Voor een vleugje wereldtentoonstelling van 1910 in Brussel kunt u tot 28 augustus in de hal van de KMKG terecht. De aanwinst "Éternelle Idylle" van Philippe Wolfers (1858-1929) geeft er acte de présence.
Nieuw in de KMKG: Éternelle Idylle - Slinger van gratie
Neus voor en van Wolfers
Om de museumcollectie te verrijken is het voor een conservator niet alleen essentieel om privé- en handelscontacten te onderhouden, maar ook om vooruitziend te zijn. Conservator Werner Adriaenssens van de collecties art nouveau en art deco had weinig tijd nodig om de aankoop van de beeldengroep Éternelle Idylle te motiveren: "Een collega van de VUB is lid van de Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen waardoor hij af en toe eigenaars begeleidt bij een eventuele klassering. In een Brussels landhuis viel zijn oog op het beeld Éternelle Idylle. Omdat ik daar al onderzoek naar gedaan had, was de aankoop zeer snel afgehandeld. Het Steunfonds Per Musea is blij zo'n fraai beeld mee te hebben bekostigd. Na de maker, de kunstenaar Philippe Wolfers, en de eerste koper, werd het museum hierdoor de derde eigenaar. Wat het beeld ook interessant maakt, is dat het na zijn eerste optreden op de tentoonstelling van Pour L'Art in 1910 zijn grote opwachting maakte op de wereldtentoonstelling van datzelfde jaar, en dat het twee jaar later ook werd getoond op de Biënnale van Venetië. Éternelle Idylle heeft daarna de hal van het Brusselse landhuis niet meer verlaten."
De aankoop past in het verzamelbeleid dat Adriaenssens sedert tien jaar voert, namelijk focussen op de Belgische sierkunst: "We kunnen een tweehonderdtal topwerken laten zien. We kiezen daarbij resoluut voor het unieke binnen het seriematige: het meer dan 500-delige massief zilveren bestek van Wolfers in art nouveau met de initialen van Victor Horta, de kandelaars en de ring van Henry van de Velde, de uitgebreide collectie ivoorsculpturen van de grootste Belgische beeldhouwers, en nu ook het marmeren Éternelle Idylle van Philippe Wolfers. Ze vormen de ruggengraat van de prestigieuze art-nouveau- en art-decozalen die in 2012 zullen openen."
Éternelle Idylle is een beeldengroep van vier zinnelijke naakten die door een rozenslinger met elkaar verbonden zijn. De ogen van de man en de vrouw die elkaar omarmen, zijn half gesloten. Elk heeft een been evenwijdig met dat van de ander, als vormen ze één lichaam. De man ademt zijn uitverkorene in. Een van de twee vrouwen aan het andere eind van de guirlande begraaft haar reukorgaan diep in een roos, symbool van de liefde. In L'Indépendence Belge uit 1910 zag men het zo: "un éphèbe emmène son élue, qui avec un doux regret, se tourne vers les deux soeurs dont le coeur n'est pas encore possédé par l'amour, mais en devinent déjà le mystère troublant." "De twee andere vrouwen hebben de liefde nog niet gevonden, maar ze hebben de geur van de liefde al waargenomen," parafraseert Adriaenssens: "Het stelt de eeuwigdurende idylle voor, een allegorie van de liefde. Het is duidelijk een decoratiestuk, we moeten er inhoudelijk verder niet té veel achter zoeken. De man zou als twee druppels water op Marcel Wolfers lijken, de zoon van Philippe. Van zijn dochter Claire-Nelly Baeyens-Wolfers weten we dat haar vader soms poseerde. Uiteraard bestaat over deze familieaangelegenheid geen correspondentie, maar er zijn wel brieven van schilders bekend: of Marcel kan komen poseren, en maillot de bain! De neus is een typische Wolfers-neus, het zou dus wel kunnen."
Spierwit
"Echt wel heel wit marmer," zegt Adriaenssens terwijl hij het beeld - voor de hoeveelste keer? - monstert. "Het is de perfecte symbiose van een esthetische vorm en precieus materiaal. Dit marmer is afkomstig uit die ene groeve uit het Italiaanse Carrara met het witste, aderloze, marmer. Het is in deze groeve waar Michelangelo het marmer voor zijn David ging uitzoeken. De Romeinen wonnen er al marmer, en vandaag gaat dat nog altijd door. Erfgoedorganisaties vinden dat het uitzicht van de eeuwenoude bergen hierdoor wordt geschonden. Volgens mij wordt er inderdaad veel te kwistig met dat marmer omgegaan."
