Twee koffers vol kunst op kindermaat

De ene koffer steekt vol "kleurenkriebels", in de andere koffer verbergt zich "Sleuteltje", de mascotte van het musea. Beide koffers staan vertrekkensklaar te wachten in de gangen van het Provinciehuis Oost-Vlaanderen. 

Twee koffers vol kunst op kindermaat

Leerkrachten van het lager onderwijs (Oost-Vlaanderen) die hun jonge volkje op een leuke wijze willen laten kennis maken met beeldende kunst en de wereld van het museum. kunnen beide koffers gratis ontlenen. 

Vanaf dit schooljaar stelt het provinciebestuur van Oost-­Vlaanderen twee uitleenkoffers ter beschikking van het lager onderwijs. Met dit educatieve "kofferproject" wil men de leerkrachten op weg helpen om in de klas de verbinding tussen kind en kunst tot stand te brengen. Op de interprovinciale studiedag van 19 november in Brugge bleek immers de nood aan dergelijk educatief materiaal, zeker binnen het kader van de eindtermen voor muzische vorming in het basisonderwijs. 

De kunstkoffer werd samen­gesteld door de vzw Rasa uit Sint-Niklaas. een vereniging die beeldende kunst wil promoten naar kinderen toe. De koffer bevat een "kijkwijzer" ( concrete hulp bij het leren kijken naar kunstwerken), drie ingelijste reprodukties, didactisch materiaal en een pak kleurig spelmateriaal. Basisidee voor de koffer is dat de wereld rondom ons vol kleur zit: kleur die je wetenschappelijk of gevoelsmatig kan benaderen, kleur dat ook één van de basiselementen is van de beeldende kunst. 

De tweede koffer is de museum­koffer "Sleuteltje in het museum". Deze koffer, een initiatief van provinciaal museum­consulente Anneke Lippens, bevat - naast didactisch materiaal voor de leerkracht - de mascotte Sleuteltje, een videoclip en drie spelletjes die elk een deelaspect van het museum belichten. Nadat de klas met "Sleuteltje" spelenderwijs op verkenning is getrokken door het museum, zullen zowel leerlingen als leerkrachten een beter en vollediger beeld hebben van het museumwerk.

Praktisch

Meer informatie over de twee uitleenkoffers voor het lager onderwijs:

Provincie Oost-­Vlaanderen, Afdeling 91, Kunst en Cultuur, contactpersoon: Anneke Lippens, Woodrow Wilsonplein 2, 9000 Gent, cel. 09/267.72.52. 

De ludieke wereld van Fluxus

De Fluxusbeweging wordt wel de radicaalste en meest experimentele kunstrichting van de jaren '60 genoemd. Fluxus ontstond begin jaren '60 in de Verenigde Staten en Duitsland en bracht kunstenaars, performers, componisten, schrijvers en cineasten samen. 

"Violin in a Bird Cage" ( 1965), Joe Jones. gemengde technieken. Fluxusverzameling Gilbert en Lila  Silverman, Detroit 

"Violin in a Bird Cage" ( 1965), Joe Jones. gemengde technieken. Fluxusverzameling Gilbert en Lila  Silverman, Detroit 

Zij maakten anti-conformistisch, interdisciplinair werk vanuit een totaal nieuwe kijk op leven en kunst. Daarmee maakten zij de weg vrij voor de ontwikkeling van nieuwe kunstvormen als performance, minimalisme, videokunst en conceptuele kunst. 

Georges Maciundas bedacht in 1961 de naam "Fluxus" (= vloed), een term die duidelijk het dynamisch karakter van hun activiteiten centraal stelt. De Fluxuskunstenaars benadrukten de esthetische kwaliteiten van het leven zelf, zoals vertoont door Ben Vautier. Deze kunste­naar woonde tijdens het "Festival of Misfits" (Londen, 1962) gedu­rende twee weken in de etalage van Gallery One en verklaarde zichzelf "levend beeldhouwwerk" te koop voor 250 £. 

De Fluxuskunstenaars verwierpen het formalisme en de praal van de conventionele kunst. Ze volgden geen bepaalde stijl of richting, maar hadden vooral een alternatieve houding ten opzichte van de kunst, de cultuur en de alledaagse werkelijkheid. 

De grenzen van Fluxus werden bewust vaag gehouden. De meest uiteenlopende kunstenaars waren erbij betrok­ken: John Cage, Joseph Beuys, Yoko Ono, Nam June Paik, Ben Vautier, Claes Oldenburg, Wolf Vostell, La Monte Young, Robert Fillou, W.T. Schippers ... Ze uitten hun ideeën via een breed gamma van activiteiten en performances, of realiseerden in collectief verband allerlei bizarre objecten en publikaties, die heel de wereld rondgestuurd werden. 

