Door de eeuwen heen hebben kunstenaars tal van middelen gebruikt om een andere, onwerkelijke wereld op te roepen: één van die middelen is het weergeven van armen, hoofden, ogen, oren, zonder de rest van het lichaam erbij. Op die manier kun je dan nog de meest uiteenlopende effecten bedoelen en bereiken. Dat wordt duidelijk als we nagaan, hoe drie kunstenaars, Redon, Man Ray en Joe Tilson, het oog hebben afgebeeld.
Om met het meest recente oog te beginnen, dat van Joe Tilson. Een fotografisch nauwkeurige weergave, zelfs de randen van het filmpje zijn op de zeefdruk te zien. Een oog zoals het is, er steekt niets 'achter'. Tilson wil ons bewust maken van beeldmiddelen die ons vertrouwd zijn van de reclame en de dia-avondjes - zó vertrouwd dat we de afbeelding bijna als echt ervaren, als het ding zelf.
Zo alleen op de vorm gericht en zo bewust zonder eigen 'inhoud' hadden voor hem noch de surrealisten en dadaïsten noch de symbolisten hun onderwerpen benaderd. Bij hen was het afbeelden een middel om uitdrukking te geven aan een bepaald levensgevoel. Bij de dadaïst Man Ray gebeurt dat zo, dat je de werkelijkheid herkent en tegelijk helemaal niet.
Hij gebruikt ook een foto van een oog. Maar hij plakte die op de wijzer van een metronoom. Zo beweegt het oog zich door de ruimte op het ritme van de tijd, wat aanleiding kan zijn tot bespiegelingen over de begrippen ruimte en tijd. Met de titel 'Object om te vernietigen' gaf Man Ray zelf aan hoe je van het obsederende getik en gekijk van dit object verlost kunt worden. Krankzinnigheid, heeft hij eens gezegd, is een klok of metronoom die niet van ophouden weet.
Dit object is uit 1923. In 1917 maakte Man Ray nog eens een losstaand oog, nu één dat op zijn eigen vorm heen en weer kan schommelen. Het is even eenvoudig van constructie als de metronoom. Op een amandelvormig doosje van karton vormde hij met een stukje blauw papier en een soort knoop een pupil, en in het doosje stopte hij een knikker. Geef je er een duwtje tegen, dan blijft 'de getuige' heen en weer schommelen.
Tilson - Kleurendia het gezicht
De negentiende-eeuwse Franse kunstenaar Odilon Redon maakte voor zijn werk eveneens gebruik van de werkelijkheid zoals wij die zien, maar de ware kunst was voor hem toch: uitdrukking geven aan de 'ervaring' die hij daarbij had. Welke ervaring? In 1882 maakte hij die wonderlijke litho 'het oog koerst als een ballon naar de oneindigheid'. Een donker landschap met op de voorgrond een enkele plant en links aan de horizon wat bergen. Erboven zweeft, in het grote vlak van de lucht, een zwarte bol, waarin heel precies een oog met een omhooggedraaide pupil is getekend. Aan deze oogballon hangt, met touwen verbonden, een hoofd op een schotel.
We kunnen alleen maar gissen welke persoonlijke ervaring Redon hier tot uitdrukking heeft gebracht; zeker is dat hij met deze prent ook bij ons gevoelens wilde oproepen. En, te oordelen naar de vele interpretaties die er van dit werk zijn, is hem dat ook gelukt.
Deze litho is er één uit een serie die werd opgedragen aan Edgar Allan Poe. Voor de interpretatie heeft men dan ook bij Poe gezocht: was de titel van de litho met één van diens griezelverhalen in verband te brengen? Redon zelf heeft naderhand echter laten merken, dat het publiek zich op de titel heeft verkeken, al erkende hij dat dit onderschrift aan de prent een dubbele bodem gaf.
Met zijn persoonlijke, mysterieuze fantasieën in het magische zwartwit van de litho werd Redon tot een kunstenaar, bewonderd zowel door de jongere Franse symbolisten als door de twintigste-eeuwse surrealisten.
Joe Tilson, Londen1928
Joe Tilson werd in 1928 in Londen geboren, waar hij nog steeds woont. Voor hij omstreeks 1960 beschilderde houten reliëfs ging maken, was hij timmerman. Zijn werk wordt tot de Engelse pop-art gerekend, omdat hij gebruik maakt van motieven uit de moderne cultuur (reclame, foto's van ruimtevaarders en pin-up girls).
Literatuurlijst
- A.H. Barr jr., Fantastic Art, Dada, Surrealism, The Museum of Modern Art, New-York, 1936;
- Gustav René Hocke, Die Welt als Labyrinth, Manier und Manie in der Europäische Kunst, Rowolt, Hamburg, 1957;
- Sven Sandström, Le monde imaginaire d'Odilon Redon, Lund, 1955.