Van in zijn jeugd was Oostendenaar James Ensor (1860-1949) gefascineerd door de snuisterijen in de schelpen- en souvenirwinkel van zijn ouders en oom en tante. Je vindt er sporen van in zijn werk. In dit pand, waar hij sinds 1917 meer dan 30 jaar woonde, is die winkel gereconstrueerd. Ensor erfde het van zijn oom. Op de eerste verdieping bezoek je de documentatiekamer (met een jaarlijks wisselende tentoonstelling) en op de tweede Ensors salonatelier. Het ‘Blauwe Salon’ aan de straatkant was zijn ontvangst- en werkruimte, maar ook leefkamer en atelier. Het huis bevat meubels die je in Ensors oeuvre aantreft.
Ensors ouders woonden verderop in de straat en hadden een gelijkaardig winkeltje. Daar ontstonden veel van zijn schilderijen, maar het was er zo krap dat hij er bijvoorbeeld zijn beroemde ‘Intrede van Christus’ nooit volledig kon ontrollen.
Veel inmiddels onbetaalbare kunstwerken kwamen er tot stand. Vrijwel meteen na zijn dood werd de woning ingericht als museum, maar het wordt nu pas in haar oorspronkelijke staat en volle glorie gerestaureerd. Meer nog: door ook het aanpalende pand in het museum te integreren, wordt het James Ensorhuis hét mekka voor fans van de kunstenaar.
Het biedt nu eveneens plaats aan tijdelijke tentoonstellingen en laat bezoekers op al dan niet interactieve wijze in het soms nogal bewogen leven en invloedrijke oeuvre van de kunstenaar duiken.