Het maagdelijke wit gaf zich eerst nog niet prijs: "Het beeld had een patine van zijn lange verblijf in de traphal. Toen we het reinigden met water, werd het witter dan we hadden durven dromen." Het maakt de figuren nog puurder: "Het mooie van deze steen is dat hij op plaatsen bijna transparant wordt. Er bestaan zoveel onafgewerkte beeldhouwwerken in dit materiaal omdat het erg fragiel is. Een verkeerde tik ertegen en het breekt als glas. En hier heb je dan dat gave, fijne exemplaar. Als je er met een vinger langs strijkt, voel je de ribben." De sokkel bestaat uit portamarmer, "het zwarte marmer met de gouden aders".
Het model dat Philippe Wolfers in gips maakte - practiciens van de firma Wolfers stonden in voor de marmeren uitvoering - zal niet meer teruggevonden worden: "Het was een deel van de bedrijfsstrategie om bij zijn overlijden in 1929 de gipsen beelden en mallen te vernietigen, om dat werk af te sluiten. Het was overigens een zeer goed gemanaged bedrijf. Alles wat Philippe Wolfers maakte, was eigendom van de firma Wolfers zodat elk stuk het aura van de grote kunstenaar meekreeg. Als zijn werk getoond werd op tentoonstellingen in Parijs, Hamburg of Milaan, dan werd daar een bijhuis geopend. De boodschap was: wat u hier ziet, is misschien onbetaalbaar, maar wend u tot die winkel, daar kunt u zaken doen."
Oog van een beeldhouwer
Werner Adriaenssens en Raf Steel schreven op basis van een uitgebreid archief de geschiedenis van de Wolfers-dynastie en stelden een beredeneerde catalogus samen. In De Wolfers dynastie. Van art nouveau tot art deco (Pandora, 2006) deed Adriaenssens vooral onderzoek naar het persoonlijke oeuvre van Philippe Wolfers, het onderwerp ook van zijn doctoraatsverhandeling. Philippe Wolfers begon als zilversmid in het atelier van zijn vader Louis. Hij ontwierp ook juwelen - "qua exuberantie er bijna over", meubels, vaatwerk en tafeldecoratie, en daarnaast beeldhouwde hij. "Al die tijd behoorde hij tot de top, en maakte hij moeiteloos de overgang van art nouveau naar art deco," zegt Adriaenssens. In zijn boek komen we te weten dat de juwelen van Philippe Wolfers al een sculpturele inslag hadden, zoals zijn ivoren miniatuurtjes in halssnoeren. Toch had hij geen beeldhouwersopleiding gevolgd, hoewel dat misverstand wel was verspreid door enkele artikels (il voit en sculpteur). Philippe Wolfers had zijn werk in het atelier van zijn vader wel gecombineerd met een opleiding Modelage d'ornements aan de academie voor schone kunsten in Brussel. Maar na het Album Congolais uit 1898, een voorplat van een gedenkalbum, werd Philippe Wolfers aangeduid als le sculpteur.
Het eerste pure beeldhouwwerk van Philippe Wolfers was Fleur éclosé uit 1903, een gracieus en sensueel vrouwenbeeld in marmer, dat bepalend was voor haast al zijn vooroorlogse sculpturen. De kunstenaar stelde de definitieve pose altijd samen uit verschillende gefotografeerde houdingen van een model. Le Cycle des Heures kreeg de meeste bijval van zijn hele sculpturele oeuvre. Het stelt een cyclus van twaalf naakte vrouwenfiguren voor, een voor elk uur van de dag. In de pers werd Éternelle Idylle uit 1910 beschreven als de opvolger van Le Cycle des Heures omwille van dezelfde souplesse van de figuren en hetzelfde ritme in de beweging. Om nog beter de markt te bespelen, maakte Philippe Wolfers van Éternelle Idylle ook esquisses, kleine bronzen schetsen van de beeldhouwwerken op marmeren sokkeltjes. Van Les Soeurs, het groepje van twee vrouwen, werden er zeven exemplaren in brons gemaakt, en van de ganse beeldengroep een in zilver en elf in brons. "Een luxesnuisterij," zegt Adriaenssens: "Marmer was onbereikbaar, maar een esquisse was een bibelot artistique. Ze werden verkocht op tentoonstellingen, bij Wolfers Frères in de Arenbergstraat in Brussel en in de verschillende bijhuizen. Het bronzen exemplaar van Victor Horta is te zien in het Hortamuseum."
In 1914 maakte de oorlog een eind aan de productie, en later, nadat de wereld dooreengeschud was, kreeg Philippe Wolfers een andere stijl. Zijn beelden werden monumentaler, archaïscher, en er waren ook Egyptische invloeden. De thema's bleven echter onveranderd: mythologische onderwerpen of, zoals bij Éternelle Idylle, gewoon een aantrekkelijke pose.
Praktische informatie
De aanwinst 'Éternelle Idylle' van Philippe Wolfers. Nog tot 28 augustus 2010. Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis van België Brussel