De tentoonstelling brengt via honderden documenten en artefacten de ludieke wereld van Fluxus tot leven. Er zijn videodocumenten, films en reconstructies, o.a. de etalage in Londen waar Ben Vautier in woonde en de Fluxwinkel die Willem de Ridder in Amsterdam uitbaatte. "In de geest van Fluxus" besluit met een selectie van vroege en recente werken van kunstenaars die qua sfeer en mentaliteit met Fluxus geassocieerd worden. 

Praktisch

 Hessenhuis, Antwerpen (tot 28 januari '96) 

''Altered Ping-Pong Rackets" ( 1965), George Maciunas, ping-pongraketten en mixed-media. Fluxusverzameling Gilbert en Lila Silverman, Detroit

''Altered Ping-Pong Rackets" ( 1965), George Maciunas, ping-pongraketten en mixed-media. Fluxusverzameling Gilbert en Lila Silverman, Detroit

"jan plezier"

Negen zalen van het Jubelparkmuseum, waaronder de "Sakkara­-zaal" en de "Schat­kamer", openden recent opnieuw de deuren. U kan er op ontdekkingstocht door het oude Egypte, kleine maar erg dure steentjes bewonderen en een, zij het in gedachten, tochtje maken in een sjees, jan plezier of berline. 

In de Sakkara-zaal worden de afgietsels van de afdeling Egypte ter aanvulling van het schaal­model van de Sakkara-site gepresenteerd. De "Schatkamer" wordt ingewijd met de tijdelijke expositie ''Tot edelsteen verheven". Tweehonderd kunstvoorwerpen met sierstenen illustreren het gebruik van edelstenen door de mens. 

In afwachting van de definitieve opstelling krijgen de koetsen, paardetuig en accessoires een plaats in zes zalen. Hier vinden we een Hollandse "sjees" uit de 17 de eeuw, een "jan-plezier" uit de 18de eeuw, de "berline" van de graven van Aremberg, de doopkoets van de zoon van Napoleon III, de "dormeuse" van Leopold I en acht koetsen afkomstig van het Koninklijk Paleis. 

De zaal Europees keramiek biedt een overzicht van de Europese keramiek van de middeleeuwen tot het einde van de l 9de eeuw. Brussels faïence, porselein, steengoed, geglazuurd aardewerk en kacheltegels zijn tentoon­gesteld. Naast de expositie "Tot edelsteen verheven" lopen nog twee andere exposities: "Fluwelen Rijkdom" en "Netsuke. Japan in een notedop". Ook deze tentoon­stellingen putten uit de zeer rijke en gevarieerde verzamelingen van het Jubelparkmuseum. 

Praktisch

in het Jubelparkmuseum te Brussel

Belangrijk kunstwerk van Ensor terug in Vlaanderen

James Ensor, "Squelette regardant chinoiseries".

James Ensor, "Squelette regardant chinoiseries".

In het kader van haar "Fonds voor Roerend Erfgoed", heeft de Koning Boudewijnstichting een belangrijk kunstwerk aangekocht van James Ensor ( 1860-1949): "Squelette regardant chinoiseries"

Dit schilderij dateert van 1885. maar rond 1888 veranderde Ensor de hoofdfiguur in een skelet en ook onderaan links voegde hij een doodshoofd toe. Hiermee introduceerde de kunstenaar het skelet in zijn werk.

Samen met het masker zal dit skelet het voornaamste uitdrukkingsmiddel blijven voor de macabere fantasie van Ensor. Het doek belandde in een privé­collectie in de V.S. Het werd voor een bedrag van 41 miljoen BF teruggekocht en wordt door de Koning Boudewijnstichting in permanente bruikleen toevertrouwd aan het Museum voor Schone Kunsten van Gent.

Het Fonds voor Roerend Cultureel Erfgoed werd in 1988 met de steun van de Nationale Loterij gecreëerd met de bedoeling het erfgoed van nationaal belang in België te houden. Eén van de redenen voor de oprichting van het Fonds is het feit dat belangrijke kunstwerken van o.m. Magritte en Ensor naar het buitenland verdwijnen. Zo wordt Ensors belangrijkste schilderij "Inkomst van Christus in Brussel" tegen­woordig in het Getty Museum in Malibu (Californië) bewaard. Met de terugkeer van "Squelette regardant chinoiseries" winnnen de Belgische musea een zeer waar­devol en cruciaal werk van James Ensor terug. 

