Na tien jaar onderging de semipermanente opstelling Wereldhaven op de zesde verdieping van het MAS een gedaanteverwisseling. Vracht. Over de haven, mensen en goederen is het nieuwe verhaal van Antwerpen en zijn haven als poort naar de wereld.

Onbekend glasmeester, Matt Talbot, patroonheilige van de dokwerkers MAS

Onbekend glasmeester, Matt Talbot, patroonheilige van de dokwerkers, 1945-1950, glas-in-lood, glasraam uit de kerk van Oosterweel Schenking Zusters van Hoogboom, 1971, inv. HH.1258.1-8

Stad, stroom en haven

De nieuwe tentoonstelling verwelkomt de bezoeker met een ‘opwarmertje’: een introductiezaal waar enkele zeer diverse stukken zijn samengebracht. Opvallend gastenpaar zijn de stadsmaagd Antverpia en de riviergod Scaldis, die de onlosmakelijke band tussen stad en stroom verbeelden. De twee bustes, toegeschreven aan beeldhouwer-architect Johannes van Mildert (1588-1638), sierden samen een huis in de oude stadskern. Antverpia en Scaldis krijgen het gezelschap van onder andere Matt Talbot (1856-1925), een Ier die tijdens zijn jonge jaren een tomeloze alcoholist was en nadien als vroom katholiek en asceet door het leven ging. In het MAS is hij afgebeeld als patroon van de dokwerkers, op een glasraam afkomstig uit het kerkje van Oosterweel, het dorpje dat in de jaren 1950 werd weggevaagd om plaats te maken voor de uitbreiding van de haven. Het kunstwerk illustreert het belang van de havenarbeid en wijst tegelijk op de steeds toegenomen spanning tussen de haven en haar omgeving.

In de eerste exporuimte loopt de film die Koen Broos op vraag van het MAS maakte. Hij geeft in sferische beelden een blik op de Antwerpse haven en op de stad, steeds bij zonsop- of ondergang. In de grote zaal is Broos’ installatie Dragers te zien. Voor deze grote projecties werkte de fotograaf en filmmaker samen met dansers die in rustige, vloeiende bewegingen heel tactiel omgaan met verschillende soorten vracht die ze overdragen. Het gaat om wol, hout, pigment, tabak, mensen en graan, telkens passend bij de vracht die in een bepaalde periode belangrijk was voor de haven. Meteen is duidelijk waar de titel van de nieuwe MAS-presentatie vandaan komt en dat die een chronologisch verhaal vertelt.

Maquette van de Deurganck-kogge, 2021 MAS

Maquette van de Deurganck-kogge, 2021 Bruikleen van het Vlaams Agentschap voor Onroerend Erfgoed

Vikingen, koggers en exotica

De expo heeft zes onderdelen. Het eerste duikt diep in de geschiedenis. Wie heeft Antwerpen gesticht? Waren het de Romeinen of de Vikingen? In de etalage liggen onder meer Romeinse bootskaken en staat het grafmonument van Fabius Rufus (eerste-vierde eeuw), naast een Vikinganker dat is opgedregd in de Schelde. De vraag naar de stichting van de stad blijft voorlopig onbeantwoord. Het zijn wel de Vikingen die in de expo de meeste aandacht krijgen. Het MAS presenteert ze als de eerste wereldhandelaars en plaatst kanttekeningen bij hun imago van woeste plunderaars. Van het walrusivoor dat de Vikingen invoerden zijn fraaie kunstwerkjes gemaakt. Enkele reisaltaartjes zijn er schitterende voorbeelden van.

Anoniem, Antverpia in Brabancia MAS

Anoniem, Antverpia in Brabancia, ca. 1540, olieverf op paneel, inv. AV.1145 Collectie Stad Antwerpen

De tentoonstelling steekt dan door naar de late middeleeuwen, toen Antwerpen het beetje bij beetje overnam van Brugge. Er is een podium voor de Hanze, het invloedrijke samenwerkingsverband van Duitse handelsposten. Het MAS huist trouwens precies op de plek waar destijds het Hanzehuis stond. Een ereplaats krijgt de kogge, het solide, compacte en wendbare successchip van de Hanze. In 2000, bij het graven van het nieuwe Deurganckdok, is de oudste, grootste en best bewaarde kogge blootgelegd. Het hout van dit schip is gekapt in de winter van 1325. De planken krijgen een conserveringsbehandeling waarna het schip opnieuw in elkaar gezet zal worden. Een video brengt het hele verhaal van deze fantastische vondst (“onze Toetanchamon” zeggen de Antwerpenaren) en ondertussen prijkt in het MAS een grote maquette van de Deurganck-kogge.

Vanaf 1500 verscheepten vooral de Portugezen nieuwe materialen uit verre gebieden naar de Antwerpse haven, materialen waar ambachtslieden mee aan de slag gingen. Vracht illustreert dit aan de hand van een reproductie van het schilderij Stilleven met papegaai (1636) van Adriaen van Utrecht (1599-1652) uit de collectie van de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België. In het atelier van een Antwerpse goudsmid springt een bonte verscheidenheid aan voorwerpen in het oog: een Braziliaanse ara, Chinees kraakporselein, Duitse zilveren bokalen, Venetiaans glas, een nautilusbeker, een barnstenen halssnoer… Het MAS heeft al deze objecten in de collectie en stalt een selectie uit bij het schilderij. Ze zijn geflankeerd door een prachtig Antwerps kunstkabinet, vanaf de zestiende eeuw een gegeerd pronkstuk dat rariteiten uit de hele wereld bevatte.

