In oktober 2012 ging de restauratie- en conservatiecampagne van De aanbidding van het Lam Gods (1432) van de Gebroeders Van Eyck van start. Het restauratieatelier bevindt zich in het Museum voor Schone Kunsten in Gent. De achterzijde van het veelluik, beschermd als roerend en onroerend erfgoed, onderging mondjesmaat een gedaanteverwisseling.
Een nieuw Lam Gods
Tussenstand van de restauratie en conservatie
Vitrine
Vanaf het begin verkoos men een open restauratieatelier ondergebracht in het MSK, vlakbij de collectie oude meesters, in het opperbeste gezelschap van Jheronimus Bosch’ (ca. 1450-1516) De Kruisdraging en De Heilige Hiëronymus. ‘Open’ wil zeggen dat bezoekers via een glazen wand de kans krijgen om het restauratiewerk op de voet te volgen. Op deze manier verdwijnt het iconisch stuk nooit uit beeld – ook al blijft twee derde van de polyptiek permanent toegankelijk in de Villakapel in de Sint-Baafs-kathedraal in Gent.
De vitrine zorgt voor neveneffecten. Vooral op donderdag lokt het lam relatief veel bezoekers. Het valt voor dat een grote groep mensen voor het raam parkeert, met de neus tegen het venster. Een publieke restauratie schept verwachtingen. Het restauratieteam houdt, op vraag van het publiek, zo veel mogelijk rekening met de volgorde van de stukken, conform de gekende opstelling van het Lam Gods. Een vitrine voedt de wens tot interactie; men wil iets beleven of zelfs een praatje met een van de acht restauratoren maken. En men verwacht dat die restauratoren aanwezig zijn, wat niet altijd een evidentie is. Men studeert, bezoekt de bibliotheek, houdt gegevens op de computer bij, geeft een lezing of een interview en houdt breaks en lunchpauzes. Maandagen, wanneer het museum de deuren sluit, zijn heilig voor het team. Men zit dan samen, bespreekt de voortgang van het werk en de onderzoeksresultaten, confronteert panelen fysiek met elkaar. De vraag van het publiek om interactie is ook een vraag om educatie, om verdieping. Restauratiewerk is immers geen denderende liveshow. Weinig werk dat zich noodgedwongen met zo’n slakkengang voortsleept. Het is dan ook hinderlijk dat het educatieve luik (Provinciaal Cultuurcentrum Caermersklooster) en het kunstwerk niet onder één dak zijn ondergebracht. In het MSK hing men een scherm en infopanelen op, maar daarmee wordt de afstand tot het Caermersklooster niet overbrugd. Het is duidelijk dat dit een cruciaal aandachtspunt wordt wanneer het Lam Gods opnieuw naar de kathedraal verhuist.
De spektakelwaarde mag dan misschien wel aan de magere kant zijn, de hele operatie is dat allerminst. Het is een privilege om de polyptiek in radicaal andere en betere omstandigheden te aanschouwen: dichtbij, beter belicht, in volle metamorfose, in het comfort van een museum. De hele wereld wordt deelachtig van de renaissance van een van een handvol cruciale kunstwerken uit de vijftiende eeuw.
Fris en sprankelend
Sinds het begin van de campagne werkt de restauratiecel aan de acht panelen van de achterzijde (het Lam Gods in gesloten toestand). In een vroeg stadium werd de gele film van sterk verkleurde vernis weggehaald.
De verflagen die bloot kwamen te liggen bleken oude overschilderingen. De draperieën van bijna alle figuren, de grisailles met Sint-Jan de Doper en Sint-Jan de Evangelist en de architecturale settings werden na 1432 substantieel herwerkt. Die bevindingen werden gestaafd door de analyse van micromonsters in het labo van het KIK. En daar de overschilderingen bijna overal de craquelures van de originele lagen volgen, had zelfs de grootste expert niets in de gaten. Groen licht voor het weghalen van de oude overschilderingen, zonder structurele schade aan de onderliggende picturale laag te veroorzaken, kwam er na de resultaten van het onderzoek met de 3D Hirox-microscoop (Universiteit Gent) en een MA-XRF-scan (Universiteit Antwerpen). Die 3Dmicroscoop duikt in de craquelures en brengt met een maximum vergroting van x2500 het stelsel van groeven, als was het de Grand Canyon, in een 3D-simulatie in beeld, waardoor alle lagen en zelfs verfpartikels tot op micronniveau in kaart gebracht worden. De relatief goede bewaringstoestand van de originele schildering van de Van Eycks gaf de doorslag voor de verderzetting. Men kan opperen dat de overschildering al die jaren als een buffer tegen de ongunstige effecten van het licht heeft gediend. What you see is not what you get. Centimeter per centimeter pelde men met scalpel en stereomicroscoop de lagen af. Decennialang bleven we onwetend over het ware Lam Gods. Het is een realiteit waarmee elke liefhebber en onderzoeker geconfronteerd wordt: oude schilderijen zien er zelden uit zoals de maker hen opgeleverd heeft. Ouderdomspatina en verregaande (hyper-)restauraties vertroebelen het zicht. Geen beter voorbeeld dan de metamorfose van de acht panelen van het Lam Gods.
