Vanaf 12 oktober worden in het S.M.A.K. films en tekeningen van Jan Fabre getoond. Een keuze uit de periode 1978 – 2002.
"films - tekeningen" Jan Fabre
Tovenaar
"Ik voel het tot in het merg van mijn botten. Ik ben geboren om een groot kunstenaar te worden. Ik ben gedoemd om belangrijke werken te creëren .", schrijft Jan Fabre op 15 augustus 1982 in zijn dagboek. Hij is dan 24 jaar oud en veel bezig met performance-art. "Die stelt de essentie van kunst in vraag. Ze confronteert de kunsten aar met zijn eigen fysieke en mentale grenzen, waardoor hij de meest essentiële vragen stelt omtrent zichzelf, zijn bezigheid en de algemene vergankelijkheid va n het leven." Ondertussen geniet Fabre internationale erkenning als theaterman, choreograaf en beeldend kunstenaar. De cyclus van leven en dood staat nog steeds centraal in zijn oeuvre. Kunst moet "magisch" zijn en nieuwe rituelen laten ontstaan.
"Wij kunstenaars moeten tovenaars blijven die met liefde en warmte de toeschouwer kunnen veranderen in een wild zwijn of een kalm lammetje, genezen of juist ziek maken, zodat hij voelt dat hij nog een lichaam en een hart heeft."
In het mythologisch universum van Fabre spelen insecten en roofdieren een belangrijke rol. De achterkleinzoon van insectenkenner Jean Henri Fabre is bijzonder gefascineerd door mogelijkheid tot metamorfose en door de passage waarin deze zich voltrekt.
"Zoveel als ademen"
"Tekenen is een metamorfose van tekens die van gedaante wisselen zoals insecten", zegt Fabre. "Voor mij is tekenen de eenvoudigste manier om van een vierkant een vliegend tapijt te maken. Om van een insect een hemellichaam te maken. Alles is mogelijk in de tekening". In het S. M.A.K. worden meer dan 250 tekeningen getoond, in reeksen. Jan Fabre en Jan Hoet hebben gekozen voor zelfstandige tekeningen, niet voor de vele werktekeningen die hij tijdens film- en theaterproducties maakt.
In de "bloedtekeningen" (79/82) tekent Fabre landschappen met zijn eigen bloed. Metafoor voor leven en dood en een schrijnend zoeken naar lichamelijke overdracht.
"Ilad of the Bic Art" uit '80 bestaat uit een reeks tekeningen gemaakt tijdens een performance. Ilad is een omkering van Dali, de publiciteitspaus van de kunst. Fabre bewerkte onder meer reproducties van grote schilders met een blauwe bic en pinde ze aan de muur. De term "bic art" lanceerde hij toen in die geest, en kunstcritici zijn hem in alle ernst blijven gebruiken.
"De vervalsing van het geheime feest" (1985) is een reeks met een sterk politiek-sociaal getinte inhoud. In 'overtekeningen' van reportagefoto's en burgerlijke kunst worden thema's als dood, geweld en terrorisme becommentarieerd .
Bic blauw
Jan Fabre houdt van het "uur blauw", het moment waarop de nachtdieren gaan rusten en de dagdieren ontwaken, een suprème moment waarin ondefinieerbare dingen gebeuren."
"Toen ik daarover las, verbleef ik veel in de natuur en daaruit zijn mijn eerste grote tekeningen ontstaan. Ik volgde insecten op papier en zo ontstonden lijnen die steeds dichter bij elkaar kwamen te liggen en anderzijds ontstond er ook een splijting van de ruimte. Het ging in die tekeningen om het creëren van nieuwe ruimten zonder vast te houden aan het gewone perspectief, eerder om het scheppen van verschillende lagen over elkaar waarbij, door het lijnenspel, men een reiziger wordt die telkens nieuwe ruimten schept."
Het onnatuurlijke bic blauw wordt een handelsmerk in de jaren '80. Jan Fabre gaat -met monnikenenergie- grote oppervlakken be-biccen. In de eindeloze monotone handeling is er sprake van een haast erotische omgang met het materiaal. "Je voelt je één met de handeling en de blauwe kleur." Het principe van tekenen als de kunst van het weglaten wordt door Fabre omgedraaid. "Ik beteken en laat de tekening ontstaan en herteken. De lijn geeft me betekenis en geeft richting naar de inhoud."
In 1988 laat hij in Künstlerhaus Bethaniën (Berlijn) vloer, plafond en wanden van een ruimte adembenemend mooi blauw bebiccen. Alles vibreert door de wirwar van honderdduizenden lijnen. Naar aanleiding van de voorstelling Prometheus Landschaft, door 8 acteurs om 4 uur 's ochtends opgevoerd, wordt een film gemaakt.
De vlieg en de kever
"Hé wat een plezierige zottigheid" dateert van hetzelfde jaar. In deze film zien we hoe Fabre behoedzaam een blauwe glazen uil te water laat. De film is een aanvulling op een installatie met 7 blauw bebicte badkuipen.
In 1990 laat Fabre een paar tientallen helpers een volledig kasteel blauw biccen. Geen deurknop laten ze onberoerd. Tivoli, nabij Mechelen, wordt getransformeerd tot een hallucinant blauw fort.
Een 10 minuten durende film documenteert deze tot sculptuur geworden tekening. In het S.M.A.K. worden een 20-tal films getoond; van vroege registraties van performances tot opnames in samenwerking met Bilt Forsythe (Engel van de dood) en Dietmar Kamper en Peter Sloterdijk (The problem).
Met de Russische kunstenaar llya Kabakov maakt hij in 1997 "Een ontmoeting/Vstrecha". Kabakov's ironische identificatie met de vlieg en Fabre's vereenzelviging met de kever leidde tot een fascinerende en bijwijlen hilarische Russisch/Nederlandse dialoog. Daadwerkelijk gekostumeerd in insectenoutfit op een New Yorks dakterras en in een kelder.
Wil u meer weten over de vitalistische doodsdrift van de kever en de wonderlijke organisatie van de vliegenmaatschappij, dan kan u vanaf 12 oktober in het S.M.A.K. terecht.