“I died in hell – (They called it Passchendaele)” Het is een bekend vers uit het gedicht Memorial Tablet dat luitenant Siegfried Sassoon van de Royal Welch Fusiliers in november 1918 schreef. Passchendaele is inderdaad synoniem voor de hel, voor de onbeschrijfelijke gruwel van de oorlog. Op de plek van de maandenlange massaslachting staat het Memorial Museum Passchendaele 1917. Steven Vandenbussche is er sinds juli vorig jaar conservator.
Gesprek met Steven Vandenbussche - Memorial Museum Passchendaele 1917
Het herdenkingsjaar 2014 bracht 196.000 bezoekers naar het Memorial Museum Passchendaele 1917, ruim honderdduizend meer dan het jaar voordien. De kiem van het museum ligt in een ander herdenkingsjaar: 1987, zeventig jaar na de Derde Slag bij Ieper, ook wel ‘Passchendaele’ genoemd?
In de vakantie van 1987 vond in de gemeenteschool van Passendale een tentoonstelling plaats rond de Derde Slag bij Ieper in 1917. Er was nooit eerder getoond beeldmateriaal uit het Imperial War Museum te zien. Ze haalde 9.000 bezoekers. Ook de indrukwekkende plechtigheid op het Tyne Cot Cemetery en de battlefield tours over het slagveld van 1917 kenden succes. Meteen gingen er stemmen op om dit te bestendigen. Het gemeentebestuur stelde het kasteel van Zonnebeke, dat het in 1980 had aangekocht, ter beschikking. Er kwam in 1989 een streekmuseum dat aandacht besteedde aan het oorlogsverleden, maar ook aan de Zonnebeekse Augustijnenabdij en het plaatselijke erfgoed. Tot midden de jaren 1990 kreeg het museum jaarlijks 7.000 tot 10.000 bezoekers over de vloer.
In 1998 opende het In Flanders Fields Museum in Ieper. Het museum hier, dat zich niet sterk genoeg profileerde op de Eerste Wereldoorlog, zag het bezoekersaantal jaar na jaar 11 verminderen. Er moest een keuze gemaakt worden: ofwel stoppen met het museum, ofwel een drastische vernieuwing doorvoeren. Het gemeentebestuur koos voor het laatste en voor een militair-historisch museum over de Eerste Wereldoorlog, met een maximale integratie van collectiestukken en historische informatie. Het opende in 2004 en ontving dat eerste jaar 27.000 bezoekers. Dat cijfer steeg elk jaar met ongeveer 10.000. Zo kwamen we in 2007 aan ruim 58.000 bezoekers, een verdubbeling op drie jaar tijd.
2007, met de herdenking van negentig jaar Derde Slag bij Ieper’, is een sleuteljaar voor het Memorial Museum Passchendaele 1917?
Het herdenkingsjaar 2007 was een enorme troef en meerwaarde voor de streek. Het museum had voordien al heel wat aandacht besteed aan de promotie naar de nationale en internationale markt. In 2007 konden we er de vruchten van plukken. Zonnebeke is toen definitief op de kaart gezet. In 2008 werden we een regionaal erkend museum en datzelfde jaar wonnen we de publieksprijs van de Museumprijs van Openbaar Kunstbezit Vlaanderen. Beide waren de bekroning van het aangehouden harde werk van de dynamische ploeg. Maar er werd niet op de lauweren gerust. In 2009 werd een ambitieus plan uitgetekend. Dat behelsde de inrichting van een museumtuin en de verlenging van de bestaande dugout met een nieuw, ondergronds museumgebouw. Beide openden in juli 2013. In de museumtuin wandelt de bezoeker nu door een netwerk van gereconstrueerde loopgraven en schuilplaatsen.
Het ondergrondse museumgebouw brengt het militairmateriële en het menselijke verhaal van Passchendaele, met aandacht voor de belangrijke rol van het landschap in de strijd en voor de verschillende nationaliteiten die aan de Derde Slag bij Ieper deelnamen. Britten, Ieren en ZuidAfrikanen, Canadezen, Nieuw-Zeelanders, Australiërs en ook Duitsers: elk land dat soldaten had in Passendale heeft een eigen tentoonstellingsruimte. Het is een instappunt voor buitenlandse bezoekers. Ze komen er te weten hoe hun land in de Eerste Wereldoorlog is verzeild geraakt, waarom hun soldaten in Passendale terecht zijn gekomen, hoe ze hebben gestreden, hoe ze hebben geleden.
Deze landengerichte aanpak illustreert dat het Memorial Museum Passchendaele 1917 heel wat buitenlandse bezoekers ontvangt?
