Verlenging tot 5 maart 2023.
Al meer dan 70 jaar verrast Jean-Jacques Sempé ( 1932–2022) ons met zijn humoristische tekeningen in kranten, tijdschriften en boeken. In België is nooit eerder een tentoonstelling aan zijn oeuvre gewijd. In de herfst van 2022 is het zover! In samenwerking met galerie Martine Gossieaux (Parijs) zal het werk van deze geniale cartoonist te zien zijn in de Fondation Folon, in het Regionale park Solvay. De expo brengt meer dan 120 originele tekeningen bij elkaar, waaronder enkele van zijn eerste humoristische schetsen in Moustique (de Franstalige tegenhanger van Humo), illustraties uit Le Petit Nicolas, covers van de New Yorker en meer dan veertig cartoonalbums. Een hommage aan het ironische en schalkse oeuvre van de onlangs overleden artiest.
De tentoonstelling is opgevat als een lange wandeling langs 120 werken, een ontdekkingstocht door de artistieke wereld van een Sempé, flirtend op de grenslijn van filosofie, poëzie en sociologie. Hier en daar wijzen aandachtspunten op bepaalde aspecten van zijn artistieke loopbaan, zoals zijn samenwerking met het Belgische tijdschrift Moustique, zijn opmerkelijke De kleine Nicolaas en zijn verstandhouding met René Goscinny, naast illustraties bij teksten van bekende tijdgenoten of covers voor The New Yorker.
Jean-Jacques Sempé
Jean-Jacques Sempé wordt in 1932 geboren en overlijdt in augustus laatstleden. Hij groeit op in Bordeaux in een bescheiden thuis. De radio is zijn toevlucht. De muziek zijn passie. Tegelijk verlegen en onstuimig, wordt hij tenslotte van de middelbare school gestuurd en begint hard te werken op 17-jarige leeftijd. Sempé tekent vanaf zijn twaalfde. In 1951 verschijnen zijn eerste creaties in Sud-Ouest. Kort daarna waagt hij zijn kans in Parijs en publiceert het Belgische weekblad Moustique zijn tekeningen.
In 1954 geeft ditzelfde tijdschrift zijn eerste versies uit van Le Petit Nicolas ( De kleine Nicolaas). Het einde van de jaren 1950 luidt het begin in van zijn loopbaan als perstekenaar. Zo werkt hij vanaf 1957 regelmatig samen met Paris-Match, met L’Express, en in 1961 ook met het Britse Punch. Zijn internationale loopbaan gaat van start. Tussen 1978 en 2018 komt het tot een apotheose met een reeks van 112 covers voor The New Yorker.