Hoogtepunt en val

Antverpia in Brabancia, rond 1540 geschilderd door een anonieme meester, toont Antwerpen op zijn hoogtepunt. De stad was toen een internationaal handelscentrum. Het MAS heeft mooie modellen in huis van de schepen die in de bloeiperiode de haven aandeden, zoals een karveel, een Portugese kraak en een Italiaanse galei.

Er is een hoekje voor Albrecht Dürer die in 1520 naar de Nederlanden kwam en lange tijd in Antwerpen verbleef. Er is de tekening die Dürer maakte van de haven en – heel opvallend – een schouderblad en een rib van een walvis die in de vroege zestiende eeuw zouden zijn gevonden in de Schelde. Velen, ook Dürer, geloofden dat ze afkomstig waren van de mythische reus Antigoon.

Tijdens zijn reis door de Lage Landen bezocht Dürer in het keizerlijke paleis in Brussel de tentoonstelling met de eerste goudschatten die de Spanjaarden uit Mexico hadden meegenomen. Het MAS heeft uit de verzameling precolumbiaanse objecten enkele mooie stukken samengebracht, zoals gouden neussieraden en oorhangers uit Colombia, een Azteeks masker in Peruaans textiel, versierd met kleine veertjes, waar de Europeanen danig van onder de indruk waren.

Zaalzicht op het onderdeel Overzeese luxe en slavenhandel MAS

Zaalzicht op het onderdeel Overzeese luxe en slavenhandel

Dat tijdens de zestiende-eeuwse handelshoogdagen van Antwerpen ook de kunsten floreerden, illustreert de tentoonstelling met schitterende staaltjes aardewerk van ambachtslui uit Italië en Portugal die de majolicatechniek importeerden. Het grote tableau met de bekering van Saulus (1547) is een topstuk. Het werd in 1880 gevonden in een tuin in de Kammenstraat en in afvalputten verspreid in de stad is nog veel meer mooi aardewerk uit die periode teruggevonden.

Het einde van de bloeitijd, met de Val van Antwerpen in 1585 en de sluiting van de Schelde vanaf 1587, behandelt de expo heel summier.

Congolanders en containers

Stad en haven leefden na de Scheldesluiting in sluimermodus tot Napoleon zijn oog liet vallen op Antwerpen als de haven van waaruit hij Engeland kon bekampen. Bonaparte bracht de Schelde, die weer tolvrij was, in kaart, hij plande een nieuwe haven en bouwde een indrukwekkende militaire scheepswerf. Schilderijen, kaarten, plannen en documenten belichten de rol van Napoleon bij de herstart van de Antwerpse haven.

Tijdens de Franse bezetting en nog meer tijdens de eerste jaren van het prille België nam het havenverkeer via Antwerpen exponentieel toe. We zien de oude stadsomwalling sneuvelen, oude vlieten die gedempt werden, stadswijken die plaats ruimden voor het rechttrekken van de Schelde, spoorlijnen en kanalen die de haven met het achterland verbinden. Een tiental modellen toont de evolutie van de scheepsbouw in de achttiende eeuw: van zeil naar stoom, van hout naar staal.

Kartel met opschrift ‘De Congolanders’ MAS

Kartel met opschrift ‘De Congolanders’, Wereldtentoonstelling Antwerpen, 1885, inv. AF.00096

Een apart onderdeel behandelt de koloniale tijd, die de Antwerpse haven geen windeieren heeft gelegd. De expo legt de klemtoon op de uitbuiting van en het geweld tegen de Congolese volkeren. De openingsvitrine maakt het direct visueel: aan de ene kant bulk van olifantsivoor, aan de andere zijde rubberstalen en in het midden een chicotte (zweep). Opmerkelijke presentaties in dit verhaal zijn de waaier Congolese wapens, opgesteld in een trofeekast zoals destijds in het Vleeshuismuseum, en het standje over biloko, Belgische spullen, zoals potten en pannen, schoenen en kinderkleding, die Congoleze matrozen in een winkeltje in Antwerpen kochten om ze thuis te verpatsen. Een bijzonder stuk is het kartel met het opschrift De 'Congolanders' dat stond bij de Zoo Humain op de Wereldtentoonstelling van Antwerpen in 1885.

De expo Vracht eindigt in de twintigste eeuw. Alles gaat sneller, wordt groter, moet efficiënter en de haven barst uit haar voegen. Containers vervangen jutezakken, stoere natiepaarden ruimen baan voor heftrucks, kranen komen in de plaats van spierkracht. De haven is vandaag een multimodaal distributiecentrum. Ook deze evolutie komt tot leven in een bont gamma van objecten.

Op het einde van de tentoonstelling loopt de ontroerend-poëtische film La Mouette (2020) van Sébastien Segers, gebaseerd op het dagboek van zijn grootmoeder, een zeemansvrouw, gescheiden van haar geliefde door de oceaan.

Meer dan twee jaar heeft het MAS voorbereid aan deze nieuwe expo. Ook al varen vele tientallen prachtige scheepsmodellen door de tentoonstelling, het verhaal wordt nooit saai technisch. Het is een boeiende cultuurhistorische tocht doorheen eeuwen Antwerpse haven, waarbij het MAS heeft geplukt uit zijn diverse deelverzamelingen en heel wat stukken toont die we tot nu zelden te zien hebben gekregen.

Tentoonstelling

Nieuwe semipermanente expo — Vracht. Over de haven, mensen en goederenMAS-Museum
aan de Stroom

Download hier de pdf

MAS.pdf