Het is niet alleen een mooi boek voor de salontafel geworden, het is een boek waarin je met graagte leest en waarin je vooral heel veel verneemt over de kunstenaar, zijn entourage en zijn tijd. Auteur is Peter Pauwels, ere-notaris en kunsthistoricus. Deze man kent zowel de streek als de familie, is vertrouwd met heel wat achtergronden van het kunstleven in Deinze en de Leiestreek en kon beschikken over een rijk archief. Dat archief was versnipperd geraakt en hij heeft het opnieuw samengesteld. Het bevat een ware schat aan gegevens en is meteen een grote bron van inspiratie voor dit boek dat de overzichtstentoonstelling in het Museum van Deinze en de Leiestreek begeleidde. Het boek is geen catalogus maar een meeslepend verhaal over het leven van een interessante en ooit succesrijke kunstenaar.
Albert Saverys was de zoon van een huisschilder en decorateur, een man die bekend staat om zijn optimistische kijk op het leven en die een bloeiende zaak leidt. Hij heeft decoratieve opdrachten tot in Noord-Frankrijk. In die sfeer groeit de jonge Albert op. Als hij 16 jaar is overlijdt zijn vader en de jonge kerel moet het bedrijf overnemen en instaan voor het levensonderhoud van zijn moeder en zijn jongere broer en zus. Hij kan rekenen op de steun van zijn oom en gaat zowel werken als een opleiding volgen. Hij volgde eerder al lessen aan de academie van Deinze en doet dat ook verder na de dood van zijn vader. Later volgt hij ook les bij Jean Delvin in Gent en komt zo in contact met zowel het japonisme als het werk van Van Gogh dat hem heel sterk aanspreekt. En natuurlijk is er ook de invloed van de kunstenaarskolonie die in Sint-Martens-Latem in die tijd bedrijvig is. Hij raakt bevriend met heel wat van deze kunstenaars, zowel hun thematiek als hun visie boeien hem. De Leie en de voortdurende verandering van de rivier doorheen de dag en de nacht, over de vier seizoenen fascineert hem mateloos. Zijn broer René groeit ondertussen op en neemt het ouderlijk bedrijf later over. Albert kan zich na een aantal jaren meer en meer aan de schilderkunst wijden en verovert stilaan een plaats als professioneel kunstschilder, zeker 31 nadat hij enkele succesrijke tentoonstellingen in Brussel achter de rug heeft. Hij onderhoudt ook levendige contacten met andere kunstenaars en met heel wat schrijvers. Stijn Streuvels is een vriend voor het leven en in het boek wordt regelmatig verwezen naar de correspondentie tussen die twee. Het zijn beiden voorvechters van het Nederlands, de pennenvruchten van Saverys hebben evenwel een forse Oost-Vlaamse inslag en zullen de lezer zeker af en toe doen glimlachen.
