OKV2022.5 60ste jaargang

Met een monumentale biografie en een uitgelezen tentoonstelling krijgt Jozef Peeters (1895-1960) op overtuigende wijze erkenning voor zijn pioniersrol in de ontwikkeling van de abstracte kunst in ons land. Hijzelf zou zijn betekenis nog hoger hebben ingeschat, maar dat was nu eenmaal zijn temperament.

Albast, luxueuzer dan goud en zacht als fluweel, was bijzonder populair in de Europese beeldhouwkunst. M Leuven en het Musée du Louvre hebben de handen in elkaar geslagen om met een selectie bijzondere werken van de veertiende tot de zeventiende eeuw alle aspecten van het materiaal te belichten. De expo toont 130 topstukken van de beste albastsnijders.

Ça suffit ? is de titel van een aantrekkelijk boek dat ons vertrouwd wil maken met het werk van kunstenaar Albert Pepermans (° 1947). Maar wat moeten wij met die titel? Een vrij categorieke stelling, gevolgd door een vraagteken, het leesteken dat per definitie vragen oproept. Met een gewoon punt of een uitroepteken zouden wij beter geweten hebben: ‘Genoeg is genoeg, basta’. Maar het vraagteken zet alles op losse schroeven. En heimelijk houdt de kunstenaar daarvan.

In 1901 en 1902 gaf uitgever Edmond Deman de tot dan verschenen toneelstukken van Maurice Maeterlinck uit in drie delen. Deman liet zijn eigen exemplaar van Théâtre illustreren door Léon Spilliaert.

Flore Deman tekent in elk nummer haar antwoord op onze vraag: laat je inspireren door één zin in het tijdschrift. Ditmaal kiest ze voor een zin uit Het nieuwe KMSKA.