Dit schilderij is een imposant werk afkomstig uit de Antwerpse kathedraal waar het eertijds fungeerde als middenpaneel van het drieluik dat het altaar van de Schermersgilde versierde. Virtuoos is Frans Floris' compositie bedacht. Met rationeel ordenende vindingrijkheid heeft hij een kluwen van lichamen gemaakt. Of zal men eerder zeggen dat de schilder in het warnet van spieren, ledematen, wapens en monsters de verholen ordening achterhaalde? Borst- en monnikskapspieren, bekken en sleutelbenen, Floris weet precies hoe het allemaal ingeplant of vastgehecht is.
Kijkend naar het fraaie werkstuk denkt men aan de verbluffende demonstratie die de Italiaanse meesters gaven, demonstratie die voor de overige Europese kunstenaars een nooit gezien vuurwerk van kunde moet geweest zijn. Ze trokken naar Italië en kwamen als definitieve romanisten terug. Deze 'Val van de opstandige engelen' bekijkend begint men onvermijdelijk te zoeken naar wat Frans Floris aan de grote Italianen mag ontleend hebben... en plots ontdekt men de tot duivels geworden engelen.

Frans Floris, Val van de opstandige engelen

Frans Floris, Val van de opstandige engelen, 1554, Olie op paneel, 308 x 220 cm, gesigneerd rechts onder, Koninklijk Museum voor Schone Kunsten, Antwerpen.

De torso's zijn met dezelfde accuratesse anatomisch correct weergegeven. Met toegevoegde kromme nagels zijn de handen tot klauwen geworden. De hoofden zijn vervangen door koppen van ongezellige dieren: een everzwijn, een grijnzende bok. Andere vogelachtige koppen kunnen wel aan ouder (Duits) werk ontleend zijn.
Ongetwijfeld 'geloofde' Frans Floris in zijn werk, niet alleen artistiek, maar ook voor wat betreft de realiteit van het onderwerp. Vier eeuwen later is dit werk, voor ons, inhoudelijk ongeloofwaardig geworden, niet alleen omdat de uitgebeelde episode voor ons niet meer 'reëel' is, maar omdat de vormelijke bekommernissen van de schilder sterker op de voorgrond treden dan de belevenis. Het volstaat niet op een torso de kop van een katachtig wild dier te plaatsen of een geslacht te vervangen door een arendskop om een tafereel over te hevelen naar de sfeer van het 'fantastische'.
Is de verbeelding niet geprikkeld door de innerlijke visie van de kunstenaar, met andere woorden zoekt diens verbeelding verstandelijk en van buiten af, dan is er meer kans dat het aldus gecreëerde beeld de indruk laat van een travesti in plaats van de toeschouwer aan te grijpen.

Frans Floris, Antwerpen, 1520, of iets vroeger - 1570)

Frans Floris (eig. de Vriend!), was een· Vlaams schilder, tekenaar, etser en ontwerper van houtsneden (Antwerpen, 1520, of iets vroeger - 1570). Na opleiding bij Lambert Lombard wordt hij in 1540 vrijmeester te Antwerpen. Waarschijnlijk na meerdere jaren in Italië te hebben vertoefd, vestigde hij zich in 1547 definitief in zijn geboortestad, waar hij groot aanzien verwierf en vele leerlingen vormde. In zijn werk toont hij zich een epigoon vooral van Michelangelo. Naast enkele gevoelig geschilderde portretten is o.a. te vermelden 'Het laatste oordeel', (K.M.S.K., Brussel). Fr. Floris is vooral belangrijk als verspreider van de Italiaanse maniëristische kunst in de Nederlanden.

Literatuurlijst

  • S. Sulzberger, Les modèles italiens de la 'Chute des Anges' de Fr. Floris, in: Bulletin de l'lnst. hist. beige de Rome, XIX, 1938;
  • D. Zuntz, Fr. Floris, Strassburg, 1929; Friedländer, XIII.

Download hier de pdf

Frans Floris - Val van de opstandige engelen