouw in de Gentse haven om er haar werk aan de jury te tonen. Ook Hermine De Groeve kwam naar het werk kijken op de laatste toondag en nam het letterlijk meteen mee naar haar galerie (Galerie Siegfried De Buck). Zo belandde Maaike Leyn zonder veel omhaal meteen in het galeriecircuit.
Nog tijdens haar jaren aan de KASK nam ze deel aan of organiseerde ze tentoonstellingen in tal van plaatsen waaronder een aantal in Oost-Europa, dank zij haar connecties daar. En ook na haar master zat ze niet meer stil. Haar werk was op vele plaatsen te zien en ook sterk aanwezig op de eerste Biënnale van Autun waar de Vlaamse kunstenaars Paul Reniere en Martine Depla als curatoren optraden.
Het werk van Maaike Leyn oefent een bijzondere aantrekkingskracht uit, het draagt zowel het bekende als het mysterie in zich. Haar wonderbaarlijke tekeningen op de ruwe kant van het doek worden opgebouwd met houtskool en soms enige pastelpigmenten, een deel ervan valt eraf, wordt stof en vindt zijn eigen weg. Wat blijft zijn intrigerende beelden, schaduwen van een werkelijkheid.
Haar tekeningen zijn in de jongste jaren sterk geëvolueerd. Eerst waren er tekeningen naar het leven met een expressionistische inslag, zoals ze die maakte tijdens haar reizen en verblijf in Rusland, Oekraïne, Armenië. Tekeningen van stevige vrouwen en mannen die je ziet in de steden en dorpen daar. Ook een merkwaardige reeks van honden uit 2010 toont haar aandachtige waarneming. In die periode zijn de trekken nog harder en duidelijker. Daarna komt stilaan het waas van mysterie opzetten in het werk dat steeds gaat over gewone dingen van alledag. Het lichtjes opwaaiend gordijn schermt je af van de buitenwereld en biedt je de intimiteit van het eigen nest. Het werkt geruststellend, alhoewel … wat er buiten is weet je niet. Het werk van Maaike Leyn laat je op de kleine dingen letten, ze verhult en tegelijkertijd laat ze je beter zien.
Tentoonstelling
Maaike Leyn - Over Land en Water - van 23 maart tot 24 april 2019 - Atelier Perignem, Stationsstraat 26, Beernem