Wie de culturele hoofdstad wil bezoeken neemt best zijn tijd en enkele voorzorgen. Kwestie van niet voor verrassingen komen te staan.

Telefonisch op de wachtlijst

Voor telefonische informatie over het programma van Brugge 2002 maak je best even tijd. Alle medewerkers zijn steevast in gesprek en de wachttijd bedraagt meer dan twee minuten zodat je door een vriendelijke vrouwenstem voor de keuze wordt gesteld om later terug te bellen of om te wachten. Na een paar keer gebeld te hebben besluit ik toch maar om te wachten. Dat wachten gebeurt zonder het gebruikelijke muziekje zodat ik toch even schrik als er na een tijd een stem weerklinkt die vraagt waarmee ze mij van dienst kan zijn. Op de vraag of Brugge makkelijk met kleine kinderen te bezoeken is, wordt me aangeraden om het programmaboek te raadplegen want daarin staat alles gedetailleerd en het is gratis te verkrijgen in alle KBC-kantoren. Zo kan ik zelf beslissen wat ik wil doen. De zon schijnt en ik heb geen zin om moeilijk te doen dus bedank ik het meisje aan de andere kant vriendelijk voor de informatie.

Ludovico Brea, Sint Pieter, Brugge

Ludovico Brea, Sint Pieter

Een programma met een gebruiksaanwijzing

Het programmaboek van Brugge 2002 bevat een enorme hoeveelheid nuttige in formatie, gegoten in een eigentijdse vormgeving. Zo staat een gedicht van Peter Verhelst op de cover dat als leidraad wordt gebruikt om een ordening aan te brengen. Een ordening die toch een gebruiksaanwijzing nodig heeft zodat je als lezer, om er echt je weg in te vinden, best eerst de inleidende tekst "Binnenkomen" van Hugo De Greef leest. Hij beschrijft de achterliggende gedachten van Brugge 2002, geeft verschillende mogelijkheden om de stad te bezoeken en licht zwart op wit de verschillende manieren toe om dit boek te lezen en te gebruiken. Deze worden op een volgende bladzijde wit op zwart voor alle duidelijkheid kort herhaald. In een voorwoord beschrijft burgemeester Patriek Moenaert het tot stand komen en de ontwikkeling van Brugge tot Culturele Hoofdstad van Europa.

Het resultaat is een knappe, doordachte catalogus geworden. De lay-out is mooi maar had naar mijn gevoel eenvoudiger mogen zijn want het duurde even voordat de logica het won van de verwarring. De brede zwarte strook onder aan elke bladzijde geeft zeker een gevoel van stabiliteit.

Het thematisch overzicht dat op blz. 98 begint is duidelijk en vanaf blz. 146 kan je zien wat er nu vandaag in Brugge allemaal loopt. Op de laatste bladzijde vind ik dan eindelijk de inhoudstafel waar ik al even naar op zoek was omdat wat praktische informatie vooraf altijd welkom is. Bijvoorbeeld over de tentoonstelling Jan Van Eyck. Dit is niet rechtstreeks in de inhoudstafel terug te vinden. Daarvoor moet ik eerst naar het thematisch overzicht. Onder de rubriek tentoonstellingen vind ik Van Eyck, de Vlaamse Primitieven en het Zuiden met een vermelding van de prijscategorie en de bladzijde voor meer informatie. Om te weten hoeveel ik zal moeten betalen, moet ik naar de bladzijden met praktische in formatie. Als ik dit even op een rijtje zet, heb ik na vier keer de juiste bladzijde te zoeken, een vrij volledige informatie over deze tentoonstelling.

Voor wie nog niet thuis is in het werken met de Euro staat onderaan de bladzijden met praktische informatie, in een grijze strook, een omrekeningstabel. Omdat verondersteld wordt dat ook onze noorderburen het gereken nog niet helemaal onder de knie hebben, staat er ook een omrekeningstabel met N LG. Voor de verkoop van tickets in Nederland kan je op een volgende bladzijde terecht.

Jean Fouquet, Madonna en kind met serafijnen en cherubijnen, Brugge

Jean Fouquet, Madonna en kind met serafijnen en cherubijnen

Lopen over water

Zo komen we uiteindelijk op zondag 24 maart in een zonovergoten Brugge terecht waar we veel geluk hebben met het vinden van een parkeerplaats. Het is de parkeermeter die ons twee uur geeft om ons programma af te werken. Ook al beperken we ons tot tentoonstellingen, architectuur en monumenten, die tijd is te kort maar we wagen het er langer op uit te trekken.