Iets minder dan de helft van onze bezoekers is Engelstalig. De meerderheid ervan komt uit Groot-Brittannië. Een bezoek aan de slagvelden van de Eerste Wereldoorlog is onderdeel van het leerprogramma van Britse schoolkinderen. Ongeveer zeven procent van de Engelstaligen komt uit Australië, Nieuw Zeeland en Canada, landen die niet in de buurt liggen, maar hun aandeel stijgt sinds 2015. Eveneens iets minder dan de helft van de bezoekers zijn Vlamingen. Van de overige tien procent zijn de helft Duitsers, die sinds vorig jaar wat beter de weg naar het museum hebben gevonden. Uit Frankrijk is de belangstelling beperkt. Dat land bezit zelf heel wat WOI-erfgoed. Uit Wallonië komen bijzonder weinig bezoekers.
Het museum focust ook op de rol die het landschap heeft gespeeld tijdens de Derde Slag bij Ieper. En jullie sturen de museumbezoekers in dat landschap?
Dankzij het Impulsfonds 100 jaar Groote Oorlog lanceerde de gemeente Zonnebeke in 2010 het project The Legacy of Passchendaele.
Het landschap rond het museum is bezaaid met getuigen van de Eerste Wereldoorlog. Tyne Cot Cemetery is de belangrijkste herinnering aan de Slag om Passendale. Daar liggen bijna 12.000 soldaten begraven en er staan de namen van 35.000 vermisten. Het is de grootste begraafplaats van de Commonwealth War Graves Commission ter wereld. Een bezoek aan deze ‘dodenstad’ van 3,5 hectare spreekt tot de verbeelding. Maar er zijn talloze andere, vaak kleine, monumenten die een aangrijpend verhaal vertellen.
The Legacy of Passchendaele laat diverse doelgroepen het vroegere slagveld in Zonnebeke verkennen. Dat kan via fiets- en wandelroutes, bijvoorbeeld de wandelroute naar Tyne Cot of de Canadese wandelroute. We zetten ook in op het ontsluiten van WOI-sites en het aanreiken van informatie op het terrein. En naast het museum ligt het Passchendaele Memorial Park. Het zijn zeven tuintjes in de vorm van een klaproos, die bedoeld zijn als herinneringstuin voor de landen die tijdens de Eerste Wereldoorlog hebben meegestreden. De landen doen zelf voorstellen voor de inrichting, die drie elementen bevat: beeldende kunst, poëzie en plantensymboliek. De Duitse herinneringstuin zal als eerste openen. De rest volgt in de loop van de volgende jaren, met als afsluiter de Verenigde Staten in 2018.
Zijn er nog plannen voor de toekomst? Want een topjaar als 2014 is moeilijk te evenaren.
Ik vermoed dat we dit jaar zullen afklokken op ruim 130.000 bezoekers, wat zeer goed is. 2017 zal wel een nieuw hoogtepunt worden met de herdenking van honderd jaar Slag om Passendale. En op 12 juli 2017 zal een grote plechtigheid plaatsvinden want het is dan een eeuw geleden dat de eerste keer mosterdgas werd ingezet in de oorlog. Dat jaar plannen we ook Silent City meets Living City. Uitgangspunt is dat er op Tyne Cot evenveel gesneuvelden begraven liggen als er vandaag inwoners zijn in Zonnebeke en de deelgemeenten. Volgend jaar zijn er niet veel klassieke herdenkingsplechtigheden.
In 1916 was er ‘van het westelijk front geen nieuws’. Wel zijn de Duitsers toen begonnen met de aanleg van achter elkaar gelegen versterkte linies. Tussen het front en Passendale lagen vier actieve stellingen. ‘Bouwen aan het front’ is het thema dat we volgend jaar zullen belichten. Al deze herdenkingen vragen veel energie. Het zijn hectische tijden met weinig ruimte om na te denken over ‘wat na 2018?’. We blijven verder sleutelen aan een betere opstelling en aan vernieuwingen, zoals we deden met het onderdeel ‘de vrouw in de Eerste Wereldoorlog’. En er rijpen al ideeen voor participatieve projecten die de bezoekers ook na 2018 zullen blijven aanspreken. Gelukkig heb ik een team van vijftien jonge, enthousiaste medewerkers, aangevuld met vele vrijwilligers die van onschatbare waarde zijn.
Praktische informatie
Memorial Museum Passchendaele 1917 - Open: alle dagen van 9 tot 18 uur –Gesloten: van 16 december tot 1 februari - Berten Pilstraat 5A, 8980 Zonnebeke - T 051 77 04 41
Extra
OKV maakte voor het Memorial Museum Passchendaele 1917 een nieuwe bezoekersgids. OKV-abonnees kunnen deze gids extra voordelig aanschaffen: € 12,00 (inclusief verzendingskosten) per exemplaar. Niet-abonnees betalen € 15,00 (inclusief verzendingskosten) per exemplaar. OKV-abonnees die buiten België wonen maar in Europa betalen € 18,00. Niet-abonnees die buiten België wonen maar in Europa betalen € 22,00. Storting op rekening BE67448000736187 met de vermelding ‘Zonnebeke.’. Maak gebruik van het overschrijvingsformulier bij dit nummer.