Sylvie De Meerleer is een talentrijke tekenares die technisch weinig beperkingen kent. Het gebruik van een raster, een zelf opgelegd patroon, laat vele variaties toe en nog meer interpretaties.
Sylvie De Meerleer - Evenwicht tussen raster en vrijheid
De materie aanvoelen
Al tijdens het vijfde leerjaar volgde Sylvie De Meerleer (°1986) tekenlessen in de Brugse academie. Na een aantal jaren secundair onderwijs in Blankenberge (Latijn en moderne talen, ondanks haar aanleg voor wiskunde), keerde ze terug naar Brugge om er de kunsthumaniora te volgen in diezelfde academie. Dat was niet zo vanzelfsprekend. Haar vader was daar niet echt voor te vinden. Ze kreeg er les van Willy Lambrecht (1944-2010), niet enkel kunstenaar maar ook gedreven leraar. “Een schitterende man. Hij was heel streng maar ik had dat wel nodig, ik wou iemand die hoge eisen stelde. Ik hou van uitdagingen, bij hem moest je echt jezelf bewijzen. Een van de eerste opdrachten was een portret tekenen van een oude man met heel veel rimpels, dat moesten we uitwerken in grijswaarden. Ik heb daar ongeveer 24 uur aan gewerkt, we kregen maar een week de tijd. Hij zei me toen : ‘Je hebt nu de lat voor jezelf zeer hoog gelegd, ik verwacht nu elke week zo’n resultaat van jou’.” Dat jaar heeft ze ontzettend hard gewerkt aan het huiswerk dat ze van Lambrecht kreeg.
Ook Robert Devriendt (°1955) gaf toen les aan de academie en hij speelde een belangrijke rol in haar opleiding. Ze heeft nog steeds contact met hem en was trouwens een paar keer model voor zijn schilderijen en campagnebeeld voor zijn tentoonstelling in museum M-Leuven in 2010. Sylvie De Meerleer: “Zijn manier van lesgeven was totaal anders dan die van Willy Lambrecht. Hij was veel opener, hij benaderde zijn lessen zoals zijn schilderijen, met heel veel zorg en gevoel. Als hij een stilleven klaar zette, moest de licht-inval heel precies zijn. Hij voelde mij ook heel goed aan, hij kon me heel goed vatten.” Lambrecht stimuleerde haar en zei haar ooit: “Ik weet van jou dat als je naar de dingen kijkt, je ook de materie aanvoelt.” In het secundair onderwijs was schilderen haar passie, primeerde de kleur. “Dat werd door de leerkrachten ook sterk gestimuleerd. Als ik iets naar waarneming moest afbeelden, lukte schilderen mij beter omdat de vormen bij mij het best ontstonden wanneer ik vertrok vanuit kleuren en schaduwen die in elkaar overvloeiden. Ik ben ook nu nog zeer selectief bij het schilderen. Een beetje zoals Lucian Freud (1922-2011) meng ik op voorhand mijn kleuren, als een wetenschapper zoek ik heel analytisch naar de juiste kleur vooraleer ik die op het doek aanbreng. Ik meng niet op het canvas. Bij het tekenen vertrek je meestal vanuit de vorm en werk je met grijswaarden. Ik zie dat als een vereenvoudiging, kleur is complexer.”
