Kunstenaars hebben een neus voor interessante panden, ze zijn meestal ook wat avontuurlijker in hun keuze. Katleen Vinck kocht een oud industrieel gebouw en vestigde er zowel haar woonst als haar atelier en ze heeft nog ruimte over voor een voor-stelling of een tentoonstelling.
Katleen Vinck - Tussenvormen en transformaties
De sfeer, de kleur, het materiaal
Knutselen deed Katleen Vinck (°1976) al van kindsbeen af. Op haar zesde kreeg ze een werkbankje van haar vader, die een constructiebedrijf had. Na het vierde jaar middelbaar onderwijs koos ze voor de kunsthumaniora. Ze tekende graag en ook wiskunde kon haar boeien. Ze had in die periode van haar huidige galeriehouder, Bart Vanderbiesen, gehoord dat er interessante mogelijkheden waren op zijn school. Daar kreeg ze les van Johan Pas en evolueerde in die twee jaar “van niks naar primus”, zoals ze het verwoordt. “Vanuit de school werd er sterke druk uitgeoefend opdat ik zou kiezen voor de opleiding architectuur. Uiteindelijk heb ik dat gedaan, maar niet met het idee om architect te worden. Na het eerste jaar architectuur schreef ik me in voor de avondschool schilderen bij Luc d’Hanis.” Er volgde een tweede jaar bij dezelfde docent omdat ze er de vrijheid kreeg om ook ruimtelijk werk te maken. Ondertussen studeerde ze af als architect en dat komt van pas kwam bij de verbouwing van het pand dat ze nu bewoont.
Katleen Vinck deed nog een postgraduaat scenografie, toen ondergebracht in de Studio Herman Teirlinck, waar ze les kreeg van de veelzijdige Johan Daenen (°1958). Van haar toenmalige architectuuropleiding aan het Instituut Henry van de Velde in Antwerpen zegt ze dat die “heel erg op de praktijk gericht was, met weinig aandacht voor een filosofische en een artistiek theoretische basis.” Haar opleiding in de avondschool gaf haar duidelijk meer voldoening en wanneer Luc d’Hanis een tentoonstelling met een aantal studenten organiseerde, was zij van de partij en toonde ze voor het eerst haar ruimtelijk werk. “Ik vind dat mijn werk nog altijd met schilderen te maken heeft,” zegt ze, “de sfeer, de kleur, het materiaal…” Katleen Vinck volgde ook nog een tweejarige opleiding video bij Ria Van Landeghem (°1957), curator en nu haar collega in het onderwijs. Een aantal van de tentoonstellingen die Van Landeghem organiseerde, gaven Katleen een forum.
Een heel belangrijk element voor haar zijn de portfoliodagen (gestart in 2007) die het kunstenplatform WARP (SintNiklaas), onder de bezielende leiding van Stef Van Bellingen (°1963), organiseert. Hier worden een reeks professionelen uit de kunstwereld samengebracht en jonge kunstenaars kunnen hen hun portfolio komen presenteren. Ze krijgen er feedback en doen er heel wat nuttige en boeiende contacten op. “Van daaruit zijn nogal wat van mijn projecten gegroeid. Ik had er bijvoorbeeld contact met Inge Henneman (°1963), die toen als curator verbonden was aan het FotoMuseum. Ik toonde haar een verzameling van foto’s.” Later nam Henneman haar werk op in de tentoonstelling Finisterre.
Hoe de natuur architect wordt
In 2009 selecteert Stef Van Bellingen haar voor een presentatie in Londen. Belgian Paradise was een tentoonstelling in een kunstenaarsstudio. Het is misschien niet zo belangrijk als gegeven, maar het trekt de blik open, het brengt mensen en ideeën samen.
Uit datzelfde jaar dateert een reeks lichtbakken met foto’s van grotten. Het zijn namaakgrotten, grotten van Lourdes zoals je die her en der in ons land kan aantreffen. De foto’s zijn gemanipuleerd. Ze heeft er alle parafernalia als beelden en kandelaars deskundig uit verwijderd, zodat heel goed zichtbaar wordt hoe die grotten een zekere typologie vertonen. "Ik ben erg gefascineerd door bepaalde natuurfenomenen en hoe die gemanipuleerd worden door de mens. Grotten, bomen en vele andere dingen worden zodanig behandeld dat ze architectuur, decorum worden. Ik tracht die transformatieprocessen bloot te leggen. Hoe de natuur op een bepaald moment architectuur wordt die dan weer door de natuur wordt ingenomen.” Katleen Vinck voegt er aan toe: “Wat me stoorde in de architectuuropleiding was dat de architect ging bepalen hoe je moest leven. Ik vind dat nieuwe vormen juist daar ontstaan waar de controle even losgelaten wordt.” Het is vanuit die optiek dat de fotoreeksen tot stand gekomen zijn, “maar je kan niet alle tussenstadia zien, je botst immers op hindernissen.”
In een groepstentoonstelling in het Gentse kunstencentrum Croxhapox toonde ze een meubel met een ingebouwde rotsstructuur. Op zich al ongewoon, maar ze trekt de vervreemding nog verder door, want ze plaatst het meubel op een rolvlak.
