Hans Vandekerckhove (°1957) is een Belgische schilder, geboren in Ingelmunster in West-Vlaanderen. Hij is de tweede van vijf kinderen. Zijn vader was een liefhebber van architectuur, een groot fan van Piet Mondriaan en een uitstekend portrettist. Zijn moeder was ook een kunstliefhebster. Al op zeer jonge leeftijd werd Hans meegenomen op excursies naar musea en begon hij zelf veel te tekenen. Hij leefde in een stimulerende en gelukkige omgeving. Zijn oom, een gepassioneerd tuinier en natuurkenner, wekte een fascinatie op voor serres en ommuurde tuinen. In 1979 behaalde hij aan de Universiteit Gent het diploma van licentiaat in de kunstgeschiedenis. Hij heeft nooit een carrière overwogen buiten de kunst. Schilderen was al van toen hij kind was een grote droom en is zijn leven geworden. In het begin van de jaren 1980 ontmoette hij zijn toekomstige vrouw Christina, verhuisde naar Brussel en begon te werken aan de uitbouw van de Sint-Lukas Galerij, gestart door de architect Alfons Hoppenbrouwers. Drie jaar later gaf hij die baan op om zich volledig aan zijn kunst te wijden. Hij zou al snel erkenning krijgen, zowel in België als internationaal.
Sinds het midden van de jaren 1980 woont en werkt hij in Gent, maar hij reist regelmatig door Europa, wat een belangrijke bron van inspiratie is, of het nu is om hedendaagse kunstenaars te ontdekken op de Zeitgeist-tentoonstelling in Berlijn of het werk van Giotto in Assisi, of om zich onder te dompelen in de natuur tijdens wandeltochten in de Alpen of in Schotland. Autodidact, met zestig jaar ervaring in tekenen, etsen maar vooral schilderen, maakt hij een oeuvre dat evolueert met de kracht van de traagheid en de samenhang.
Het werk van Hans Vandekerckhove bestaat voornamelijk uit figuratieve olieverfschilderijen. Toen hij in de jaren 1970 zijn studies beëindigde, was de conceptuele kunst erg in de mode. Maar tijdens een reis naar Londen ontdekte hij David Hockney en besloot hij zijn eindwerk te schrijven over deze zeer eigentijdse, maar figuratieve kunstenaar. Hij was gefascineerd door de kunstenaar en door de man die positief en optimistisch in het leven staat. In het werk van Hans Vandekerckhove vindt men uiteraard de invloed van Hockney terug, maar ook zijn belangstelling voor Matisse, Gauguin, Bonnard en Balthus.
Zijn onderwerpen kunnen landschappen, portretten of interieurscènes zijn, maar zijn altijd rechtstreeks geïnspireerd door zijn persoonlijke ervaringen: zijn dagelijks leven, zijn reizen, de specifieke interesses die hij in de loop der jaren heeft ontwikkeld. Hij schildert alleen mensen die hij persoonlijk kent, meestal familieleden. Hij portretteert ook vaak zichzelf, en maakt veel dubbelportretten.
Voor deze tentoonstelling steunt Hans Vandekerckhove op twee verschillende inspiratiebronnen die elkaar aanvullen en het geheel een grote samenhang geven.
Enerzijds ontleent het zijn filosofische betekenis aan de raadselachtige titel van een werk van Gauguin: Waar komen wij vandaan, wie zijn wij, waar gaan wij naartoe? Deze vraagstelling, die steeds weer aan de basis ligt van de thematiek van de werken van Hans Vandekerckhove, vormt een delicate en subtiele uitnodiging om na te denken over de verbondenheid met onszelf en over alle interacties die ons vormen: het verleden, onze cultuur, de natuur, het erfgoed. De rode draad die de door de kunstenaar gekozen werken verbindt, is het intieme, de bezinning, de herinnering, de banden met onze omgeving en met anderen.
Anderzijds laat Hans Vandekerckhove zich inspireren door het werk van Jan van Eyck, waarvoor hij altijd een fascinatie heeft gevoeld, niet alleen voor de technische virtuositeit uiteraard, maar ook voor de aandacht voor het detail en de veelheid aan symbolen, verwijzingen en verborgen zinspelingen in de geschilderde taferelen. Van Eyck verbergt een heel andere wereld in zijn werken, kleine parallelle verhalen in de details die alleen bij aandachtig lezen kunnen worden waargenomen. Gelukkig zijn zij die ze ontdekken en zich erover verwonderen! Het Portret van Giovanni Arnolfini en zijn vrouw is een perfect voorbeeld van deze praktijk. Meer recent ontdekte Hans Vandekerckhove in de Galleria Sabauda van Turijn het kleine schilderij van Van Eyck dat ooit aan Anselm Adornes heeft toebehoord: Franciscus van Assisi ontvangt de Stigmata.
In An Invitation to Eternity combineert Hans Vandekerckhove zijn twee inspiratiebronnen: hij herinterpreteert details van de schilderijen van Van Eyck en neemt daarbij de vraagstelling van Gauguin als leidraad. Zo deelt hij met de bezoeker herinneringen aan zijn jeugd ("Waar komen we vandaan?"), zelfportretten ("Wie zijn wij?") of dubbelportretten met zijn kinderen ("Waar gaan we heen?"). Het Adornesdomein, een plaats met een rijke geschiedenis, staat inderdaad ook voor de uitdaging een identiteit voor heden en toekomst te behouden en altijd verbonden te blijven met de veranderende wereld. De twee verhalen haken op elkaar in, met een subtiele en esthetische dialoog.