In de Infantekamer van het Kasteel van het 'Staatsdomein, Gaasbeek' (Brabant) hangt, na nagenoeg vier jaar afwezigheid, sedert april 1969 een schilderij terug, dat door de 18e-eeuwse schrijvers aan Antoon Sallaert of zijn atelier werd toegeschreven.
Het schilderij, dat een boogschuttersfeest voorstelt, was zwaar beschadigd en bedekt met vervuilde vernislagen zodat het behandelde onderwerp zeer onduidelijk en met sterk vervaagde kleuren te bekijken viel. Het hoeft dan ook niet te verwonderen dat het werk bekend stond als een kopie, van het doek met dezelfde titel, dat zich in de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België te Brussel bevindt. Dit schilderij met grotere afmetingen (180x340 cm) wordt aan Antoon Sallaert toegeschreven.
Tijdens het bijna vierjarig verblijf in het Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium te Brussel, dat men een sanatorium voor zieke schilderijen zou kunnen noemen, werd het werk van het Kasteel van Gaasbeek op een nieuw doek gebracht en volledig gereinigd. De originele verf moet op enkele plaatsen volledig verdwenen zijn en later terug bijgeschilderd. De niet originele delen werden verwijderd en na de reiniging op discrete wijze bijgeschilderd. Waar de voorstelling ontbrak werd ze niet opgevuld met nieuwe figuren, maar werd het architectonisch kader zeer eenvoudig bijgeschilderd zonder verdere detaillering. Dat kan men o.m. links en rechts op het schilderij zeer goed vaststellen. Uit deze restauratie blijkt met welke zorg en eerbied voor het originele stuk een restauratieatelier te werk moet gaan, als het een schilderij in behandeling krijgt.
Tijdens de behandeling werden allerlei proefnemingen op de verf gedaan, om te achterhalen welke de originele lagen waren en hoe oud die konden zijn. Er werden ook gegevens verzameld over het schilderij en zijn mogelijke maker. Zo kwam in de loop van de behandeling allengs duidelijker vast te staan dat het zogenaamde origineel uit het museum van Brussel het autentieke niet was, maar, dat het als een kopie van het doek uit het Kasteel van Gaasbeek beschouwd moet worden. De naam van de schilder komt op het doek van Gaasbeek niet voor. Men kent wel een reeks schilderijen die betrekking hebben op de voorstelling van ons schilderij.
Men weet ook dat de opdracht tot het maken van die reeks gegeven werd aan kunstschilder Van Alsloot, een tijds- en stadsgenoot van Sallaert. Een verder doorgevoerd onderzoek moet echter meer klaarheid brengen in de toeschrijving van ons schilderij aan Sallaert. Het is immers niet bekend dat hem een opdracht tot het maken van dit schilderij werd gegeven.
De titel van het schilderij gaat terug op een detail dat links op het schilderij voorkomt. Het schilderij stelt de verschillende fasen van een schuttersfeest voor. Naast het gaaischieten links, zien we een hele menigte rijk geklede lieden defileren voor een gebouw, terwijl rechts een stoet gevormd wordt, die links beneden wordt ontbonden. Men zou kunnen zeggen dat we voor een schuttersstuk staan, al ziet het er niet uit als de schuttersstukken van Frans Hals of het beroemde werk van Rembrandt 'De nachtwacht', die nochtans omstreeks dezelfde periode tot stand kwamen.
De schuttersgilden hadden in die tijd de functie, die zij bij hun oprichting in de 14e eeuw kregen, al grotendeels verloren. De krijgstechniek schakelde in de 16e eeuw over van de boog naar het musket (vuurwapen). Er ontstonden toen nog wel gilden die van wapen veranderden, maar aan oorlogen namen zij niet meer deel omdat de huursoldaten reeds lang hun intrede hadden gedaan. Zij waren alleen nog een stedelijke militie en oefenden zich geregeld in het hanteren van de boog, wat plaats vond in het Schuttershof. Daaraan herinnert b.v. nog de Schuttershofstraat. De overwinnaar werd met een zilveren kraag en ketting als schutterskoning onderscheiden. Alleen de wapens die de gildenlieden dragen, wijzen nog op het oorspronkelijk militaire karakter van de groep. Het zijn echter ook reeds pronkwapens geworden die de rang van de gildeleden aanduiden; de kapitein had meestal een rotting, een bamboestreep of rotanstak bij zich, de luitenant droeg een korte speer of sponton en de sergeant een hellebaard.
De schutterij ontstond voor de verdediging van de steden; zij had ongetwijfeld haar invloed op de zeden en gewoonten uit die tijd en was ook een kleurrijke noot in de samenleving. Op het schilderij van Gaasbeek zieHet is een weergave van het groot boogschuttersfeest te Brussel gehouden in 1615.n wij zowel de hellebaardiers als de luitenants en de koning, en in de koets de pas tot koningin uitgeroepen Aartshertogin Isabella.