Het nieuw verworven coloriet is fris en sprankelend. De kleurenpracht is ongezien. Draperieën die klungelig overschilderd waren getuigen nu weer van het technisch vernuft van de Van Eycks. De driedimensionaliteit van het interieur van de Annunciatie of van de grisailles is in ere hersteld. De weergave van schaduw en licht – een van de verworvenheden van de kunst van de van Eycks – is nu weer zichtbaar. Slagschaduwen gingen schuil achter verdonkerde overschilderingen. Ook op iconografisch vlak ziet men merkwaardige veranderingen. Het illusioneel spel van spinnenwebben in de hoeken van muren was eeuwenlang aan het oog onttrokken.
Ook de lijsten werden onder handen genomen. Een extra subsidie van 149.113 euro (80% Vlaamse overheid, 20% Fonds InBev-Baillet Latour) werd vrijgegeven om de negentiende-eeuwse overschildering van de lijsten weg te halen. Met solventen werd de steenimitatie door de originele polychromie vrijgelegd. Voor de Van Eycks waren lijsten en panelen een ondeelbaar geheel, getuige de stofimitatie en opschriften op de lijsten van bijvoorbeeld de Madonna met kanunnik Joris van der Paele (Groeningemuseum, Brugge) of Portret van Jan de Leeuw (Kunsthistorisches Museum, Wenen). Een portret als dat van Margareta van Eyck (Groeningemuseum, Brugge), de echtgenote van Jan, wordt door de inscriptie een zogenaamd sprekend portret. Margareta zegt: ‘Mijn man Johannes voltooide mij in het jaar 1439 op 17 juni / mijn leeftijd was drieëndertig jaar’.
De renommee van Hubert en Jan
Zal men na de hele operatie het aandeel van Hubert van Eyck (1380/85-1426), de oudere broer van Jan, ten langen leste kunnen aantonen? Bart Devolder (in-situ coördinator van het restauratieatelier in het MSK): “Ik zou al heel blij zijn mocht men met honderd procent zekerheid kunnen stellen dat Hubert van Eyck daadwerkelijk aan het stuk geschilderd heeft. Ik vind dat op zich een interessantere vraagstelling dan wie wat geschilderd heeft.”
Devolder: “Als we druk voelen vanuit de expertencommissie, dan gaat het over de inscriptie op de lijst, omdat die het jaartal en het aandeel van Hubert vermeldt.” Met andere woorden: is het kwatrijn origineel? “Dit deeltje werd nog niet aangepakt. Naar alle waarschijnlijkheid roepen we begin 2015 eerst een speciale commissie bijeen en gaan we na wat we precies zullen doen. De inscriptie is in grote mate overschilderd. Wat als het origineel zwaar beschadigd is?” Er is overigens minder buitenlandse media-aandacht dan men aanvankelijk verwacht had. In Art Daily kwam een stuk, in The Art Newspaper een interview, de Japanse en Russische televisie coverden het project, zelfs in Café Corsari mocht Bart Devolder aantreden, maar pas na de release van de film The Monuments Men. Voor The Monuments Men castte regisseur George Clooney het Lam Gods voor een opgemerkte bijrol in een film die een van de spannendste verhalen in de kunstgeschiedenis evoceert: de roof van talloze kunstwerken door de nazi’s en de daaropvolgende redding door een internationale elitegroep – een zwakke prent overigens. Wat de belangstelling voor de restauratie betreft moeten we toch concluderen dat we onze kunst slecht verkopen. Het ambassadeurswerk kan beter. Dagelijks wordt de vloer van de Sixtijnse kapel in Rome platgetreden door duizenden bezoekers, niet die van de Sint-Baafskathedraal. Rome en Gent zijn natuurlijk niet vergelijkbaar, maar het Lam Gods en de illustere kapel zeker wel. Beide spelen in de allerhoogste klasse.
Intussen kon men het klimaat in de kooi, de verblijfplaats van het Lam Gods in de Sint-Baafskathedraal, stabiliseren. Lampen die te veel warmte afgaven veroorzaakten conservatieproblemen en lagen aan de basis van de urgente conservatiebehandeling in 2010. Dan rijst de voor de hand liggende vraag. Gaat het veelluik na de voltooiing van de restauratie van de kathedraal tegen circa 2023 terug naar de glazen kast in de Villakapel? Alvorens dat oud zeer de kop opsteekt is de binnenkant van het Lam Gods aan restauratie toe.
Tentoonstelling
Het Lam Gods ont(k)leed - Provinciaal Cultuurcentrum Caermersklooster, Gent
Praktische informatie
Restauratieatelier - Open: dinsdag t.e.m. zondag van 10 tot 18 uur – Museum voor Schone Kunsten Gent