Voor Katleen Vinck is de bunker de sublimatie van de grot. “Ze zijn dikwijls gebouwd met de bedoeling om in de natuur op te gaan.” Zoals de grot bescherming biedt, doet ook de bunker dat en liefst zo onopvallend mogelijk. Ze was vorig jaar met haar werk te zien op een zeer homogene groepstentoonstelling, samen met Jonas Vansteenkiste (°1984) en Renato Nicolodi (°1980). Alle drie hebben deze kunstenaars een voorliefde voor bunkers gemeen. Een van de werken was een wandsculptuur als een mitrailleursgat in een bunker met bovenop de stronk van een boom. Het kwam nogal bedreigend over. Zo heeft ze er wel meer. Soms is er een lichtbak in verwerkt en wordt de toeschouwer toch wat op het verkeerde been gezet. Zit hij nu zelf in die bunker en kijkt hij naar de natuur er omheen of staat hij buiten? Wordt hij bedreigd of is hij diegene die bedreigt?
Strategieën tegen architectuur
De sculpturen die Katleen Vinck maakt zijn constructies en reconstructies. “Niets is wat het lijkt,” zegt ze, “het schilderkunstige aspect blijft een grote rol spelen.” Sommige van die sculpturen ogen inderdaad erg zwaar en robuust. Je vraagt je af hoe ze die versleurt, ze lijken immers van beton. Het zijn structuren die met heel veel zorg zijn opgebouwd uit lichtere materialen en dan een afwerking krijgen in beton. Vergeten we niet dat ze ook scenografe is, ze weet dus bijzonder goed hoe ze de kijker kan bedriegen. En dat visueel bedrog is een essentieel onderdeel van het werk. Ze gaat voor enscenering en reconstructie.
Voor haar tentoonstelling dit jaar in De Warande in Turnhout gaf ze de voorkeur aan de Luifelzaal, juist omwille van de betonstructuur die er zichtbaar is. Ze toonde er één grote installatie onder de titel Strategies against architecture. Katleen Vinck: “Ik heb niets tegen architectuur hoor, het ging over het transformatieproces.” Het ging eigenlijk over 24 plaatsen die ze op foto heeft vastgelegd of verzameld en die zich in de periferie bevinden, in het niemandsland, waar spontaan van alles kan gebeuren of ontstaan. Het zijn allemaal cirkels of achthoeken. Die achthoeken vormen de overstap naar de architectuur. Ze weidt even uit over de betekenis van de vormen in bepaalde religies. De rechthoek staat voor de dood, de achthoek vormt de overgang naar de cirkel die staat voor nieuw leven. En ze wijst op het feit dat heel wat doopvonten in katholieke kerken zowel de achthoek als de cirkel in zich verenigen.
In de tentoonstelling toont ze in een 15 meter-lange, lintvormige presentatie foto’s van maquettes die ze heeft gemaakt en die nog niet werden getoond. Daarvoor is in de ruimte een sculpturale presentatie uitgewerkt als een archiefstructuur. Hierin zijn meer tussenvormen te zien, stadia van vormen die stilaan overwoekerd geraken of van vorm veranderen. Het is een indrukwekkend werk met een lengte van 22 meter. De tentoonstelling opent met een raster waarop objecten liggen. Het lijkt op de oorlogskamer van een oppercommando waar met een rakel de legeronderdelen worden verschoven. De objecten kunnen geïnterpreteerd worden als onderdelen van landschappen, op die manier kan je zelf een landschap samenstellen.
Transformatie is dus echt wel een grondgedachte bij het werk van Katleen Vinck. Ze onderstreept het nogmaals met de projectie van een video op de vloer en eveneens met een langzaam ronddraaiende sculptuur die op deze manier telkens andere aspecten laat zien. We zijn zeer vertrouwd met verandering, maar zij neemt juist iets wat heel robuust en onveranderlijk lijkt om dat proces onder de aandacht te brengen. En vergeten we vooral niet dat het ook over ‘tijd’ gaat. Structuren veranderen in de loop van de tijd. Ze visualiseert dat zowel in de draaiende sculptuur als in haar video, maar ook in de uitgebreide opstelling binnen haar installatie. De kijker moet in essentie de tijd nemen om alles tot zich te laten doodringen.
Haar werk en haar opleiding als scenografe maakt dat ze veel contacten heeft met kunstenaars uit andere disciplines. Ze heeft een goede band met choreograaf Marc Vanrunxt (°1960), met wie ze al een geruime tijd samenwerkt en diverse performances realiseerde. Hij is voor haar een goed klankbord en nieuwe samenwerkingen kondigen zich aan. Ze is gevraagd om in het kader van de eerste biënnale van Drenthe (IntoNature#1) een nieuw werk te realiseren en dat stemt haar duidelijk gelukkig. Haar werk is ook met een zekere regelmaat te zien bij Base-Alpha Gallery en die ligt precies een kilometer van haar atelier vandaan. Het leven hoeft niet altijd ingewikkeld te zijn.
Tentoonstelling
The image generator (video van een project met Marc Vanrunxt): januari 2016, Kunsthal Extra City, Atwerpen - Strategies against architecture, nog tot 31 januari 2016, Duinstraat 124, Antwerpen - 50 Jaar Academie Hoogstraten, overzicht Belgische beeldhouwkunst, van 4 tot 31 januari 2016 - Deelname aan PARCours-PARKunst, zomer 2016, Sint-Pieters-Woluwe - Deelname aan de eerste biennale van Drenthe IntoNature#1, zomer 2016