‘Armoede’ is dit jaar het thema van de Erfgoeddag. Een tentoonstelling die daar heel goed in past is ‘Vlaamse migratie in Wallonië 1850-2000’ die loopt in het Caermersklooster te Gent.
Kadoc-Tentoonstelling in het Caermersklooster – Vlaamse migratie Wallonië 1850-2000
De grote trek naar het zuiden
Armoede (veroorzaakt door oorlog, hongersnood, uitbuiting…) was en is altijd en overal de drijfveer voor migratie. Ook in Vlaanderen. De jaren 1840-1850 waren desastreus: de ineenstorting van de traditionele huisweverij, mislukte graan- en aardappeloogsten, tyfus en cholera. ‘De Vlaamse ziekte’ was toen een medische term voor sterven aan ondervoeding en uitputting. Vele tienduizenden lieten het ‘Arme Vlaanderen’ achter zich en vertrokken naar Canada, de Verenigde Staten of Argentinië. Nog eens vele tienduizenden anderen zochten het geluk korter bij huis en bouwden een nieuw leven op in Frankrijk en Wallonië, waar ze zich definitief vestigden in de industriële centra en bij de koolmijnen. De Vlamingen huisden er in elkaars buurt en in steden als La Louvière en Luik ontstond een heuse Quartier des Flamands. Een doodlopend steegje in Bellecourt, bij La Louvière, kreeg de naam Rue des Flamands. Het is ook de titel van Het schamele epos van Vlaamse emigranten in Wallonië dat Guido Fonteyn in 1997 publiceerde. Er is de jongste jaren wel wat belangstelling voor dit onderwerp, denk maar aan de televisieserie Arm Wallonië van begin 2010, waarin Pascal Verbeken en Luckas Vander Taelen het verhaal vertellen van de Vlaamse migratie naar Wallonië. En nu is er de tentoonstelling, samengesteld door het KADOC, in het Provinciaal Cultuurcentrum Caermersklooster te Gent.
Vlaamse migratie in Wallonië 1850-2000 is een cultuurhistorische tentoonstelling, waarbij KADOC het verhaal brengt aan de hand van vooral historisch beeldmateriaal, affiches en allerlei objecten. Zo is er de valies die in 1905 meereisde van Koksijde naar Chimay, de kartonnen doos gevuld met Nederlandstalige kinderboeken die kleinzoon Moortgat later markeerde als ‘les livres de mon grand-père, de oude bidstoel… Deze en andere authentieke stukken die Vlamingen meenamen toen ze zich in Wallonië gingen vestigen, vindt de bezoeker bij het begin de tentoonstelling. Dan kan je via een hoofdtelefoon luisteren naar een kortverhaal uit 1905 van de wat zwartgallige veelschrijver Gustaaf Vermeersch (1877-1924) die een clichébeeld tekent van het grauwe en grijze Wallonië waar de Vlamingen terechtkwamen. Dat beeld klopt voor de periode vanaf het midden van de negentiende eeuw tot net voor de Eerste Wereldoorlog, toen hoofdzakelijk arme keuterboeren Vlaanderen ontvluchtten om in de Waalse industrie te gaan werken. Maar tijdens het interbellum en vooral na de Tweede Wereldoorlog waren het landbouwers die (niet uit armoede) op zoek gingen naar grotere en goedkopere boerderijen in het ‘groene’ Wallonië, meestal in Henegouwen.
In het Walenland
Zoals migranten overal in de wereld vestigden de Vlamingen zich dicht bij elkaar. Een mooi voorbeeld is Gilly waar nagenoeg de helft van de bevolking van Zele is terechtgekomen. De school van Gilly telde toen evenveel Vlaamse als Waalse leerlingen, zo blijkt uit foto’s en documenten op de tentoonstelling.
De Vlaamse wijken waren berucht voor de criminaliteit, lezen we in Franstalige kranten van rond 1900. In Vlaamse kranten van terplekke vinden we advertenties van een ‘Vlaamse vroedvrouw’, een winkel die 5% korting geeft aan Vlaamse klanten of zaken die aangeven dat men er ‘Vlaams spreekt’. Boeiend zijn ook de Nederlandstalige verkiezingspamfletten van tijdens het interbellum. ‘Bergen boven’ kopt het ene, andere roepen op om te stemmen voor de Vlamingen op de lijst. Er zijn nog al wat politici van Vlaamse afkomst die het in Wallonië gemaakt hebben. Cools, Spitaels en co kennen we allemaal. Maar er zijn meer. Henri Dewiest, bijvoorbeeld, die in 1861 van Lokeren naar Courcelles trok en er burgemeester werd.
De Vlamingen in het ‘Walenland’ organiseerden zich in tal van verenigingen. De Kerk speelde daarin een belangrijke rol via Het Werk der Vlamingen. Veel van die initiatieven zijn verdwenen maar tot vandaag is er een Vlaamse Boerinnenbond van Nijvel en en Broederschap van Onze-Lieve-Vrouw van Halle, actief ten noorden van Charleroi. En wat waren de reacties van de Waalse bevolking op de komst van al die Vlamingen? In revues van rond 1900 ontbrak zelden ‘de luie Vlaming’. Het personage heette vaak Jef en droeg een blauwe kiel. Van de tweede helft van de negentiende eeuw dateert het liedje L’Flamind, in het Waals gezongen. Het is in de jaren 1960 op plaat gezet en staat nu op youtube. De bezoekers van de tentoonstelling kunnen er mee kennismaken en vaststellen dat het de clichés van toen bevestigd.
Nog twee tentoonstellingen
Tegelijk met Vlaamse migranten in Wallonië loopt in het Provinciaal Cultuurcentrum Caermersklooster de tentoonstelling Gelukzoekers met beelden van fotografe Layla Aerts. Op Waalse kerkhoven werd ze gefascineerd door de oude portretten op porselein die bij Vlaamse namen horen. Soms zit er vuil en mos op de foto’s, zijn ze gebarsten of vervaagd, net zoals het verleden van de Vlaamse migratie.
Het KADOC te Leuven presenteert Migrantenverenigingen in Vlaanderen. Fotografiestudenten Sint-Lukas brengen hun kijk op het rijke verenigingsleven van migranten in het Vlaanderen van vandaag: Indiërs in Antwerpen, Turken in Gent, Grieken in Genk, de Finse Zeemanskerk in Brussel…
Tentoonstelling
Vlaamse migranten in Wallonië 1850-2000 - Gelukzoekers. Beelden van Layla Aerts. Nog tot 12 juni 2011. Open: dinsdag t.e.m. zondag van 10 tot 17 uur - Gesloten: maandag - Provinciaal Cultuurcentrum Caermersklooster, Vrouwebroersstraat 6, 9000 Gent - Tel. 09 269 29 10
Tentoonstelling
Migrantenverenigingen in Vlaanderen - Nog tot 11 juni 2011. Open: maandag t.e.m vrijdag van 9 tot 17 uur, zaterdag van 9 tot 12.30 uur - Gesloten: zondag - KADOC, Vlamingenstraat 39, 3000 Leuven - Tel. 016 32 35 00