We wandelen naar de Burg waar het paviljoen van de verbeelding van de Japanse architect Toyo lto staat. Een poëtisch, bijna doorzichtig volume dat volledig wordt met de weerspiegeling van de halve ovalen in het water, dat er in een grote cirkel om heen ligt. Als we over de uit transparante kunststofvervaardigde brug lopen, beginnen de kinderen te springen alsof het water dat eronder ligt zal opspatten.
Een andere brug, meer in de zin van het woord , is die van de Zwitserse ingenieur­ architect Jürg Conzett. Een door de Bruggelingen langverwachte verbinding over de Coupure. Het is een vernuftige ophaalbrug geworden met een esthetische combinatie van de gebruikte materialen. Een zuivere vorm die geen agressieve confrontatie forceert met zijn omgeving.

Anderhalf uur in tien minuten

Brugge is een toeristische stad en er loopt op deze mooie lentedag dus aardig wat volk rond. Omdat op een grote tentoonstelling lang aanschuiven de norm is, gaan we even ons licht opsteken bij de info aan 't Brugse Vrije. Aan de kassa zullen we anderhalf uur op onze beurt moeten wachten. Met de moed een beetje in onze schoenen besluiten we toch maar om een kijkje te gaan nemen. Blijkt dat het gelukkig allemaal nogal meevalt, behalve dan dat de computer van de kassa, er zijn er twee, waar wij aanschuiven het plots laat afweten. Al bij al hebben we na tien minuten onze tickets en kunnen we de pijl "expo in" volgen. Tot aan de detector want daar worden we terug naar de vestiaire gestuurd om mijn rugzak af te geven. Nu moet u zich geen trekkersrugzak voorstellen, gewoon een bescheiden rugzak waarin een trui, wat koeken voor de kinderen en een programmaboek opgeborgen zitten en die ik nota bene nog nooit heb moeten afgeven.

Piero di Cosimo, Portret van Giuiliano de San Gallo, Jean Hey, Portret van Margaretha Van Oostenrijk, brugge,

Links: Piero di Cosimo, Portret van Giuiliano de San Gallo, © Rijksmuseum, Amsterdam 

Rechts: Jean Hey, Portret van Margaretha Van Oostenrijk, © Sammlungen des Fürsten Von Liechtenstein, Vaduz

Buggy's een bikken

Aan de vestiaire hangen pictogrammen over wat er nog allemaal niet binnen mag. Bij het pictogram van een buggy heb ik toch even een vraag. De man achter de balie legt uit dat ze wel worden toegelaten voor heel kleine kinderen. Nu weet ik uit ondervinding dat het voor grotere kleuters makkelijker en ook veiliger is om alles vanuit hun buggy te bekijken dan tussen al die benen te dwalen met de kans hun ouders te verliezen. Het plaatsbesparende argument zal van doorslaggevend belang geweest zijn. Men heeft er niet aan gedacht dat vier-, vijf-, en zelfs zesjarigen behoorlijk moe worden en in de derde zaal beginnen te zeuren en gedragen willen worden. Enfin, we willen juist verder gaan als diezelfde man oppert dat er in het museum geen 'bikken' worden toegelaten. Ik lach hem vriendelijk toe en bedenk dat sommigen misschien een oncontroleerbare dwang hebben om hier en daar wat bij te tekenen?

Aan de info/shop vraag ik de verantwoordelijken wat het kinderatelier waarvan ik een aanplakbiljet heb zien hangen naast de kassa, te bieden heeft. Geen va n beiden weet waarover ik het heb en helpen de mensen verder die postkaarten e.d. willen betalen. Achteraf lees ik in de folder "Brugge 2002 uur na uur" dat de museumnamiddagen enkel op woensdag doorgaan voor kinderen tussen zes en twaalf jaar oud. Inschrijven is verplicht.

Kleur en harmonie

Voor we "Jan van Eyck, de Vlaamse Primitieven en het Zuiden" binnengaan krijgen we een mooie compacte brochure, de grootte van twee telefoonkaarten. Of twee betaalkaarten, even groot maar het klinkt beter. Een leuk hebbeding eigenlijk dat ons met zaalteksten en korte beschrijvingen van de tentoongestelde werken wegwijs maakt in de tentoonstelling.

De werken zijn indrukwekkend en moeten ook van zeer dichtbij bekeken kunnen worden, wat volgens mij onmogelijk wordt als er nog meer volk is. Dit is dan meteen het grootste nadeel van tentoonstellingen als deze die iedereen gezien wil hebben binnen een bepaalde periode. Permanente collecties kunnen altijd bekeken worden en kennen daarom een grotere spreiding van publiek.

In elke zaal gaat de onmiddellijke aandacht naar de werken die gepresenteerd word en tegen een gekleurde achtergrond. Deze is soms in  harmonie met de schilderijen, soms ook helemaal niet.

