Zoals Hilde Van de Walle haar kinderen daar kriskras in haar tuin heeft neergezet, op stokken en op boomstronken, kan je er ook vanop straat al niet naast kijken. Bevroren in hun keramiek ademen ze een aangename gekte, temidden van die weiden en velden. En minder kon je eigenlijk niet verwachten, van iemand die zoals Hilde op haar naamkaartjes de Pierkenstraat heeft staan. En Zottegem.
Een boodschap uit de mazoutketel
Liefst van al werkt ze 's nachts. Aarde wordt dan door haar gekneed en aan een alles verzengend element onderworpen: vuur. Hilde Van de Walle werkt snel, zonder voorbedachte rade, laat zich door impulsen leiden. Zelf beschrijft ze haar personages als "voorhistorisch", uit een tijd toen er nog geen sprake was van rede, en ook de door haar gebakken schalen en vazen lijken overlevenden uit een al lang verduisterd verleden.
Haar tekeningen worden door mythologische dieren, wufte, wulpse cupido's, en bucolische dames geregeerd. Te pas en te onpas ziet men er zaadcellen zweven. En alles lijkt in een permanente staat van zwangerschap te leven. In opdracht van Openbaar Kunstbezit heeft Hilde Van de Walle nu op haar manier een Graal gecreëerd, een beker die voor eeuwig leven blijft geven. Niet één maar vijftien. En in een voormalige mazoutketel.
In een onzichtbare hoek kakelen en kwaken kippen en ganzen, en ergens in de tuin houden ook nog een S en een B zich in een wankel evenwicht overeind op staafjes. Het zijn de overblijfselen van een alfabet dat Hilde hier de voorbije zomer had neergeplant, toen ze met een aantal bevriende kunstenaars een keramiekroute had opgezet Twee op elkaar staande bollen vormen de B, terwijl de S meer weg heeft van zo'n wreedaardige Goedendag van weleer. Na een tijdje ontdekt Hilde dat ook de H nog ergens bewaard is gebleven. Je kan nog amper letters in die letters herkennen. Maar Hilde hanteert dan ook liever het woord geheimtaal als ze haar alfabet ter sprake brengt. als moest er iets voor de boze buitenwereld verborgen worden en afgeschermd, een zoet geheim.
Al lang geleden, zegt ze, had ze met haar vrijer met behulp van eigenhandig bedachte symbolen gecorrespondeerd. Ze is al van haar vijftiende bezig, en nu is ze bijna veertig. Ze heeft een man en drie kinderen. Jongens die met ongeduld uitkijken naar het einde van ons interview. Want ze hebben honger. Hilde had getekend, geschilderd, en had zich ook op de grafiek gegooid. Pas een paar jaar terug was daar de keramiek bijgekomen.
En ondertussen gaat dat op en af met periodes: de ene keer gooide ze zich op het ene medium, en dan weer op het andere. Maar de keramiek. vindt ze, heeft het meest te bieden. "Omdat je met een skulptuur bezig bent, in drie dimensies, en tegelijk toch dezelfde dingen kan doen die je anders op papier zet. Je kan schilderen op die keramiek, tekenen, afdrukken maken, en wat ik anders op een plaat zou graveren, kras ik nu op de klei. Vooral dat laatste heeft grote voordelen. Ik werk enorm impulsief, direct, en nooit met een voorontwerp. En wat op de plaat niet kan, lukt wel op die klei: ik kan corrigeren. Je kan stukken bijkleven of wegnemen, maar eenmaal een ets in een plaat is gekrast, staat die daar voor eeuwig in".
Dat corrigeren was ook wel nodig, in het begin. Her en der staan nog probeersels van nog zo lang geleden. Een beetje academisch, zegt ze zelf. Slechts met de tijd had haar eigen stijl weer de overhand gekregen. Zelf omschrijft ze die het liefst als "suggestief'. En geleidelijk aan was ze opnieuw met kleuren gaan werken. Aardekleuren, die met ijzer, of goud worden gecombineerd. Warme kleuren ook. En zoals ze daar over die zelfgebouwde gasoven in die houten barak praat. en de broosheid van het proces waarmee daarin die symbolen bij uitstek van geven en nemen moeten worden gebakken, haar schalen, lijkt ze wel een vroedvrouw die nacht na nacht van de ene moeilijke bevalling naar de andere reist. Een oude mazoutketel was in ringen versneden zodat hij naar believen kan verkleind worden of vergroot, en binnenin kwamen gasbranders te liggen. Drie volwassenen kunnen er makkelijk in rechtop staan, en heel voorzichtig moet de temperatuur bij het bakken naar de eerste 500 graden worden opgedreven, elk half uur naar slechts 50 graden meer. Tot de kleisprong overschreden is, en het gevaar van barsten is geweken. Met veel scha had ze ook geleerd hoe vervolgens de glazuur laag na laag moest worden ingebakken, op temperaturen tussen 980 en 1.200 graden. En zo namen zo'n paar vazen al snel een een paar nachten in beslag.
Zaadcellen en andere symbolen van zwangerschap sieren nu ook de schalen op pootjes die ze voor de lezers van Openbaar Kunstbezit ontworpen heeft. Bij mijn bezoek moesten ze nog in de oven, en als u ze afgewerkt te zien krijgt, zal geen van de vijftien helemaal als de andere ogen. "In een gasoven is zoiets ook onmogelijk. " zegt Hilde, "vanwege de ongelijke spreiding van de hitte. En bovendien: ik ben te impulsief om twee keer krek hetzelfde af te leveren. Ik zou het ook niet anders willen".
Ze is uiterst produktief, en dat ze voltijds plastische opvoeding in Gent en Eeklo doceert, kan haar daarbij amper hinderen. Elke nacht weer kruipt ze in die houten hut achterin de tuin. En zelf is ze veels te bescheiden, grote woorden als Graal zal je haar niet in de mond horen nemen. Maar laat u niet misleiden. Haar schalen zijn zomaar geen schalen. Diep binnenin zitten pleidooien voor wat vergeten filosofen als Eeuwige Vrouwelijkheid prezen en een dionysisch leven.
Steeds weer blijft Hilde Van de Walle vissen tekenen, die zweven. Dat. denk ik dan, moeten zelfportretten wezen.