Bij de Groote Oorlog denken we spontaan aan Flanders Fields, met talloze kerkhoven, monumenten en musea, in de Westhoek. ‘De IJzer’ is nochtans slechts een klein stukje van het 750 kilometer lange Westfront dat zich tot aan Zwitserland in de ‘tranchées’ had ingegraven. En dan was er nog 1.200 kilometer beweeglijk Oostfront waar de Centralen en Rusland slag na slag leverden. Voor het overgrote deel van de Belgen was de Eerste Wereldoorlog een zwarte tijd van bezetting, met voedselschaarste en werkloosheid, plunderingen en opeisingen, dwangmaatregelen en repressie.