Een boektitel met een verouderde eind-n aan het bijvoeglijk naamwoord, kan dat wel? Het is al een vijftal spellingshervormingen geleden dat dit nog een correcte grammaticale vorm was. Wie de taalkundige bokkensprongen van twitter, facebook en andere whatsapps zonder morren ondergaat, zal daar natuurlijk niet van wakker liggen. Maar wie het boek openslaat wordt gerustgesteld want hij wordt meteen geconfronteerd met het volledig citaat van Karel Van de Woestijne: “Tot plots een eerste zonnestraal in één striem het vlak der weiden doorscheurde en er, als een fonkelenden spiegel van gelend metaal, de Leie ontdekte.”
Het is een van de talrijke beschrijvingen waarmee de dichter- kunstcriticus de meanderende rivier rond de dorpen Sint-Martens-Latem, Deurle en Ooidonk bedacht. Hij is niet de enige die de betovering ervan onderging. Dit geldt zowel voor schilders als schrijvers, als galeriehouders. Tot die laatste categorie hoort Oscar De Vos wiens galerie gespecialiseerd is in de Latemse school, al vijftig jaar lang. Om dit feit te gedenken geeft hij dit aantrekkelijk en verzorgd kunstboek uit.
Wie gerekend had op een hoop anekdoten uit vijf decennia omgang met kunstenaars en kunstliefhebbers is eraan voor de moeite. Oscar De Vos is een man met stijl en hij feest in goed gezelschap. Hijzelf blijft op de achtergrond. Enkel de Leieschilders zijn de vedetten van dit mooie kunstboek, en de Leie zelf natuurlijk.