Willens nillens zijn we kinderen van onze tijd! Hoe men ook over abstracte kunst denken mag, toch speelt ze, bewust of onbewust, in ons schoonheidsaanvoelen een werkzame rol. Wanneer velen thans beweren, dat het meesterwerk bij uitstek uit de verzamelingen van het Antwerps Museum de Madonna van Fouquet is, -een bewering die 50 jaar geleden niet denkbaar was ! - dan is dat het gevolg van zekere eigenaardigheden, die we, omdat we ze nu heerlijk vinden, voortreffelijke hoedanigheden noemen, maar die men vroeger als archaïsme, als onvolmaaktheid, eerder met voorbehoud mede in de koop opnam.
Het meest opvallende, dat vroeger eerder aanstoot gaf, nu bijzondere bekoorlijkheid heet, is, dat Fouquet geen poging deed om de kleurengamma die hij hier ontwikkelt te doen overeenstemmen met de kleur die de dingen die hij uitbeeldt in werkelijkheid hadden of zouden kunnen gehad hebben.
Hij had niet de bedoeling de indruk te wekken dat zijn voorstelling 'zo werkelijk is als maar kan'. Hij heeft integendeel met stralende opgetogenheid, zonder aarzeling of schroom, iets 'onwerkelijks' aan zijn voorstelling gegeven, door de uitdrukkelijke afwijking van wat men de 'normale kleur' der dingen zou kunnen noemen.
Maria, haar gelaat, haar schouders en haar naakte borst, het Jezuskind en zelfs haar mantel zijn in eenzelfde 'wit' geschilderd, dat zeker, door zijn uiterst subtiele geschakeerdheid, ademend leven suggereert, maar dat niet poogt de verscheidenheid der stoffelijkheden uit te drukken.
Over het uitdrukken van de substantie der materie wordt bewust heengestapt! Daardoor ontstaat een eigenaardige dualiteit die de charme van dit werk uitmaakt. Volstrekt overtuigende uitbeelding van de werkelijkheid aan de ene kant, volstrekte afwijking van de 'werkelijke' kleur der dingen anderzijds.
Nog duidelijker is dat in de negen engeltjes die Maria's troon omgeven, waarvan er zes in ongeschakeerd fel rood en de overige in hevig en diep blauw geschilderd zijn, blauw dat trouwens identiek is met het blauw van de achtergrond achter Maria's hoofd. Men zou kunnen opwerpen, dat engelen - die er hier uitzien als gummi poppetjes! - geen reële wezens maar geesten zijn en Fouquet zich daarom die 'vrijheid' mocht veroorloven.