In de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis (KMKG) kan het publiek één van de mooiste art-nouveaurealisaties in België bewonderen. Het interieur van de exclusieve juwelierszaak van de familie Wolfers is een totaalproject van architect Victor Horta. Daarin zijn de hoogtepunten van de historische collectie art nouveau en art deco tentoongesteld.
Horta-Wolfers - Heropening van de juwelierszaak Wolfers Frères
Modelrestauratie
105 jaar na de inhuldiging van de juwelierszaak Wolfers Frères, in 1912, tonen de KMKG de winkel opnieuw in zijn authentieke opstelling. Daarvoor maakte het museum een zaal vrij van quasi dezelfde oppervlakte en vorm als de ruimte die Horta had voorzien in het gebouw in de Brusselse Arenbergstraat. Op basis van een historische studie zijn de vitrines en de toonbanken geplaatst zoals de architect dat had voorzien. Daarvoor ontmantelde het museum de voorlopige opstelling van het meubilair en haalde de opgeslagen interieurelementen uit de reserves. Ook de oorspronkelijke toegangsdeuren zijn geïntegreerd.
Het winkelinterieur werd volgens de regels van de kunst gerestaureerd. Al het meubilair is gereinigd en de originele vernislaag is hersteld. De bekleding van de binnenzijde van de toonkasten werd opnieuw geweven naar het voorbeeld van het origineel. Daardoor is de oorspronkelijke kleurenharmonie zoals Horta die had bedacht, opnieuw zichtbaar: een sublieme combinatie van donkerrood gepolitoerd mahonie, donkergroen fluweel en goudaccenten, dat alles in harmonie met de mauve kleur van de muren. Door deze doorgedreven restauratie en wederopbouw komen de bezoekers terecht in de exclusieve Brusselse zaak van luxeobjecten zoals het uitgelezen cliënteel eertijds de zaak Wolfers Frères binnen wandelde.
Internationale weerklank
Toen Wolfers Frères de prestigieuze winkel in 1912 inhuldigde, genoot de firma internationale faam. Die had zij vanaf 1850 stelselmatig opgebouwd. In 1850 stichtte de Duitse migrant Louis Wolfers onder zijn naam een klein atelier voor de productie van zilverwerk in Brussel. De werkplaats groeide gestaag en zijn drie zonen Philippe, Max en Robert werden bij de zaak betrokken.
Door de huwelijken van Louis’ zonen en de daarbij horende bruidsschat werden zij elk vennoot. Philippe Wolfers associeerde zich in 1885, in 1890 volgde Max en in 1897 werden Robert en hun neef Albert compagnons. Vanaf dat ogenblik kreeg de zaak de nieuwe naam ‘Wolfers Frères’.
De mooie winkel lag aanvankelijk vlakbij de Sint-Michielskathedraal, op de hoek van de Loksumstraat en de Bergstraat. Door de geplande Noord-Zuid-treinverbinding werd het handelspand onteigend. De art-nouveau-architect Victor Horta kreeg in 1909 de opdracht om een nieuw gebouw met atelier en luxueuze winkel te ontwerpen. Het prestige van Wolfers Frères vereiste een creatie van de beroemdste bouwmeester van dat ogenblik. Met veel luister werd het nieuwe gebouw in de Brusselse Arenbergstraat op 4 november 1912 ingehuldigd.
Het succes van Wolfers Frères was het resultaat van een doordachte bedrijfsstrategie. Elk van de partners had een duidelijk afgebakende functie: Philippe Wolfers was de artistiek directeur, Max concentreerde zich op de handelscontacten, Robert bouwde het machinepark uit en Albert bewaakte de financiën. In die constellatie werd Philippe als creatief genie uitgespeeld. Hij was de auteur van unieke creaties die vanaf 1894 tot 1929 op de belangrijkste kunsttentoonstellingen in het binnen- en buitenland werden getoond. Zijn werken werden alom geprezen, maar waren exorbitant duur. De boodschap was duidelijk: alle producten van de firma Wolfers Frères waren ontwerpen van de internationaal geroemde kunstenaar Philippe Wolfers. Hij wordt beschouwd als één van de grote figuren van de Belgische art nouveau en art art deco.
Victor Horta
In zijn memoires licht Victor Horta toe waarom de keuze van de zaakvoerders op hem viel: het prestige van de juwelierszaak en het aanzien dat Philippe Wolfers genoot. De gevel van het gebouw en de luxueuze winkelinrichting moesten op hetzelfde niveau staan als de exclusieve siervoorwerpen die Wolfers Frères verkocht aan haar gefortuneerde cliënteel.
