Het Brugse Ommeland telt meer dan honderd kastelen en acht abdijsites. Dit jaar worden die bijzonder in de kijker geplaatst met tal van activiteiten. Zo zijn er vijf fietsroutes uitgestippeld die al dat moois laten verkennen. Ze zijn gebundeld in een boek met interessante informatie over wat de fietsers op hun rondritten te zien krijgen. Het is ook een kennismaking met markante figuren langs de weg, zoals Modest Van Assche, de abt van de Sint-Pietersabdij van Steenbrugge, bisschop Emiel-Jozef De Smedt, Eugeen Van Oye voor wie Gezelle het gedicht Dien avond en die rooze schreef, Willem van Saeftinghe en Godelieve van Gistel.
Het boek van Véronique Lambert is duidelijk veel meer dan een handige gids voor de fietsers. In het eerste deel zet ze de kastelen in het Brugse Ommeland in de geschiedenis. Ze start bij het prille begin van het graafschap Vlaanderen in de negende eeuw, met Brugge als hoofdplaats. De prestigieuze heersers bouwen stoere burchten en vanaf de twaalfde eeuw ook stenen kastelen. Er zijn nog weinig sporen te vinden van versterkingen uit die middeleeuwse periode. Het boek trekt naar de kastelen van Male (Sint-Kruis), Wijnendale (Torhout) en Tillgem (Sint-Michiels), waarvan de oorsprong ver in de tijd teruggaat, om er wat langer stil te staan bij hun rijke geschiedenissen.