In oktober 2001 stelt het Stedelijk Museum voor Aktuele Kunst de eerste Quadriënnale voor, een grootschalige tentoonstelling met internationaal opkomende kunstenaars. De eerste Quadriënnale, die de titel Casino 2001 en een zestigtal kunstenaars groepeert, vindt plaats in het SMAK en in het Bijlokemuseum, beide gelegen aan het Citadelpark.
"CASINO 2001"
Een Quadriënnale in Gent.
Al van bij de opening van het nieuwe museumgebouw in 1999 had het SMAK de intentie om naast de tentoonstellingsprogrammatie, ook een forum op te richten voor jonge of minder bekende kunstenaars. Dit 'forum' zou met een zekere regelmaat ingericht worden en een platform geven aan kunstenaars waarvoor het museum zich nog niet (of amper) engageerde in het verleden.
Er wordt ruimte gecreëerd voor kunstenaars wier werk de discussie over hedendaagse kunst en de gangbare opvattingen hieromtrent op een zinvolle manier invult. Door een veelheid aan kunstenaars en projecten aan bod te laten komen, ontstaat de mogelijkheid om contacten te creëren, op zoek te gaan naar interessante gelijkenissen en verschillen, en op verschillende niveaus aan uitwisseling te doen. De Quadriënnale is in die zin een uitdaging voor het museum, dat op die manier om de vier jaar gedwongen wordt om iedere keer opnieuw van nul te starten. Elke editie zal door een andere curator, die tijdig benoemd wordt zodat er voldoende voorbereidingstijd is, geleid worden.
Het S.M.A.K. kiest er bewust voor om een tentoonstelling te lanceren die het 'traditionele tentoonstellingsritme', dat bepaald wordt door het opzetten van tijdelijke exposities in het museum naast de presentatie van de permanente collectie, doorbreekt. De Quadriënnale wordt op die manier een complementaire instelling naast het museum. Het vierjaarlijkse tentoonstellings-gebeuren ligt in het verlengde van de ervaring die het museum reeds heeft met events. Internationaal gezien merkt men dat de twee- of meerjaarlijkse tentoonstellingen als events steeds meer aan belang winnen, en zelfs op gelijke voet komen te staan met de permanente musea die over een vaste collectie beschikken. De Quadriënnale wordt dan ook een soort draaischijf, een 'event' dat ervoor zorgt dat het museum de eigen werking continu ondervraagt. Het wordt een structureel mechanisme, dat bepaalde openingen creëert in de normale werking van het instituut.
De eerste Quadriënnale: 'Casino 2001'
Voor de eerste Quadriënnale werd Jeanne Greenberg Rohatyn, een onafhankelijke curator en kunstadviseur uit New-York, aangeduid als artistiek directeur. In 1997 presenteerde ze de tentoonstelling 'American Artists in Paris' in de residentie van de Amerikaanse ambassadeur in Parijs. Ze was tevens intensief betrokken bij de installatie van hedendaagse kunstwerken op alternatieve locaties, en ze was curator van 'WallWorks', een project met muurinstallaties voor Edition Schellmann. 'CASINO 2001' wordt haar eerste grootschalige internationale tentoonstelling.
De titel van de tentoonstelling verwijst naar de oorspronkelijke functie van het gebouw waarin het SMAK sinds 1999 gehuisvest is. In het verleden was er in het huidige museumpand immers een casino ondergebracht. ''CASINO 2001' verwijst tevens naar het symbolisme en de mythologie van de Amerikaanse populaire cultuur, met het casino als metafoor bij uitstek. Als extravagante en theatrale plek waar populariteit en geld centraal staat, functioneert het casino als een soort 'modellocatie' voor de tentoonstelling. Het casino refereert aan glitter en oppervlakkigheid, maar eveneens aan het feit dat verslaving, corruptie en geweld alom tegenwoordig zijn in dit soort goktempels. De kunstenaars die voor de tentoonstelling uitgekozen werden nemen het populaire, of aantrekkelijke als thematisch uitgangspunt en benaderen dit gegeven op een kritische manier.
Het overgrote deel van de participerende kunstenaars groeide op in de jaren '70, in de periode waarin talrijke stromingen of '-ismen' elkaar in snel tempo opvolgden. De koude esthetica van de Pop Art wordt door hen hervertaald naar de hedendaagse cultuur. Hun generatie is opgevoed met noties zoals conceptualisme, consumeren, amusement en technologie. Het merendeel van de kunstenaars beschouwt televisie, film of een videospel als een belangrijke, soms zelfs esthetische ervaring. Vaak wordt de grens tussen kunstenaar en 'celebrity' erg klein, en in het werk lopen de privé- en de publieke sfeer in elkaar over. Keith Edmier bijvoorbeeld, zal voor zijn werk in 'CASINO 2001 ' samenwerken met Farah Fawcett, de glamoureuze televisiester die onder meer bekendheid verwierf in de jaren zeventig toen ze de rol van één van Charlie's Angels vertolkte. Mike Bouchet werkte gedurende drie jaar aan het construeren van een soort filmset, een 'dry wall'. Na afloop engageerde hij een modefotograaf om zijn werk te documenteren. Zijn studio annexe Hollywoodset zal door middel van foto's op behangpapier in het SMAK gereconstrueerd worden.
Locaties
'CASINO 2001' zal zowel de gelijkvloerse verdieping van het SMAK als het Bijlokemuseum in beslag nemen. Dit zal een dialoog tussen twee architecturaal verschillende instituten tot stand brengen: de moderne 'witte kubus' versus het historische stadsmuseum.
Het SMAK werd in 1999 verbouwd en is het eerste museum in België dat aan hedendaagse kunst gewijd is. De notie van de witte kubus wordt er versterkt door het natuurlijke licht dat door het glazen dak en langs verschillende gangen binnenstroomt.
De Amerikaanse kunstenaar Ricci Albenda zal hier de rol van de museumgalerij herdefiniëren door de ongerepte witte muren te laten kronkelen en eigen portalen en voetstukken toe te voegen.
Het Bijlokemuseum zal voor deze gelegenheid omgevormd worden tot een soort 'Wassenbeelden Museum'. Aanvankelijk was dit museum een 13de-eeuws klooster, beter bekend als de abdij van Bijloke. In een latere fase werd het gebouw toegevoegd aan het aanpalende ziekenhuis. Het museum herbergt een aantal specifieke artefacten nl. standbeelden, schilderijen, curiosa, objecten en decoratieve elementen die stuk voor stuk verbonden zijn met de geschiedenis van de Arteveldestad. Tijdens 'Casino 2001' zullen hedendaagse objecten en werken deze museale voorwerpen vervangen. De Bijloke wordt de site voor een experiment waarbij de voormalige abdij wordt omgevormd tot een huis van plezier ('funhouse'), een soort wassenbeelden museum waar vertekeningen van de realiteit geboden worden, waar kunstenaars hun verbeelding de vrije loop laten, en waar de bezoeker een gevoel van desoriëntatie gewaar wordt. Het werk 'Transformer, Second Mission Project ko2' van de Japanse kunstenaar Takashi Murakami werd gemaakt voor een kerk, en zal opnieuw opgesteld worden in een grote zaal op de eerste verdieping. De Amerikaanse schilder Kurt Kauper zal de 18de-eeuwse portretten in de gildezaal van het museum vervangen door eigen hedendaagse portretten.