Praktisch

Nieuw cultureel centrum de Brouckere opent met "40 Jaar Laureaten Beeldende Kunst"

De expositie "40 Jaar laureaten Beeldende Kunst" van de Provincie West-Vlaanderen kadert in de viering van 40 jaar Provinciale Dienst voor Cultuur. Het wordt de eerste tentoonstelling in het nieuwe Cultureel Centrum de Brouckere te Torhout. 

Sedert 1927 schrijft de Provincie West-Vlaanderen wedstrijden uit voor beeldende kunst. Doel is het opsporen van West­-vlaamse talenten, ze bekronen, stimuleren en promoten. In de periode 1955-1995 waren er 29 laureaten in de disciplines schilderkunst en beeldhouw­kunst. 25 laureaten nemen deel aan deze overzichtstentoon­stelling, onder hen vinden we o.m.: Roger Bonduel (bekroond in 1958 en 1960), Cyr Frimout (bekroond in 1972), Geert Opsomer en Dirk Zoete (bekroond in 1992). 

Van elke laureaat zijn twee kunstwerken in de tentoon­stelling opgenomen: een ouder werk in de sfeer en uit de periode van de bekroning, en een zo recent mogelijk werk. De expositie is daardoor een boeiende en afwisselende illustratie van welke beeldende expressies van West-vlaamse artiesten in de jongste 40 jaar als vernieuwend werden aanzien en dus bekroond. 

Uiteraard kan men een meer of minder uitgesproken evolutie opmerken bij al deze kunstenaars. Nagenoeg alle laureaten kunnen een uitgebreid palmares aan prijzen en tentoonstellingen in binnen- en buitenland voorleggen. 

Praktisch

Cultureel Centrum de Brouckere, Torhout (tot 26 november) 

De wedergeboorte van het Spoelberchmuseum

In Leuven wordt na vele jaren het Spoelberchmuseum opnieuw geopend. Voor het eerst sinds lang worden de mooiste stukken uit het familiepatrimonium en de kunstcollectie van de familie de Spoelberch opnieuw tentoongesteld. Eigenlijk gaat het om de werdergeboorte van een klein museum, waarvan de collectie een bewogen geschiedenis achter de rug heeft. 

Het museum toont een selectie uit de kunstvoorwerpen die aan de Katholieke Universiteit gelegateerd werden door burggraaf Charles Victor de Spoelberch. Charles Victor was de laatste mannelijke erfgenaam van de tak van de familie die op het kasteel in Lovenjoel woonde. Overeenkomstig zijn wil kwamen na zijn overlijden in 1907 het landgoed Lovenjoel, de voorvaderlijke portrettengalerij, het familiezilver en de verzamelde kunstvoorwerpen aan de Katholieke Universiteit Leuven toe. Op het oude familiedomein werden in de jaren twintig de paviljoenen van het psychiatrisch ziekenhuis Salve Mater gebouwd. Nabij een recenter kasteeltje, in een kleiner park aan de andere kant van de kerk van Lovenjoel, werd in 1938 het medisch-pedagogisch instituut Ave Regina opgericht. 

De Spoelberchs doken voor het eerst op in onze gewesten in de 14de eeuw, als krijgsman of als jurist in dienst van de landsheer. Mettertijd veroverden zij een vaste stek bij de hogere burgerij van Leuven en Brussel. Ferdinand van Spoelberch ( 1596-1675) kocht de heerlijkheid Lovenjoel bij Leuven aan. In de 18de eeuw kreeg het kasteel zijn huidige vorm, maar meestal verbleef de familie in Leuven waar ze als meier, burgemeester of schepen betrokken waren bij het bestuur van de stad. In 1816 verleende koning Willem I aan vier leden van de familie de titel van burggraaf. Vanaf dan verlegden de burggraven hun aandacht meer naar Brussel en naar industriële en financiële activiteiten. 

Al snel na de schenking van Charles Victor richtte de Universiteit in het Heiliggeest­college in de Naamsestraat een museum in. Aan het einde van de jaren twintig verhuisde het hele museum naar de nieuwe Universiteitsbibliotheek.  Toen de bibliotheek in 1940 werd beschoten en bijna volledig werd vernield, bleef de Spoelberchcollectie gespaard. Wel waren veel schilderijen en antieke meubels door de rook en de hitte zwaar beschadigd. De meeste meubels werden voorlopig weggeborgen. Wat nog toonbaar was bleef opgesteld, maar verhuisde in het begin van de jaren zeventig door plaatsgebrek naar allerlei opslagruimtes. Pas recent werd besloten de collectie voor het publiek toegankelijk te maken in het Heiliggeestcollege, het gebouw waar ze vlak na de schenking terecht gekomen was. 