Terug naar het tekenen
Na haar kunsthumaniora is het dan toch geen schilderkunst geworden. Onder enige druk van thuis werd het grafische vormgeving aan de Gentse academie. Sylvie De Meerleer behaalde er zonder veel problemen haar master in de grafiek en ging daarna toch schilderkunst studeren in Sint-Lucas Gent waar ze haar tweede master behaalde. Ze werd te vrij gelaten, vond ze. Ze is erg leergierig en had graag nog wat meer technische kennis opgedaan. Hoewel ze al een master had, voelde ze zich nogal onzeker en vond ze niet direct aansluiting bij de andere studenten die allemaal jonger waren dan zij. In ‘het atelier schilderen’ zag ze geen voortgang in haar laatste jaar en ze heeft zich dan verder toegelegd op het tekenen van portretten. “Ik had het gevoel dat ik vast zat en ik ben gewoon teruggekeerd naar het tekenen. Ik wou niet echt een inhoud om de inhoud zoeken, ik vond dat zo beladen en ik had nood aan iets heel puurs. Portretkunst beantwoordde daaraan. Het fascineert mij om datgene wat in een persoon leeft trachten weer te geven en vooral de dualiteit in elke persoon, de rust en de onrust, een soort van aanwezigheid en afwezigheid. Ik ben toen gewoon portretten gaan maken van mensen die ik echt goed kende, ik zou zeker niet iedereen kunnen portretteren. Eerst een hele reeks op klein formaat om dan later, op aanraden van Ronny Delrue (°1957), over te gaan naar heel groot formaat. Technisch is dat helemaal anders en de energie is ook totaal verschillend. Soms waren ze wel twee op drie meter.” Sylvie De Meerleer stelt dat iets eenvoudigs toch ook heel krachtigs kan zijn en vond dat ze bij de opleiding schilderkunst iets te veel werd geduwd in de richting van de actuele kunst of het formele onderzoek, iets waar ze op dat moment niet echt veel affiniteit mee had. Ze zocht een compromis, maar vond de resultaten dan ook zo slecht dat tekenen op dat moment de juiste oplossing leek.
Conceptueel en toch gevoelig
Terwijl ze haar master schilderkunst afmaakte, kreeg Sylvie De Meerleer al de mogelijkheid om les te geven aan de academie in Brugge, een interim opdracht in de vrije grafiek die later is bestendigd. Om zeker die plek te kunnen houden volgde ze ook de lerarenopleiding beeldende kunsten in Sint-Lucas Gent. Normaal liep die over twee jaar, zij wou die absoluut op één jaar doen en uiteindelijk mocht ze proefkonijn zijn. Ze slaagde met grote onderscheiding en sedertdien is de eenjarige opleiding zowat de norm geworden. Ze heeft dat jaar heel veel over kunst bijgeleerd. ”Ik had dat eigenlijk niet verwacht. Ik vermoed dat het ook komt omdat ik dat jaar afstand genomen heb van mijn eigen werk, ik had daar gewoon geen tijd voor, dan zie je de dingen vanuit een heel ander perspectief. Je moet de dingen eens kunnen loslaten om dan vanuit nieuwe ervaringen terug de draad op te nemen.”
Een jonge docent die pas les gaf in Sint-Lucas, Filip De Roeck, maakte een grote indruk op haar met zijn proeflabo omtrent het lesgeven. Hij leerde haar dat je als kunstenaar geen verantwoording hoeft af te leggen over het parcours dat je volgt, over het onderzoek dat je voert, maar als leerkracht is dat helemaal anders. Je moet dan een nauwgezet parcours uitdokteren, weten wat je van de studenten kan verwachten, je hebt een verantwoordelijkheid jegens hen en je moet ook zeer ruim gaan denken. Sylvie De Meerleer: “Dat is van grote invloed geweest op het werk dat ik daarna heb gemaakt. Ik ben alles beginnen opentrekken. Ik ben beginnen denken: ik heb een beeld nodig maar ook een beeldend onderzoek. Met het raster waarop ik werk, kan ik een beeld reconstrueren op verschillende manieren en kijken hoe dat de leesbaarheid van dat beeld beïnvloedt en hoe je een beeld kunt hernemen en toch iets volledig anders kunt maken. Ik ben door die docent eigenlijk wetenschappelijker, analytischer gaan nadenken over kunst en het benaderen van een beeld.” Dat heeft veel veranderd bij haar tot zelfs zover dat ze haar eigen lichaam observeerde bij het tekenen. Hoe de beweging het tekenen beïnvloedt en omgekeerd. Haar vroegere aanleg voor wiskunde speelt hier zeker een rol. Haar werk gaat de conceptuele richting uit maar blijft toch getuigen van een grote gevoeligheid.
