Oude watertechnieken zijn niet alleen betekenisvol vanwege hun erfgoedwaarde. Eeuwenlang boetseerden watermolens het landschap, maar ook vandaag kunnen ze nog een belangrijke rol spelen door energie op te wekken en de waterhuishouding te controleren.

Watererfgoed: onsterfelijk en maatschappelijk relevant

De gerestaureerde maalinstallatie met behoud van de turbine.

Amper een tiental professionele molenaars telt Vlaanderen nog, aangevuld met een driehonderdtal vrijwilligers die zich ontfermen over het molenerfgoed. Er staan in de Vlaamse provincies nog een kleine achthonderd molens, waarvan de helft is beschermd als monument. Slechts een honderdtal is nog actief, of met wat kleine inspanningen weer bedrijfswaardig te maken.

Iets meer dan de helft van die molens zijn watermolens. Die zijn vaak niet alleen waardevol als een relict uit het verleden. Onder invloed van de klimaatopwarming groeit de interesse naar de werking van watermolens en de bijbehorende watermolenlandschappen. En dan blijkt dat die molens een rol kunnen spelen in de klimaatadaptatie of het waterbeheer

Watererfgoed: onsterfelijk en maatschappelijk relevant

Beddenbouw is de meest arbeidsintensieve methode van weidebevloeiing. Het oppervlak is aangelegd in rugvormige bedden en het water wordt zo geleid dat greppels boven op de ruggen vollopen. Het water kan dan aan weerszijden afvloeien naar greppels tussen twee bedden. Vloeiweiden in Lommel (2023)  

Watermolenlandschappen

Watermolens werden nooit gebouwd in functie van waterbeheer, maar deden dienst als graanmolen, oliemolen, papiermolen of houtzaagmolen. De watermolens hadden wel een invloed op het landschap. Stroomopwaarts ontstond een nattere omgeving, en in het hele gebied rondom de molen bepaalde de watermolen, of een reeks van watermolens, het waterpeil. Zo ontstonden watermolenlandschappen, die eeuwenlang goed functioneerden en de waterhuishouding onder controle hielden. In natte periodes werd het water sneller afgevoerd, in tijden van droogte werd het water opgehouden om de vallei te irrigeren.

In Nederland wordt via een pilootproject werk gemaakt van het herstel van oude watermolenlandschappen. In Vlaanderen loopt het nog niet zo’n vaart, erkent Laura Danckaert van het Centrum Agrarische Geschiedenis (CAG). “Sommige van die landschappen zijn gedeeltelijk nog in mooie staat, zeker waar de watermolens nog actief zijn. Maar waar de watermolens niet meer werken heeft de vallei dikwijls al een andere invulling gekregen, is er industrie of bebouwing gekomen. Het is niet evident om daar het watermolenlandschap te herstellen, en op veel plekken is het gewoon onmogelijk geworden. Sommige gebieden zijn zo aangetast dat je het watermolenlandschap niet meer in kaart kan brengen.”

Een van de zeldzame plekken in Vlaanderen waar het oude watermolenlandschap haast niet is aangetast, is het gebied rond de Maalbeek in Grimbergen. Hier stonden vroeger vijf watermolens langs de Heienbeek, die in functie van de molens gedeeltelijk werd verlegd en werd herdoopt tot Maalbeek. Erik Van Hemelrijck kwam in 1977 op de site van de Oyenbrugmolen wonen. Na zijn pensionering volgde hij bij het Molenforum Vlaanderen een opleiding tot molenaar, waardoor hij zich sinds 2017 gediplomeerd meester-molenaar mag noemen.

Watererfgoed: onsterfelijk en maatschappelijk relevant

Tien jaar

Van Hemelrijck wilde de oude molen in ere herstellen, en er tegelijk nieuwe functies aan toevoegen. Dat bleek sneller gezegd dan gedaan. Het gebouw renoveren was geen probleem, dat deed hij gedurende de jaren dat hij in het huis woonde, maar de molenfunctie opnieuw installeren had heel wat voeten in de aarde. Niet technisch, maar wel qua voorbereidend papierwerk. Zowel de waterloopbeheerder, het Agentschap Natuur & Bos, de dienst Onroerend Erfgoed, de gemeente en nog andere instanties hadden allemaal hun zeg te doen in het herstel van het beschermde monument. “Het voortraject duurde tien jaar, eenmaal we eindelijk alle vergunningen op zak hadden, was de restauratie zelf in vier maanden geklaard”, aldus Van Hemelrijck.

Molens controleerden eeuwenlang de waterhuishouding in de omgeving. “Maar nu wordt het water overal veel te snel afgevoerd, daardoor komt het veel te snel in de laagst gelegen gebieden en krijgt het geen tijd meer om in de bodem te sijpelen. Daarom hebben watermolens ook vandaag zeker nog een rol te spelen. Wij kunnen ervoor zorgen dat het water meer onder controle is.”

