Het Lam Gods spreekt al eeuwen tot de verbeelding. Niet alleen is het een meesterwerk van laatmiddeleeuwse Vlaamse schilderkunst, de tumultueuze geschiedenis van dit veelluik is minstens even fascinerend. De voorbije eeuwen werden één of meerdere panelen geconfisqueerd, gebroken, verkocht, verzaagd, gestolen of bijna opgeblazen toen het door de Duitse bezetter werd verborgen in een zoutmijn. Eens teruggebracht naar de Gentse Sint-Baafskathedraal was de lijdensweg helaas nog niet voorbij.
Het retabel werd begin vijftiende eeuw speciaal geschilderd voor de Vijdkapel van deze kathedraal door Jan - en zijn broer Hubert? - Van Eyck, die een meester was met perspectief en licht. Dat is te zien aan de ogen van de afgebeelde personages waarin de ramen van die bewuste kapel worden gereflecteerd. Eind vorige eeuw werd het Lam Gods uit voorzorg echter overgebracht naar de doopkapel en veilig achter glas geplaatst. Jammer genoeg bood dit geen bescherming tegen de tand des tijds. De slechte bewaaromstandigheden gecombineerd met enkele onzorgvuldige restauraties in het verleden lieten duidelijk hun sporen na. Om dit retabel echt te laten schitteren drong een urgente conserveringsactie zich op.