Hernemen en herhalen
Sylvie De Meerleer neemt deel aan diverse wedstrijden en ik ontmoette haar werk onder meer in Stimulans (Kortrijk 2014 en 2016), Sant (Brugge 2014), de Ronse Drawing Prize (2015) en meer recentelijk bij de Gaverprijs (2016). Maar ze schitterde helemaal in het Caermersklooster in Gent wanneer haar werk daar op een ruimere manier geëxposeerd wordt in het kader van de Provinciale Prijs van Oost-Vlaanderen in 2014. Daar kon de bezoeker een goed beeld krijgen van haar demarches. Ze haalt haar beelden soms van bestaande foto’s of stills, soms zijn het fragmenten uit pornografisch materiaal. Maar ze is niet echt geïnteresseerd in pornografie, wat haar intrigeert is de ontroering die een bepaalde houding, een schaars moment van tederheid bij haar kan teweeg brengen. Sylvie De Meerleer: “Ik vond de houding van de vrouw zo mooi, zo sensueel dat ik ze gekozen heb om een hele reeks werken rond te maken, die ik dan getoond heb in het Caermersklooster onder de titel Repeat 1.” Het beeld wordt ontdaan van alle anekdotiek, talloze keren weergegeven, hernomen en herhaald, bewerkt en geïnterpreteerd via het tekenen. Haar focus is nooit de man, maar altijd de vrouw, haar lichaamstaal en het suggestieve. Het gebruik van een raster laat op een interessante wijze oneindig veel interpretaties en verschuivingsmogelijkheden toe, het is bijna een wiskundig spelletje waar ze zich met graagte en grote nieuwsgierigheid gedreven aan overgeeft. Het laat haar toe om steeds nieuwe variaties te vinden en het werken binnen een zelf opgelegd patroon geeft ook een vorm van zekerheid, is in zekere zin rustgevend. Ondertussen is ze al een paar stappen verder en evolueert haar werk gestaag. De gevoeligheid voor de materie steekt weer de kop op en, eens haar huis in orde, zal niets haar nog weerhouden om weer te gaan schilderen, te schilderen zoals zij het zelf wil. Daar kunnen we enkel maar benieuwd naar zijn.
Vinger op de huid
Sylvie De Meerleer neemt nu deel aan Coup de ville in Sint-Niklaas. Ze toont er uiteraard een aantal tekeningen maar waagt zich ook aan een performance die telkens op zondag zal plaatsvinden. Die is gebaseerd op een gekoesterde jeugdherinnering. Haar moeder las geen verhaaltjes voor bij het instoppen, ze voerde een ander ritueel uit. Ze tekende met haar vinger elke avond een tekeningetje op Sylvies rug. Sylvie moest dan raden wat ze getekend had. Als het juist was, kreeg ze nog een tekening. Die intense ervaring als kind wil ze laten verder leven. Het was iets waarnaar ze verlangde en echt van genoot. Ze moest echter altijd een evenwicht trachten tussen het genieten van de aanraking zonder zich erin te verliezen, want het was belangrijk om juist te raden om het genot langer te laten duren. “Ik vond het altijd heel boeiend om de vinger te volgen en dan in je hoofd dat spoor te reconstrueren. Een vingertekening is zo vluchtig, is zo weg, je moet dus een mentale voorstelling maken, een registratie van de beweging en wat dat dan zou kunnen zijn. Het zijn altijd eenvoudige symbolen, want het is in feite vrij moeilijk om dat te raden. De aanrakingen waren ook altijd heel zacht en het blijft voor mij de herinnering aan een lichamelijk genot dat heel zacht en teder was.” Ze zal dus op de zondag-performances in de intimiteit van een kleine kamer op de rug van bezoekers een tekeningetje maken. Dat wordt vast een heel persoonlijk gebeuren tussen haar en de betekende. Het woord ‘betekenis’ krijgt een heel bijzondere invulling.
Tentoonstelling
Symbols, groepstentoonstelling, oktober-november 2016, CMAE, Avilés, en december 2016, Museo Antón, Candás (Spanje) – A distance to(o) close, solo, 4 september-22 oktober 2016, Dapiran Art Project Speace, Utrecht – Coup de ville, 9 september tot 9 oktober 2016, Sint-Niklaas – Once again … I fall … my feminine … ways, groepstentoonstelling, januari-februari 2017, Galerie EL, Welle en februari-april 2017 Galerie Emergent, Veurne