Watererfgoed: onsterfelijk en maatschappelijk relevant

Zicht op de steenkoppels

De Oyenbrugmolen is sinds juni 2021 volledig gerestaureerd, waardoor de oude maalinstallatie opnieuw functioneert. Erik zorgde er tegelijk voor dat de draaiende molen zorgt voor energieopwekking. “We halen een gemiddelde van 13 megawatt per jaar, dat is eigenlijk genoeg energie voor drie huishoudens.” Door het natte voorjaar haalde de molen eind mei al een stroomproductie van 10 MW. Zijn volgende project is een warmtekrachtkoppeling installeren, waardoor het huis een passiefwoning kan worden zonder traditionele verwarmings- of koelsystemen.

De coöperatieve Noordlicht voerde voor de provincie Vlaams-Brabant een studie uit over de kleine waterkrachtcentrale Oyenbrugmolen om na te gaan hoe je het best energie opwekt met een historische watermolen en hoe je die dan ter beschikking stelt. Er was een multiplicator factor naar andere molens maar de conclusie was dat je best de energie die je opwekt zelf en ter plaatse benut.

Watererfgoed: onsterfelijk en maatschappelijk relevant

De Oyenbrugmolen in Grimbergen

Onsterfelijk erfgoed

Na enkele jaren draaien ziet Erik ook het effect op het landschap rond de molen. “Hoewel we twee droge zomers hebben gehad, zien we nu al de flora rond de molen veranderen. Vroeger trok het water sneller weg, waardoor de vallei helemaal verdorde. Door de werking van de molen is het niveau van de Maalbeek met ongeveer 30 centimeter gestegen. Wij merken in de vegetatie op de oeverpercelen nu al verbetering. Zo speelt het erfgoed een belangrijke rol in het natuurherstel.”

Erik meent dat er in Vlaanderen te weinig aandacht is voor de actieve rol van erfgoed. “In Nederland heb je het ondersteuningsprogramma Erfgoed Deal, daarmee wordt ingezet op het behoud van erfgoed, niet alleen om het te bewaren, maar om het een nieuwe rol te geven. Zo creëren ze erfgoed-inclusieve projecten. Dat kan gaan om toerisme, om cultuur of om de natuur en het klimaat. Van een kerk kan je een cultuurtempel maken, van een oude watermolen een kleine elektriciteitscentrale. Zo maak je erfgoed onsterfelijk, omdat je het een nieuwe, belangrijke maatschappelijke rol geeft. Bij ons zijn er nog te veel omslachtige procedures om maatschappelijk relevante projecten met erfgoed te realiseren. Het zou mooi zijn als er meer holistisch wordt gedacht, en we zo samen kunnen werken aan een nieuwe invulling van ons erfgoed.”

Watererfgoed: onsterfelijk en maatschappelijk relevant

Pinksterbloemen in het natte, verschraalde watermolenlandschap van de Collse molen (2023, Eindhoven).

Heggen en vloeiweiden

De watermolens zijn uiteraard het opvallendste element van ons watererfgoed. Maar er zijn ook andere praktijken die worden bestudeerd en zo mogelijk in ere hersteld. Het gaat om oude technieken voor graslandbevloeiing, zoals beddenbouw. In Vlaanderen zijn er alleen nog actieve vloeiweiden te vinden op De Grote Watering in Lommel en De Maat in Mol, al zijn er plannen om nog elders in de Kempen voormalige vloeiweiden te reactiveren. De gebruikte irrigatietechniek met sloten en greppels staat bekend als ‘witteren’ en is door Unesco erkend als immaterieel cultureel erfgoed.

Ook is er hernieuwde aandacht voor het heggenvlechten, een eeuwenoud ambacht om heggen ondoordringbaar te maken voor wild en vee. Door de opkomst van prikkeldraad en de schaalvergroting in de landbouw raakte het heggenvlechten in onbruik, maar sinds een aantal jaar is er opnieuw aandacht voor deze techniek. Er zijn nog maar een handvol beoefenaars in Vlaanderen, maar cursussen heggenvlechten zijn steevast volgeboekt. Heggenvlechten is in Nederland al erkend als immaterieel erfgoed, in Vlaanderen vooralsnog niet.

Ook bij deze beide praktijken vond een belangrijke verschuiving plaats. Net als de watermolen initieel niet het waterbeheer als hoofddoel had, evolueerde het bevloeien van een landbouwpraktijk naar een techniek die nu vooral door natuurbeheerders wordt ingezet. Dienden de heggen vroeger vooral als afscheiding van weiden, dan leveren ze vandaag vooral een bijdrage aan de biodiversiteit, met een veelheid aan flora en als biotoop voor insecten. En uiteraard is er van wateroverlast veel minder sprake waar heggen hun oude plek weer innemen in het landschap.

Info

Download hier de pdf

Watererfgoed.pdf