Toen Victor Horta de opdracht kreeg, genoot hij internationale roem. Met de creatie van het Tasselhuis in 1893 had hij niet alleen de architectuur vernieuwd, hij had ook een nieuwe decoratieve vormentaal ontwikkeld die later art nouveau werd genoemd. Na het Tasselhuis kreeg Victor Horta verschillende opdrachten om de privéwoningen van prominente figuren te bouwen en in te richten.
Het gebouw van Wolfers Frères was niet het eerste commerciële pand dat de architect ontwierp. Op dat gebied kon hij steunen op uitgebreide ervaring: À L’Innovation (1901), Le Grand Bazar in Brussel en in Frankfurt (beide 1903), Les Magasins Waucquiez (1903) …
Wolfers Frères is de laatste grote en prestigieuze creatie van Victor Horta vóór de Eerste Wereldoorlog. Het kleurenpalet van het interieur ademt de invloed van de Parijse mode en de ritmiek van het discrete en relatief sobere art-nouveaulijnenspel kondigt al de art deco aan, de decoratieve stijl die het interbellum kenmerkt. Wolfers Frères is niet enkel het meest luxueuze winkelinterieur dat Horta ooit ontwierp, het is bovendien het enige dat bewaard is gebleven.
Uniek kader voor unieke collectie
De winkel Wolfers biedt een uniek kader om de uitzonderlijke, internationale collectie art nouveau en art deco van de KMKG te presenteren. Het museum bewaart een bijzondere verzameling sierkunsten uit de periode 1890-1940. Er is geopteerd voor een esthetische opstelling die enerzijds een meerwaarde biedt aan het uitzonderlijke interieur van Horta en anderzijds bijdraagt tot een totaalervaring voor de bezoeker die zich in een prestigieuze zaak uit de eerste decennia van de twintigste eeuw waant. De presentatie is opgebouwd rond twee hoofdassen: het historische aankoopbeleid van moderne decoratieve kunsten in de periode van 1890 tot 1940 en de productie van Wolfers Frères en Philippe Wolfers in het bijzonder. Conform het concept van de winkel Wolfers respecteert de opstelling de tweedeling van de boetiek: de ene kant was gereserveerd voor de groothandel en de andere kant voor de detailhandel. Die opdeling wordt gebruikt om de art nouveau van de art deco te onderscheiden.
De KMKG waren de eerste Belgische musea om moderne sierkunsten in het verzamelbeleid op te nemen. Vanaf 1894 werden de eerste voorwerpen verworven. Uitzonderlijke objecten werden onder meer gekocht op de salons van La Libre Esthétique en ook de wereldtentoonstellingen betekenden voor de musea een uitzonderlijke gelegenheid om topcreaties te verwerven.
De KMKG conserveren tevens de belangrijkste Wolferscollectie. Het eerste object, de uitzonderlijke juwelenkist De Opschik werd al aangekocht in 1905 en over de jaren breidde de collectie gestaag uit, niet in het minst door de nauwe band die het museum de voorbije decennia met de familie Wolfers onderhield. Dat is ook de reden waarom de familie in 1973 het interieur van de winkel Wolfers aan de KMKG heeft geschonken. In het winkelinterieur is ook het legendarische Gioconda-ensemble opgesteld dat Philippe Wolfers ontwierp voor de Internationale Tentoonstelling van Moderne Decoratieve Kunsten in Parijs in 1925.
Uitzonderlijke topstukken
De Koning Boudewijnstichting verwierf recent een uitzonderlijke collectie objecten van Philippe en zijn zoon de beeldhouwer en lakkunstenaar Marcel Wolfers. Deze kunstwerken zijn afkomstig uit de privéverzameling van beide kunstenaars.
De collectie omvat acht unieke juwelen, drie beeldhouwwerken, een schilderij, dertien siervoorwerpen en 129 ontwerptekeningen. De absolute blikvanger is de hanger Libel, hét iconische stuk van Philippe Wolfers. Ook heel bijzonder is de hanger Zwaan en Slangen die Philippe aan zijn echtgenote schonk en die is afgebeeld op haar portret, dat ook tot de aankoop behoort. Deze objecten zijn opnieuw in hun historische kader te bewonderen.
Dit prestigeproject is gerealiseerd mede dankzij een eenmalige investering van het Federaal Wetenschapsbeleid en met medewerking van de Regie der Gebouwen.
Tentoonstelling
Horta-Wolfers. Heropening van de juwelierszaak Wolfers Frères, 1912 - Nog tot 31 december 2018 - Open: dinsdag t.e.m. vrijdag van 9.30 tot 17.00 uur, zaterdag, zondag en feestdagen van 10.00 tot 17.00 uur – Gesloten: maandag, kerstmis, nieuwjaar, 1 mei, 1 en 11 november
Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis - Jubelpark 10, 1000 Brussel - Tel. 02 741 73 31