De leden van een andere tak van de familie, afstammend van Charles Chrétien de Spoelberch (†1772), hebben zich onder impuls van professor Jan Roegies de lamentabele toestand van de collectie aangetrokken. Er werd een restauratieproject opgestart onder begeleiding van de Dienst Kunstpatrimonium van de K.U. Leuven. De meeste schilderijen zijn intussen in hun vroegere luister hersteld en bieden een onbelemmerd zicht op de voorvaderen van het geslacht Spoelberch. Door de restauratie werden de kleuren op spectaculaire wijze aan het licht gebracht. Ook bij de nu gerestaureerde meubels komen vormgeving, materiaal, textuur en kleur opnieuw tot hun recht.

Verder bevat de Spoelberchcollectie naast mooie stukken zilver, een rijke verzameling oosters en Europees porselein. 

Roca, rocoqui, rococa, ... rococo

De term "rococo" ontstond omstreeks 1730 in Parijs.  In een atelier waar versieringen ontworpen werden voor meubels en kandelaars was men al een tijdje zoekende naar een gepaste naam voor de speelse ornamentiek. Tijdens het gejongleer met "rocaille", van de versiering in de vorm van rotsjes, en "coquille", van het schelpornament, ontstonden wellicht woorden als "roca, rocoqui, rococa, ... rococo". 

"Rococo !", riep plots één der kunstenaars uit, "dat is de term die perfect past bij die gekke ornamenten !".  En zo werd "rococo" de vakterm van kunste­naars onderling. Maar toen de heren kunstcritici het nieuwe woord ter ore kwam, dachten dezen er totaal anders over. Niet alleen vonden ze de term belachelijk klinken, maar ook was de stijl in hun ogen bespottelijk. Niettemin duidt "rococo" op de kunst, in het bijzonder de decoratieve kunst, in Europa van 1730 tot 1770. Het was in de eerste plaats in het Frankrijk van Lodewijk XV, waar we de meest karakteri­stieke elementen van het rococo verenigd vinden. 

Historische kostuums uit de tijd van Louis XV en Mme de Pompadour, van J.J. Rousseau en Voltaire, van Marivaux en Goldoni en schilders als Fragonard, Watteau en Boucher, naast de jonge Mozart, Telemann en niet te vergeten Cassanova!  Authentieke stukken uit onze musea worden geconfronteerd met de nieuwe ontwerpen ontsproten uit de creatieve geest van hedendaagse modeontwer­pers uit binnen- en buitenland. De tentoonstelling "Rococo" in het Cultureel Centrum De Werf is een boeiende ontdekkings­tocht doorheen de 18de eeuw, gezien door de ogen van nu. Smaken van toen zien we vertaald naar de mogelijkheden van de 20ste eeuw, modetrends aangegeven door het Franse hof kunnen nu de 20ste-eeuwse normen bepalen. 

Praktisch

Cultureel Centrum De Werf, Aalst (tot 14 januari 1996) 

OKV Verlotingsactie 1995

Links boven: Gedeputeerde Jean-Pierre Van Der Meiren, voorzitter van Openbaar Kunstbezit in Vlaanderen v.z.w. heet de talrijke genodigden hartelijk welkom.

Links midden: De welsprekendheid van Frans Boenders houdt het publiek in de ban. Ook Chris en Hubert Minnebo luisteren aandachtig toe. 

Links onder: De prijswinnaars samen op één foto met Hubert Minnebo en gedeputeerde Van Der Meiren. 

Rechts boven: De kunstenaar, het kunstwerk en de winnaars: de heer en mevrouw Pottillius.

Rechts midden: Koen Foubert, van de firma ASM tussen de heer en mevrouw Kinnaer die zopas hun hotelcheque in ontvangst mochten nemen. 

Rechts onder: Hubert Minnebo geeft toelichting bij de smeltoven in zijn bronsgieterij

Wilt U er volgend jaar ook bij zijn?

Op donderdagavond 31 augustus 1995 had de prijsuitreiking plaats van de OKV-verlotingsactie 1995. 

Prijswinnaars en genodigden kwamen samen in de ateliers van Hubert Minnebo in Stalhille. De weergoden speelden mee en de grote tent op de binnenkoer van de voormalige maalderij was niet erg nodig, maar zorgde voor een aparte sfeer. 

Frans Boenders gaf een uiteenzetting over Hubert Minnebo en de kunstenaar zelf leidde rond in zijn ateliers. 

De hoofdprijs was een bronssculptuur van Hubert Minnebo. Ook de prijzen voor de steun-abonnees werden uitgereikt; de winnaars mochten een cheque in ontvangst nemen voor een meerdaags verblijf in een Duits luxe-hotel. 

Download hier de pdf

OKV Medelingen 1995.4.pdf