De nieuwe Brugse schouwburg,

De nieuwe Brugse schouwburg

Vorm en harmonie

lk kan me niet van de indruk ontdoen dat de ontwerper van de tentoonstelling getracht heeft om de verschillende schilderijen op een zo verscheiden mogelijke manier voor te stellen, die hier en daar te vergezocht is en afbreuk doet aan de kracht van het werk zelf. Sommige werken worden op een "onzichtbare" manier gepresenteerd door gebruik te maken van plexiglas dat aan elkaar gehouden wordt met vier grote schroeven die de aandacht van het onderwerp doen afdwalen en dat kan toch niet de bedoeling zijn? Dan is de voorstelling van andere werken in een "kastje" van gelijmd plexiglas veel zuiverder en absoluut niet storend.

Kort samengevat bevat het Groeningemuseum een prachtige collectie meesterwerken uit de 15de en 16de eeuw, die echter niet altijd op een geslaagde manier gepresenteerd zijn. Ondertussen is het middag geworden en stillen we onze honger in de cafetaria van het museum dat belegde broodjes en een dagmenu aanbiedt aan zeer democratische prijzen.

Revisited heeft weinig impact

De tentoonstelling  "Les Primitifs Flamands à Bruges" in 1902, waar niet minder dan 400 werken van Vlaamse Primitieven werden bijeen gebracht, heeft een enorme impact gehad. Toen. Bij de opstelling van "Impact, 1902 revisited", een tentoonstelling over die tentoonstelling, heb ik zo mijn bedenkingen.

Een geplastificeerde kopie beschrijft wat er in de verschillende tafels met glazen blad te zien is: handgeschreven brieven aan het Musée des Beaux Arts, een dossier over de bruikleen van schilderijen uit het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten van België, voorbladen van de journal de Bruges. Andere tafels bevatten briefkaarten van de tentoonstelling, een vrij slordige collage van krantenartikels over de opening op 15 juni 1902, artikels en publicaties over de tentoonstelling in diverse kranten en tijdschriften, nog meer postkaarten, een brief van Napoleon III.

Kanaaleiland, ontwerp, algemeen en detail brug, brugge

Kanaaleiland, ontwerp, algemeen en detail brug

Een nummer en een naam

Aan een muur hangt een compositie van grote en kleine foto's die een nummer hebben. Op een lijst ernaast krijgen de nummers een naam zodat je telkens moet gaan kijken wie je bekijkt. En of die man met nummer vier de burgemeester is ofwel de provinciegouverneur of de secretaris van de tentoonstelling, vinden we nu misschien niet zo belangrijk. De betrokkenen dachten er toen wellicht anders over. Daarom vind ik dat, uit respect voor het individu, de naam bij de foto moet staan en geen nummer die naar een naam op een lijst verwijst.
Verder zien we twee versies van de eerste affiche, een zeldzame foto van een binnengezicht op de tentoonstelling in 1902, een affiche waarop "... kostelooze toegang tot de tentoonstelling van Oude Kunst" wordt vermeld .

Tijdens mijn bezoek aan deze tentoonstelling probeer ik te ontcijferen of de stem op de achtergrond iets te vertellen heeft over het hele gebeuren. Tot ik, eerder toevallig, uit het raam kijk en zie dat er regelmatig een toeristenbootje onder deze ruimte doorvaart...

Meer dan een uitleg op een (op bristol gekleefde) kopie moet je hier dus niet verwachten. Een aangepaste brochure als bij de toptentoonstelling  in het Groeningemuseum had ik nochtans graag in ontvangst genomen (OKV bracht bij deze tentoonstelling de catalogus uit). Deze nevententoonstelling is een verzameling van alles wat men aan documentatie over de expositie in 1902 heeft teruggevonden, echter op een weinig doordachte manier bijeengelegd in vitrinetafels en dito kasten.

Kindertaal

Het is de hoogste tijd voor een rustpauze op een terras op 't Zand met uitzicht op het Concertgebouw. Een knap staaltje van hedendaagse architectuur dat spijtig  genoeg nog niet voltooid is. Reden genoeg dus om nog eens terug te komen. Jules (6j) en Ona (4j) hebben van deze dag genoten. Het Groeningemuseum vonden ze wel wat groot maar ze waren toch verbaasd over de schilderkunst die ze te zien kregen.

Jules: "Ik geloof niet dat dat geschilderd is. Dat moet met een potlood getekend zijn, anders zou ik dat ook kunnen want ik kan goed schilderen." Van één van de werken van Van Eyck wou hij wel een puzzel maken.
Ona was erg verbaasd dat Jezus op die schilderijen toch altijd zo droevig kijkt.

Download hier de pdf

Waarom Christus zo droevig kijkt!.pdf